De scherpe toename van Nederlandse jihadisten die vanaf eind 2012 naar Syrië trokken om deel te nemen aan de gewapende strijd, de zogenoemde Syriëgang, heeft geleid tot maatschappelijke onrust en een verhoogde waakzaamheid. Zo is het dreigingsniveau in Nederland sinds 13 maart 2013 verhoogd naar ‘substantieel’.[1] De maatschappelijke onrust en verhoogde waakzaamheid gaan gepaard met een toenemende academische, journalistieke en politieke aandacht voor het verschijnsel: een dynamiek die doet denken aan de jaren na de moord op Van Gogh (2004) en de aanslagen van jihadistische cellen in Madrid (2004) en Londen (2005). Inmiddels is het medio 2015 en kan een duidelijker beeld worden geschetst van de Syriëgang. Dit artikel verschaft inzicht in de achtergronden ervan, met als doel de Syriëgang beter te begrijpen en bewustzijn (awareness) te creëren ten aanzien van dreiging.

R.B. de Vries

Dit artikel is gestructureerd langs de lijnen van de achtergrond, aard en dreiging van de Syriëgang, die achtereenvolgens worden behandeld. Het eerste deel geeft een overzicht van de ontwikkeling van het jihadisme in Nederland. De paragraaf hierna gaat dieper in op de aard van de Nederlandse Syriëgang, waarin de ideologie van de mondiale jihadistische beweging, de invloed en het effect van de oorlog in Syrië op deze beweging alsmede de motieven, profielen en radicalisering van de Syriëgangers centraal staan. Vervolgens volgt een analyse van de dreiging die gepaard gaat met de jihadgang naar Syrië. Daarbij wordt specifiek gekeken naar de dreiging in Nederland en tegen Nederlandse (militaire) belangen in het buitenland. Het artikel sluit af met een reflectie.

Achtergrond: jihadisme in verandering

De opleving van het jihadisme in Nederland, zoals deze vanaf eind 2012 publiekelijk merkbaar was in termen van toenemende jihadgang, kan deels worden begrepen als het resultaat van een meerjarige ontwikkeling waarin de jihadistische beweging afstand heeft genomen van haar ‘oude gedaante’.  Hoofd van de AIVD Rob Bertholee beschrijft in zijn lezing op het Washington Institute[2] dat de jihadistische beweging in de jaren na de onrust rond de Hofstadgroep (2004) uit kleine, geïsoleerde en voornamelijk onzichtbare cellen bestond. De AIVD had grip op de situatie en slechts een enkeling wist vanuit deze cellen een jihadgang naar landen als Pakistan, Jemen, Somalië of Afghanistan te realiseren. Daarmee leek de dreiging van jihadisme een marginaal probleem te zijn.

Professionalisering

Die situatie veranderde vanaf 2010. De jihadistische beweging werd professioneler en hanteerde een nieuwe stijl van optreden. Geïnspireerd door de Belgische activistische groep Sharia4Belgium en het Britse Islam4UK verenigden geïsoleerde jihadistische netwerken in ons land zich in activistische groepen als Behind Bars, Sharia4Holland en Straat Dawah. In tegenstelling tot de traditionele salafistische circuits traden deze groepen uit de beslotenheid en verkondigden hun boodschap publiekelijk. Deze activistische groepen gaven op straat blijk van hun antidemocratische ideologie, riepen op tot invoering van de sharia en bekeerden mensen. Dit geheel wordt ook wel activistische da’wa (missie) genoemd. [3] Hierbij eigenden de activistische groepen zich een grote rol toe in het debat over de islam en de gepercipieerde oorlog tegen de islam. Ze ondersteunden hun verbale boodschap visueel, met als oogmerk dat hun kritiek en provocerende uitlatingen de media zouden moeten halen.[4]

Een pro-IS demonstratie in Den Haag, 2014. Foto ANP

Voortekenen

De jihadisten smeedden banden met internationale activistische groepen. Hun boodschap vond gehoor bij sympathisanten binnen de Nederlandse landsgrenzen. Deze ‘voortekenen’ voor de opleving werden onderschat, aldus hoogleraar terrorisme Edwin Bakker. Immers, ‘het zijn moslimactivisten en daar moet in een samenleving ruimte voor zijn’.[5] Achter de schermen wisten jihadistische personen binnen de wettelijke kaders van de Nederlandse democratie af te reizen naar jihadgebieden. Dit gaf ze toegang tot internationaal faciliterende netwerken. Deze netwerken werden versterkt door internet, waarop allerlei praktische informatie werd gedeeld over jihadreizen, aldus Bertholee. Ook op andere vlakken heeft het internet bijgedragen aan de opleving van het jihadisme, waarbij vooral het gebruik van sociale media substantiële invloed had. Waar het ‘jihadistisch internet’ voorheen gecentreerd was rondom webfora, zijn sociale media-kanalen dominanter geworden. Door intensief gebruik te maken van webfora, nieuwssites en sociale media als Facebook en Twitter wist de jihadistische beweging met steeds professioneler vormgegeven propaganda sympathisanten en meelopers voortdurend te beïnvloeden. ‘Gebruikers kunnen in relatief korte tijd een invloedrijke positie verwerven, ook als zij in het “echte” leven een weinig beduidende rol spelen’, aldus de AIVD.[6] Ook droeg een nieuwe, meer horizontale manier van communiceren bij aan het gemakkelijker organiseren van bijeenkomsten en mobiliseren van geestverwanten. De transformatie die de jihadistische beweging in Nederland vanaf 2010 had doorgemaakt, bleek bepalend in de opleving van het jihadisme in Nederland. [7]

