Tot de dag voordat een NAVO-interventie een einde maakte aan het bewind van kolonel Gaddafi, was hij nog onze graaggeziene bondgenoot in de strijd tegen illegale migranten. Europa moest zich beschermen tegen de ‘miljoenen hongerige en analfabete Afrikanen die klaarstaan om door de Libische poorten naar Europa te ontsnappen,’ zoals Gaddafi dat zo mooi wist te zeggen. Het was realpolitik om daartoe een verbond te sluiten met ‘de dolle hond van het Midden-Oosten’, zoals president Reagan Gaddafi al noemde. Eind 2009 bracht Gaddafi een grotesk staatsbezoek aan Italië. Hij zette zijn woestijntent op in de tuin van de Libische ambassade in Rome en droeg een uitzendbureau op om hem 200 aantrekkelijke, goedgeklede vrouwen jonger dan 35 jaar en langer dan 1,70 meter te bezorgen. De dames dachten te worden ingehuurd voor een vleugje glamour aan een galadiner. In plaats daarvan kregen ze een twee uur durende lezing van Gaddafi voor hun kiezen over bekering tot de islam. ‘We kregen niet eens een snackje,’ klaagde een van de jongedames achteraf.

Na de lezing bezegelde Gaddafi een overeenkomst over migranten. In ruil voor cash beloofde hij de medewerking van de Libische marine aan het onderscheppen en terugslepen van migrantenbootjes die op weg waren naar Italië.

Een jaar later, in februari 2011, begon in Libië de opstand tegen Gaddafi. Hij dreigde uit wraak Benghazi te vernietigen. De Britse premier David Cameron organiseerde NAVO-ingrijpen, ‘om een tweede Srebrenica te voorkomen.’ Cameron was 28 toen Srebrenica gebeurde, en geen politicus van de ‘Generatie Klap de Ophaalbrug Maar Omhoog’ die het toen voor het zeggen had, sprak hij in de VN-Veiligheidsraad. Van onze bondgenoot in de strijd tegen migranten werd Gaddafi weer de ‘dolle hond’ die het verdiende te worden verjaagd. Camerons NAVO-coalitie zette de aanval in. Op de achtergrond deed Nederland mee met F-16’s.

Op 20 oktober 2011 werd Gaddafi’s voertuig door een NAVO-drone uitgeschakeld. Gaddafi overleefde, maar op YouTube is te zien hoe hij korte tijd later alsnog aan zijn einde kwam: opstandelingen bewerkten hem anaal met een mes en lynchten hem. Het was een oorlogsmisdaad, maar een begrijpelijke, oordeelde de internationale gemeenschap. Net zo min deed de internationele gemeenschap moeilijk over de rapporten van Human Rights Watch en Amnesty International, over massagraven, executies, martelingen en verdwijningen, van zowel Libische burgers als Afrikaanse migranten. Precies de misdaden waarvoor Gaddafi had moeten boeten. Het aantal doden sinds het NAVO-ingrijpen wordt door de VN geschat op 10.000 tot 50.000.

Na Gaddafi’s dood gingen Cameron en de NAVO naar huis. Libië bleef achter, politiek en economisch ineengestort, met oorlog tussen milities en stammen, een humanitaire- en een migratiecrisis, grootschalige mensenrechtenschendingen, de verspreiding van wapens van het regime van Gaddafi door de hele regio en de opmars van IS in Noord-Afrika.

In maart 2016 keek de Amerikaanse president Obama in een interview terug op de resultaten. Hij legde de verantwoordelijkheid voor de ‘shit show’ (zo noemde Obama het privé) bij Cameron en de Europese bondgenoten. ‘We hadden een VN-mandaat, we hadden een coalitie en het kostte maar 1 miljard dollar, wat goedkoop is voor een militaire interventie,’ zei Obama. Maar na de val van Gaddafi had Cameron zijn interesse verloren. De NAVO keek, ‘zoals altijd’, zei Obama, naar de VS om Libië op te bouwen en de rebellen te ontwapenen. Deze keer weigerde de VS.

Libië werd een Somalië aan de Middellandse Zee. Voor de hervatting van de strijd tegen illegale migranten moest de EU kiezen uit drie Libische regeringen die elkaar de tent uitvechten. Eén krijgt nu de cash die de EU destijds aan Gaddafi beloofde: de rebellengroep die de marineschepen in handen heeft waarmee migrantenboten kunnen worden onderschept. Die is de EU nu aan het trainen en uitrusten. Onderschepte migranten zullen worden ‘opgevangen’ in detentiecentra die door het hoofd van de VN-missie in Libië, Martin Kobler, werden omschreven als ‘horrific’. De bondgenoot eventueel ter verantwoording roepen kan niet, want het Libische juridische systeem is ingestort.

Het regime veranderde, de aard ervan niet. Europa veranderde ook niet. Het is zoals VVD-fractievoorzitter Zijlstra het in een interview met de Volkskrant beschreef: geen opgeheven vingertje meer. ‘In plaats van dat je zegt