Deze opleving van het jihadisme in Nederland werd gevoed door de oorlog in Syrië. Regionale bemoeienis in het conflict leidde al snel tot sektarisering en jihadisering, waarbij de oorlog steeds meer ‘geframed’ werd als jihadistisch strijdtoneel. De gebeurtenissen in Syrië en de opkomst en profilering van jihadistische strijdgroeperingen bleken een katalysator te worden voor een Nederlandse jihad. Zo begon eind 2012 de uittocht van de eerste doorgewinterde Nederlandse jihadisten naar het gebied. Al snel werd Jabhat al-Nusra, de vertegenwoordiging van Al-Qaida in Syrië, beschouwd als een groepering die het verschil kon maken. Ook de toenemende invloed van de voormalige Al-Qaida affiliate in Irak (op dat moment ‘Islamitische Staat in Irak en Syrië/de Levant’ genaamd) bleek de Nederlandse jihadisten niet te zijn ontgaan. Tussen 2012 en april 2015 reisden 190 Nederlandse jihadisten af naar het gebied waar de oorlog woedt, waarbij Irak in de loop der tijd aan populariteit won. Hiervan zou het grootste gedeelte zich hebben aangesloten bij de jihadistische strijdgroeperingen Jabhat al-Nusra en Islamitische Staat.[8] Van de 190 Nederlandse jihadgangers sneuvelden er inmiddels 30 en keerden er 35 terug.[9]

Ideologie van de mondiale jihadistische beweging

Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) maken de Nederlanders deel uit van het mondiaal jihadisme: ‘een wereldwijde gewelddadige ideologische beweging met sekte-achtige kenmerken’.[10] In het referentiekader van deze beweging lijden moslims wereldwijd onder de onderdrukking van tirannieke regimes die ondersteund worden door het Westen: ‘een wereldwijd front van islamafvallige leiders, verraders, sjiieten, Amerikanen, Joden en al hun bondgenoten’.[11] Eenieder die niet de ware religie aanhangt, wordt verklaard tot ongelovige, afvallige of ketter.

Sharia: goddelijke wetgeving

Het erkennen van westerse publieke systemen is een doodzonde voor jihadisten. Het enige erkende systeem is een goddelijke wetgeving in de vorm van de sharia. De sharia wordt hierbij beschouwd als de oplossing voor een permanente ‘staat van verwarring’ (yahili), die wordt veroorzaakt doordat niet goddelijke elementen interveniëren tussen het individu en god. De invoering van deze zuiver op (hun interpretatie van) de islam gebaseerde staatsinrichting, dient idealiter te worden gecombineerd met een islamitische heilstaat, een utopisch kalifaat.

Bron: US Department of Defense

Gewapende strijd als het enige middel

Jihadisten beschouwen de gewapende strijd als het enige middel om het kwaad te bestrijden en het kalifaat te realiseren, waarbij van medemoslims wordt verwacht dat zij de oemma (de islamitische geloofsgemeenschap) compromisloos verdedigen. De bereidheid tot geweld van de strijders van Allah staat in hoog aanzien bij jihadistische kringen. De opofferingsgezindheid en het behalen van het martelaarschap zouden talloze zegeningen met zich meebrengen.[12]

De aanzuigende werking van Syrië

Veel van de eerste Nederlandse jihadgangers werden in verband gebracht met de activistische groepen Sharia4Holland, Behind Bars en Straat Dawah en hadden al langer een vurig verlangen om hun individuele verplichting te voldoen om de islam te verdedigen.[13] Het uitblijven van internationaal ingrijpen in Syrië, het optreden van de alawietische regeringstroepen, maar vooral de continue stroom beelden van gruwelijkheden ‘bracht een golf van emotionele solidariteitsbetuigingen teweeg binnen het gehele spectrum van de internationale soennitische geestelijkheid (formele en informele geleerden). Deze riepen dan ook op tot massale mobilisatie om de Syrische geloofsgenoten te ondersteunen en het in Syrië begane onrecht te wreken’, aldus de NCTV.[14]

Het ontging de jihadisten niet dat de strijd in het gebied dat in de theologische geschriften onderdeel is van de Levant (As-Shaam) deel uitmaakt van de profetie van het einde der tijden, de apocalyps. Deze eindstrijd wordt door jihadisten gekoppeld aan het vestigen danwel verdedigen van de islamitische heilstaat, het zogenoemde kalifaat. Het sektarische karakter van dit conflict, waarbij vooral de eeuwenoude strijd tussen sjiieten en soennieten de boventoon voert, bekrachtigt de jihadisten in hun apocalyptische ideologie en het gevoel dat hun deelname en het behalen van het martelaarschap kan bijdragen aan hun lotsbestemming.[15] Ook bleek de jihad in Syrië laagdrempelig te zijn: het strijdgebied is dichtbij en gemakkelijk en goedkoop te bereiken. De omringende grenzen vormen tot op heden weinig belemmering voor jihadisten om het gebied binnen te komen.[16] De routes verschuiven overigens continu.[17] Vanuit Syrië onderhielden de pioniers via diverse kanalen contact met hun achterban in Nederland, waarbij real time updates en beeldmateriaal vanuit het strijdgebied - en de profilering hiervan op sociale media - de jihadistische retoriek en propaganda bekrachtigden. De strijders fungeren sindsdien als inspiratiebron. Hun oproep deel te nemen aan de strijd vindt gehoor onder de achterblijvers. Jihadisten met de ambitie om af te reizen worden hierbij vanuit Syrië gefaciliteerd.[18]  De eerste jihadreizen van de Nederlandse pioniers effenden daarmee het pad voor geestverwanten, sympathisanten en meelopers.

Uiteenlopende profielen

Van een algemeen profiel van ‘de jihadist’ en in het bijzonder ‘de Syriëganger’ is geen sprake. Syriëgangers variëren in leeftijd, opleidingsniveau en etnische afkomst. Hun thuissituatie is verschillend, evenals hun sociale- en economische achtergrond. De meerderheid van de Syriëgangers is man, maar ook vrouwen reizen uit. De leeftijdscategorie tussen de twintig en de dertig is het sterkst vertegenwoordigd, maar onder de ‘uitreizigers’ bevinden zich ook oudere en jongere jihadisten. De grootste concentratie jihadisten komt uit Den Haag, maar ook in veel andere steden in Nederland bevinden zich clusteringen van uitreizigers. Hun opleidingsniveau varieert van vmbo tot universitair en hun etnische afkomst varieert van onder meer Marokkaans, Somalisch, Antilliaans, Turks, Turks-Koerdisch, en Nederlands (bekeerlingen). Sommige jihadisten komen uit achterstandswijken en zijn werkloos;  anderen hebben een criminele achtergrond, maar er zijn ook Syriëgangers  met goede sociaal-economische kansen, die uit goede buurten komen en een baan hebben.

Ideologische motieven

De onderliggende factoren en beweegredenen om te kiezen voor de jihadistische ideologie en een jihadreis naar Syrië te maken zijn eveneens divers. Sommige personen doen er jaren over om zich volledig te conformeren aan het jihadisme; een proces dat het Westen als radicalisering beschouwt. Anderen personen hebben veel minder tijd nodig. De NCTV omschrijft het verschijnsel radicalisering als ‘een complex en dynamisch proces dat geen vaststaande oorzaken of uitkomsten heeft en waaraan, vanuit diverse wetenschappelijke disciplines, uiteenlopende betekenissen worden toegekend’.[19] Radicalisering blijkt beter begrepen te kunnen worden aan de hand van routes dan profielen, waarbij ook de route geen garantie tot extremisme is. [20] Zo wordt radicalisering ook wel beschreven als een veelvormig en gelaagd proces, waarbij factoren op micro- (individu), meso- (groep) en macroniveau (wijdere omgeving) een rol spelen.[21]

Een deel van deze factoren lijkt te maken te hebben met een al langer aanwezige voedingsbodem voor radicalisering in Nederland. Veel moslims in Nederland ervaren een spanning tussen de Nederlandse samenleving en de islam, waarbij volgens professor Maurits Berger de vraag wordt gesteld of moslims hier wel mogen zijn. Deze vraag  komt voort uit een wijdverspreide onvrede binnen de westerse moslimgemeenschap over de wijze waarop Nederland zijn identiteit beschouwt.[22]

Onbehagen in de samenleving

Een onbehagen dat mede is ontstaan uit een islamofobische dynamiek in het publieke debat dat sinds 9/11 in Nederland woedt, discriminatie in de directe omgeving van islamitische jongeren en een vermeende achtergestelde positie van moslims in de Nederlandse samenleving.  Bovendien hebben veel moslimjongeren het gevoel dat ze voortdurend ter verantwoording worden geroepen.[23] Het onbehagen uit zich in een gevoel van achtergesteld zijn, het gevoel slachtoffer te zijn van ‘islam bashing’,  en het gevoel als collectief onrechtvaardig te worden behandeld. De identificatie van persoonlijke met collectieve onrechtgevoelens is een bekend fenomeen in de geschiedenis van fanatici, zo beschrijft Bob de Graaff in zijn boek Op Weg naar Armageddon.[24] Dit gevoel van collectieve onrechtvaardigheid wordt versterkt door de situatie in Syrië. Veel moslims nemen het de internationale gemeenschap kwalijk dat het optreden van Assad onbeantwoord blijft, wat sterk bijdraagt aan de behoefte iets te doen voor de Syriërs. Zo ontstaat een transnationaal gevoel van verbondenheid. ‘Predikers’ spelen in op gevoelens van frustratie, waarbij de jihadistische ideologie verzet biedt tegen dit onrecht en wordt aangedragen als de oplossing.

Generatiekloof

Ook bemerkt de AIVD een identiteits- en emancipatiebehoefte bij tweede en derde generatie migrantenjongeren op, alsmede een generatiekloof tussen oudere, traditionele moslims en jongeren.[25] De vraag vanuit de Nederlandse gemeenschap of moslims hier wel mogen zijn, zoals Berger constateerde, tezamen met de vraag wat het dan betekent om als individu en als groep moslims deel uit te maken van een westerse samenleving, kan bij moslims leiden tot een soort mentale leegte en de behoefte aan persoonlijke zingeving, houvast en duidelijkheid. ‘Generatieconflicten, die vorm krijgen in het gevoel niet terecht te kunnen bij ouders of gevestigde moskeeën, kunnen jonge moslims op zoek doen gaan naar een eigen, onafhankelijke invulling van het geloof en gelijkgestemden bij wie men zich thuis voelt.’[26] Dergelijke factoren spelen een rol in de aantrekkingskracht van het jihadisme. De religieuze component van de jihadistische ideologie, het salafisme, biedt duidelijke regels en een houvast in een onzekere complexe westerse omgeving waarin islamitische jongeren zich veelal niet gerespecteerd en welkom voelen. De strikte leer kan uitkomst bieden in de vorm van identiteit en zingeving. Bovendien schept de ideologie het gevoel deel uit te maken van een groter geheel van gelijkgestemden: de oemma.

Respect en status

Naast de ideologisch gemotiveerde Syriëgangers zijn er ontvankelijke jongeren die zich op sleeptouw laten nemen. De voedingsbodem die deze jongeren ontvankelijk maakt voor het jihadistisch gedachtegoed bestaat uit een persoonlijke, sociale en contextuele factoren. Het kan bijvoorbeeld gaan om personen met traumatische ervaringen en psychische problemen. Voor anderen biedt het jihadisme en de jihadgang respect en status en een kans om iets van het leven te maken. Ook kan jihadgang voor bijvoorbeeld criminelen een kans zijn om hun zonden goed te maken.[27] ‘Maar er zijn ook jihadgangers zonder deze achtergronden, met een opleiding, goede sociaal-economische kansen, die gevoed worden door morele verontwaardiging, politiek engagement of religieuze bevlogenheid. Bij sommigen gaat het om meedoen met vrienden of speelt de zucht naar avontuur’, aldus de AIVD.[28] Kortom, het gaat om een verzameling van push- en pull-factoren.

De opkomst van IS en het kalifaat

Met de opkomst van IS is de opstand tegen het regime van Assad steeds meer op de achtergrond geraakt. Sinds het uitroepen van het kalifaat op 29 juni 2014 zijn er extra stimuli ontstaan om af te reizen naar Syrië. De uitgeroepen heilstaat biedt sympathisanten van het utopisch jihadisme volgens professor Berger namelijk een heus thuisland: ‘een land waar je eindelijk jezelf kunt zijn, en onder elkaar kunt zijn, vrij van vernedering en van discriminatie. Een land ook, waar je een nieuw leven kunt beginnen – en hier krijgt het begrip hijra (emigratie naar een islamitisch land) opeens zo een bijzondere invulling’.[29] Het is dan ook niet verrassend dat er zich onder de uitreizigers hele families bevinden. Verscherpte veiligheidsmaatregelen en de angst op arrestaties in radicale kringen versterken het verlangen naar emigratie.[30] De reeds in Nederland aanwezige verheerlijking van de jihad  op internet en in publieke ruimtes,[31] waarbij bedreigingen aan de vijanden van de islam, openlijke steunbetuiging aan Mohammed Bouyeri en vergoelijking van lijfstraffen als kruisiging en onthoofding niet werden geschuwd, is professioneler en krachtiger geworden met de opkomst van IS en het uitroepen van het kalifaat. Zo circuleerde er al met romantiek omgeven propaganda van martelaren en ‘heroïsche strijders tegen het kwaad’, versterkt met beelden van brandhaarden die emotioneel gevoelig liggen en strijdliederen (anasheed).[32] Maar IS (en ook Al-Qaida) hebben volgens historicus en terrorismedeskundige Beatrice de Graaf de kracht van het zogeheten ‘strategisch narratief’ ontdekt en verfijnd,[33] waarbij sociale-mediastrategieën worden ingezet om het gewenste effect te sorteren. Dit narratief speelt in op de wereldwijde boodschap van verzet en onderdrukking, waarbij een vermeende onrechtvaardige oorlog tegen de islam centraal staat en waarmee een groeiende groep jonge moslims zich vereenzelvigt.[34] Daarmee trekt de opkomst van IS overal in de wereld sympathisanten aan; een nieuwe generatie jihadisten.

Radicalisering

De verschillende achtergronden van de Syriëgangers, de verschillende oorzaken voor ontvankelijkheid en de diversiteit aan behoeften waarin de jihadistische ideologie kan voorzien, wijzen uit dat profiling (het maken van een ‘profiel’ van Syriëgangers) weinig toegevoegde waarde heeft. De radicalisering van deze ontvankelijke personen, gebeurt niet van de ene op de andere dag. Veel hangt af van sociale connecties en welke personen een ontvankelijk persoon tegenkomt. Peer-to-peer beïnvloeding binnen een groep speelt hierin een belangrijke rol. De transformatie van de jihadistische beweging maakt het buitengewoon gemakkelijk om in contact te komen met geestverwanten. Waar gevestigde salafistische instituties en moskeeën voorheen fungeerden als drempel en alternatief voor jihadistische denkbeelden, vindt de jihadistische boodschap buiten deze gevestigde kanalen momenteel gehoor onder ontvankelijke jongeren. Volgens het International Centre for the Study of Radicalisation and Political Violence (ICSR) verklaren deze peer groups and kinships ook de clusteringen van vertrekkers.[35]  

Jihadisering treedt vaak pas in een latere fase op, waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen het individu en het collectief. De aanvankelijk flinterdunne kennis van religie wordt volgens de NCTV door jihadisten ondervangen door een ‘shortcut’: ‘voor hen is religieuze ijver, in de vorm van de bereidheid van het individu om te strijden (en te sterven) voor de islam, van veel grotere waarde dan het bezitten van religieuze kennis’.[36] In besloten kringen zet radicalisering door, waarbij de heilige strijd en de utopische heilsleer tot de verbeelding gaat spreken: ’iets waarvan je denkt dat het eindelijk zin geeft aan jouw verdere zinloze bestaan, iets waarvoor je bereid bent je leven te geven’, aldus Berger.[37] Vasthoudende aan de jihadistische utopie voelen jihadiserende jongeren de plicht om te strijden tegen wat zij beschouwen als de belichaming van de duivelse vijand.

Dreiging

De opleving van het jihadisme in Nederland, met de daarmee gepaard gaande scherpe toename van jihadgang, radicaliseringstendensen en sympathie voor de jihadistische ideologie baart de veiligheidsdiensten zorgen. Zo vormen de Syriëgangers de voornaamste reden voor de verhoging van het dreigingsniveau. Ervan uitgaande dat deze Syriëgangers (of jihadgangers) zich voegen bij de gewapende strijd, is deze beweging van foreign fighters overigens geen nieuw verschijnsel. Zo beschrijft David Malet de parallellen tussen de mobilisaties van buitenlandse strijders gedurende de Texaanse Revolutie in 1835, de Spaanse burgeroorlog in de jaren 1930, de Israëlische oorlogen in 1967 en 1973 en de transnationale jihadistische foreign fighter- beweging.[38] Ook kent de Nederlandse geschiedenis meerdere voorbeelden van foreign fighters, die Beatrice de Graaf tijdens de Anton de Kom-lezing over buitenlandse strijders definieerde als ‘Nederlanders in vreemde krijgsdienst, die participeren in niet officieel gesanctioneerde operaties of deelnemen aan gewapende of terroristische conflicten waar Nederland officieel geen enkel aandeel in heeft’.

Houvast bieden

Voorbeelden hiervan zijn de Spanjegangers en de Zoeaven. De ideologie van de Syriëganger wijkt volgens De Graaf niet veel af van die van een Zoeaaf of Spanjeganger. Ze verschilt van inhoud, maar vervult eenzelfde functie: richting en houvast bieden en een welkome legitimiteit aan de strijd verlenen. Hierbij komen de zucht naar avontuur, de voldoening van gedeeld kameraadschap, het verlangen en gevoelde geluk om aan iets hogers mee te mogen werken en als martelaar voor de goede zaak te sterven overeen, aldus de Graaf.[39] Thomas Hegghammer richt zich op de historie van de islamitische foreign fighter beweging. Hij maakt onderscheid tussen strijders die zich mengen in een conflict (waar er veel meer van zijn)  - zoals de moedjahedien in Afghanistan - en personen die zich aansluiten bij een (vanuit westers oogpunt) terroristische organisatie zoals Al-Qaida, waarbij het treffen van the far enemy (het Westen en zijn bondgenoten) een veel centraler deel uitmaakt van de ideologie.[40]

Bespreking van maatregelen tegen de terreur in Syrië in VN-verband, 2014. Foto VN, L. Felipe

De oorlog in Syrië heeft ruimte gegeven aan groeperingen met een terroristisch oogmerk - Jabhat al-Nusra en IS zijn immers door de Verenigde Naties op de terrorismelijst gezet[41] - om zich te ontplooien. Dergelijke groeperingen geven publiekelijk blijk van hun ideologie, waarvan de val van het regime van Assad alleen deel uitmaakt. De strijd tegen de (in hun ogen) vijanden van de islam en het creëren van de ultieme islamitische heilstaat maakt net zo goed deel uit van hun ideologie. Hierbij hangt Jabhat al-Nusra meer de ‘traditionele’ ideologie van Al-Qaida aan, terwijl IS meer de nadruk legt op het daadwerkelijk beheersen en besturen van grondgebied in de vorm van een islamitische staat (kalifaat).

Heilsverwachting: geen nieuw fenomeen

Hierbij wordt eenieder die in de weg staat en zich niet conformeert aan hun ideologie gedehumaniseerd en geëxecuteerd. De heilsverwachting van de jihadisten is hierbij geen nieuw fenomeen. Volgens Bob de Graaff zijn heilsverwachtingen van alle tijden en alle geloven: ‘Het patroon is vrijwel altijd hetzelfde: er is sprake van onrecht en er wordt een horizon geschetst waarin dat onrecht ten einde komt’.[42] Onderdeel zijn van een groep met een dergelijke ideologie kan leiden tot ‘doorradicalisering’. Volgens De Graaff ontwikkelt een echt dichtgetimmerd jihadistisch wereldbeeld zich bij de meeste Syriëgangers dan ook pas na aankomst in Syrië of Irak: ‘Helemaal teruggeworpen op de eigen kameraden, en gedrild in trainingskampen, wordt het steeds logischer om de bijdrage aan de heilige strijd alleen nog te gaan zien in termen van terroristisch geweld’. Hierbij wordt het referentiekader van een gewelddadige organisatie of groep rebellen bepalend voor het individuele referentiekader. ‘Once trapped in the group, it is easy to get trapped in the narrative’, aldus extremisme-expert Richard Barret.[43] Omdat veel Nederlandse strijders volgens Bertholee vooraan staan in extremistische geweldpleging in het strijdgebied, ziet de AIVD eventuele terugkeerders als een bedreiging. De AIVD houdt er rekening mee dat terugkeerders ideologisch gehard en geradicaliseerd zijn of dat ze worstelen met een oorlogstrauma. De betrokkenheid van Nederlandse jihadisten bij executies en zelfmoordaanslagen toont hun bereidheid tot geweld.

Grensoverschrijdend

De aanslag van de teruggekeerde Franse jihadist Mehdi Nemmouche, in mei 2014, op een joods museum in Brussel toont aan dat de dreiging grensoverschrijdend is, waarbij een dreiging voor Nederlandse belangen dus niet alleen uitgaat van Nederlandse terugkeerders.   De schatting van het aantal jihadistische foreign fighters dat uit Europa afkomstig is, varieert van zo’n drie- tot zesduizend - een zorgwekkend aantal.[44] Driehonderd Europeanen zouden inmiddels teruggekeerd zijn.[45] Daarnaast benadrukt de NCTV dat terugkeerders niet alleen zelfstandig tot een terreurdaad kunnen komen, maar ook in opdracht van een extremistische groep als IS kunnen werken. Ook bestaat de kans dat jihadistische eenlingen en sympathisanten in het Westen over kunnen gaan tot geweld zonder ooit in een jihadistisch conflictgebied te zijn geweest. Met de nieuwe, meer horizontale structuur van de Nederlandse jihadistische beweging waarin peer-to-peer beïnvloeding en groepsdynamiek een grote rol spelen, kunnen terugkeerders radicalisering bij sympathisanten ontketenen, aldus Bertholee. ’De jonge jihadisten die nu in Syrië actief zijn, zijn de toekomstige veteranen die een nieuwe generatie van leiders van het jihadisme in Europa kunnen vormen’, aldus de AIVD. De situatie lijkt daarmee een vicieuze cirkel te zijn, waarbij de opleving van het jihadisme leidt tot meer Syriëgangers en waarbij meer Syriëgangers vervolgens weer een katalyserend effect hebben op de groei van het jihadisme. Ook het tegenhouden van jihadisten met de ambitie tot uitreis kan leiden tot frustratie, culminerend in geweld. Aanslagen in Frankrijk en Canada, diverse arrestaties van terrorismeverdachten in Europa en verijdelde aanslagen in Australië, België, Spanje en de VS tonen de dreiging aan.

Reputatiestrijd met Al-Qaida

Het succes en de dominantie van IS heeft een strijd ontketend met Al-Qaida (en de Syrische vertegenwoordiger Jabhat al-Nusra), waarbij gewedijverd wordt om reputatie en aanzien. De strijd tussen beide groeperingen kan volgens de AIVD zeer wel gepaard gaan met een verhoogde dreiging ten aanzien van aanslagen in het westen. Al-Qaida zou dergelijke aanslagen in haar voordeel kunnen gebruiken om reputatie en aanzien te herstellen. Hierbij dient in ogenschouw te worden genomen dat de aanslag op Charlie Hebdo is opgeëist door Al-Qaida en dat de dader sympathiseerde met de groepering. De kans dat soortgelijke gevallen zich in Nederland voordoen lijkt groter sinds de deelname van Nederland aan de militaire operatie in Irak. De militaire inspanningen van de coalitie voeden en bekrachtigen de reputatie en aantrekkingskracht van IS onder jihadisten, alsmede de retoriek van jihadistische strijdgroeperingen. Groeperingen en diverse (invloedrijke) jihadisten, zoals IS-woordvoerder al Adnani en Jabhat al-Nusra leider al Julani, hebben opgeroepen tot aanslagen in het westen, waarbij Nederlandse jihadisten in het bijzonder dreigementen hebben geuit richting de Nederlandse overheid. Hierbij zou de Nederlandse samenleving in haar geheel een legitiem doelwit zijn, maar ook specifieke bevolkingsgroepen, zoals sjiieten, niet-jihadistische soennitische moslims, alevieten en joden. De oproep heeft geresulteerd in een serie van jihadistisch geïnspireerde incidenten in het Westen, waarbij ook militairen een doelwit vormden, zoals in Canada en bij de verijdelde aanslag op de militaire basis Fort Riley in de VS.[46] Dichter bij de Nederlandse landgrenzen bevestigen de aanslagen in Parijs, waarbij een politieagent doelwit was, een verijdeld plot in het Belgische Verviers en een recentelijk opgerolde Marokkaans-Nederlandse terreurcel met de intentie om in Nederland een aanslag op militairen of politieagenten te plegen, het risico dat veiligheidsfunctionarissen lopen.[47]

Conclusies: een reflectie op de Syriëgang

Waar radicalisering en jihadisering van moslims in Nederland enkele jaren geleden nog werd beschouwd als marginaal probleem, worstelt de Nederlandse overheid momenteel met een goede aanpak voor de scherpe toename van het fenomeen. Zoals beschreven heeft het jihadisme in Nederland in enkele jaren tijd een drastisch veranderingsproces doorgemaakt en een veel sterkere dynamiek gecreëerd dan enkele jaren geleden.[48] De gedaanteverwisseling van de jihadistische beweging, die de publiciteit opzocht en een assertievere houding aannam, werd aanvankelijk beschouwd als ongevaarlijk activisme, waarbij het invoeren van de sharia in West-Europese landen maatschappelijk werd beschouwd als niet realistisch. Dit waren echter voortekenen voor de jihadistische opleving en staat dit momenteel in schril contrast met de huidige maatschappelijke onrust en de verhoogde waakzaamheid ten aanzien van het jihadisme. Zo zijn meerdere Nederlandse jihadisten met de ambitie tot uitreis inmiddels veroordeeld wegens het voorbereiden van moord en is Sharia4Belgium door de Antwerpse rechtbank in het naar verluidt grootste terrorismeproces dat België gekend heeft, bestempeld tot een terroristische organisatie.

Het blijkt onmogelijk om in te schatten welke individuen potentiële Syriëgangers zijn: een unieke combinatie van factoren die leidt tot radicalisering of een bepaald profiel van personen die zich conformeren aan het jihadistisch wereldbeeld, is er niet. De achterliggende factoren die een rol spelen bij de opleving van het jihadisme en de scherpe toename van jihadgang naar Syrië en Irak zijn zeer divers. Zo speelt een wijdverspreide onvrede onder moslims over hun positie in de Nederlandse samenleving een rol, alsmede het wegvallen van het salafisme als drempel voor jihadisme en de hernieuwde activistische wijze van optreden op internet en in de publieke ruimte[49] van radicale personen en groepen het jihadisme in Nederland. Daarnaast spelen andere factoren een rol, waaronder groepsdynamiek en peer-to-peer beïnvloeding binnen groepen, alsmede het gebruik van sociale media. Ook is duidelijk geworden dat de jihadistische opleving in Nederland niet los kan worden gezien van internationale ontwikkelingen als sektarische en etnische spanningen in het Midden-Oosten, de situatie in Syrië, het gemak waarmee het strijdtoneel bereikbaar is en de opkomst en het narratief van IS (met als hoogtepunt het uitroepen van het kalifaat).

Het veelzijdige karakter van de Syriëgang (er zijn immers meerdere profielen, motieven, groeperingen waarbij aangesloten wordt en overkoepelende ideologische onderbouwingen) impliceert dat niet iedere Syriëganger terug zal keren en dat niet iedere terugkeerder een bedreiging zal zijn. De factoren van belang hebben een dynamisch karakter, waarbij zich steeds weer nieuw impulsen voordoen die de opleving van het jihadisme stimuleren. Zoals de NCTV aangeeft en eerdere gebeurtenissen aantonen, kan de dreiging in korte tijd toenemen onder invloed van actualiteiten, zoals gebeurtenissen in het strijdgebied, maatregelen, (gepercipieerde) verharding van het publieke debat of incidenten tegen moslims.[50] Kortom, achter de opleving van het jihadisme gaat een complex en dynamisch geheel van factoren op allerlei niveaus schuil, waarbij de (Nederlandse) jihadistische beweging heeft aangetoond over aanpassingsvermogen te beschikken. De assertiviteit en hernieuwde strategieën waarmee de jihadistische beweging overheidsoptreden omzeilt, continu wisselende reisroutes naar het strijdgebied en het effectief gebruik maken van internet en sociale media zijn hier slechts voorbeelden van. Vooralsnog blijft de stroom van foreign fighters richting Syrië en Irak, waar IS grote kracht aan ontleent en afhankelijk van is, onverminderd doorgaan. Niet alleen voedt deze stroom de gelederen van jihadistische strijdgroepering Jabhat al-Nusra en IS, ook vergroot het de kans op terugkeerders en daarmee de kans op aanslagen.

De dynamiek vereist een continue inspanning van veiligheidsdiensten en inlichtingenpersoneel in binnen- en buitenland om de dreiging van hernieuwde situaties te monitoren, analyseren en duiden. Zo kan de openlijke profilering van jihadisten op internet en sociale media inlichtingenpersoneel waardevolle informatie bieden als input voor een inlichtingenanalyse. Hierbij dient echter in ogenschouw te worden genomen dat veiligheidsbewuste Syriëgangers weinig openlijke ruchtbaarheid aan hun eventuele vijandige intenties ten aanzien van Nederlandse (militaire) belangen. In het licht van (internationale) incidenten blijkt het des te meer van belang dat militairen operational security in ogenschouw nemen, zoals bijvoorbeeld bij het reizen in uniform en het gebruik van sociale media.

[1] Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 32’, Den Haag, maart 2013.

[2] R. Bertholee, ‘Jihadism on the Rise in Europe: The Dutch Perspective’, The Washington Institute (2014).

[3] M. de Koning, I. Roex, C. Becker, P. Aarns, Eilanden in een Zee van Ongeloof. Het verzet van activistische da’wa-netwerken in België, Nederland en Duitsland, Instituut voor Migratie en Etnische Studies, Universiteit van Amsterdam (2014).

[4] Idem.

[5] ‘Je eet niet uit onze ruif als je in Syrië aan het vechten bent’, NRC Handelsblad, 4 oktober 2014.

[6] ‘Transformatie van het jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht’, Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst, juni 2014.

[7] Idem.

[8] NCTV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37’, Den Haag, oktober 2014.

[9] NCTV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 38’, Den Haag, april 2015.

[10] NCTV, ‘Het mondiaal jihadisme. Een fenomeenanalyse en een reflectie op radicalisering’, Den Haag, november 2014.

[11] NCTV, ‘Lokale aanpak radicalisering en jihadgang’, in: Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing 11 (2013) (4) 16-17.

[12] NCTV, Het mondiaal jihadisme. ‘Een fenomeenanalyse en een reflectie op radicalisering’, Den Haag (november 2014).

[13] Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst, ‘Transformatie van het jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht’, juni 2014.

[14] NCTV, ‘Het mondiaal jihadisme. Een fenomeenanalyse en een reflectie op radicalisering’, Den Haag (november 2014).

[15] B. de Graaff, ‘Derde Wereldoorlog of Apocalyps in Syrië. De Grote slachting’, in: De Groene Amsterdammer 137 (2013) (49).

[16] T. Hegghammer, ‘Syria’s Foreign Fighters’, Foreignpolicy.com (2013).

[17] NPO Radio 1. ‘Strijd tegen IS: Nederland zette 350 keer wapens in’, april 2015.

[18] International Centre for the Study of Radicalisation and Political Violence, ‘ICSR Insight: Who inspires the Syrian foreign fighters?’, april 2014.

[19] NCTV, ‘Het mondiaal jihadisme. Een fenomeenanalyse en een reflectie op radicalisering’. Den Haag (november 2014)

[20] C. McCauley & S. Moskalenko. ‘Mechanisms of Political Radicalization: Pathways

Toward Terrorism’, in Terrorism and Political Violence 20 (2008) (3) 415-433.

[21] B. de Graaf, ‘Ken de terrorist. Feiten en theorieën over de Nederlandse Syriëgangers’,

Ongepubliceerd manuscript, voorgedragen als lezing, Amsterdam, 5 maart 2014.

[22] M. Berger, ‘Don Quichot en het Kalifaat’, in: de Moslimkrant (2014).

[23] M. de Koning en J. Kostense. ‘Oh oh Aleppo’, in: De groene Amsterdammer (2014).

[24] B. de Graaff. Op weg naar Armageddon. De evolutie van fanatisme. Amsterdam: Boom uitgeverij, 2012.

[25] AIVD, Transformatie van het jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht, juni 2014.

[26] NCTV, ‘Het mondiaal jihadisme. Een fenomeenanalyse en een reflectie op radicalisering’. Den Haag, november 2014.

[27] M. Özturk & I. Poelemans, ‘Westen overdrijft dreiging IS’, in: Zaman Vandaag, 12 september 2014.

[28] AIVD, ‘Transformatie van het jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht’, juni 2014.

[29] M. Berger, ‘Don Quichot en het Kalifaat’, in: de Moslimkrant, 2014.

[30] ‘Radicale moslims uit Den Haag ontvluchten Nederland’, in: Algemeen Dagblad, 19 januari 2015.

[31] NCTV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 34’, Den Haag, november 2013. Hierbij gaat het voornamelijk om Den Haag. De NCTV (DTN34) beschrijft dit als volgt: ‘Voorbeelden hiervan in de openbare ruimte zijn de bijeenkomsten op sportvelden waarbij jihadvlaggen worden vertoond. Dat de jongeren op een openbare plek bijeenkomen om onder meer blijk te geven van hun extremistische gedachtegoed kan opgevat worden als een illustratie van zelfbewustzijn en strijdbaarheid’.

[32] P. Grol. & D. Weggemans. & E. Bakker, ‘De leefwereld en denkbeelden van Nederlandse en Belgische Syriëgangers: een analyse van elf Facebook accounts’, in: De Internationale Spectator, 2014.

[33] B. de Graaf, ‘Weapons of mass narration’, in: NRC Handelsblad 2015.

[34] B. de Graaf, ‘De vlam van het verzet. Nederlandse strijders in het buitenland, vroeger en nu’. Anton de Kom-lezing, 2014.

[35] Business Insider, ‘ISIS is Recruiting European Fighters With Peer Pressure More Than Propaganda’, 19 januari 2015.

[36] NCTV, ‘Het mondiaal jihadisme. Een fenomeenanalyse en een reflectie op radicalisering’. Den Haag, november 2014.

[37] M. Berger, ‘Don Quichot en het Kalifaat’. In: de Moslimkrant (29-10-2014). 

[38] D. Malet, ‘Foreign Fighters: Transnational Identity in Civil Conflicts’, Oxford 2013.

[39] B. de Graaf, ‘De vlam van het verzet. Nederlandse strijders in het buitenland, vroeger en nu’. Anton de Kom-lezing, 2014.

[40] T. Hegghammer, ‘The Rise of Muslim Forein Fighters. Islam and the Globalization of Jihad’, in: International Security 35 (2010) (3) 53-94.

[41] B. de Graaf, ‘De vlam van het verzet. Nederlandse strijders in het buitenland, vroeger en nu’. Anton de Kom-lezing, 2014.

[42] B. de Graaff, ‘Irakese terroristen bombarderen, helpt dat?’, in: De Correspondent, 14 augustus 2014.

[43] R. Barret, ‘Foreign Fighters in Syria’. The Soufan Group, 2014.

[44] ‘More than 6,000 European jihadists in Syria: EU official’, in: The Daily Star (2015).

[45] NCTV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37’, Den Haag, oktober 2014;

[46] R. Bertholee, ‘Jihadism on the Rise in Europe: The Dutch Perspective’, The Washington Institute, 2014; NCTV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37’, Den Haag, oktober 2014; AIVD, ‘Transformatie van het jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht’, juni 2014.

[47] NCTBV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 38’, april 2015; NOS, ‘Terreurcel in Marokko met link naar Nederland opgerold’, april 2015.

[48] AIVD, ‘Transformatie van het jihadisme in Nederland. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht’, juni 2014.

[49] NCTV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 34’, Den Haag, november 2013.

[50] NCTV, ‘Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 38’, april 2015.

Over de auteur(s)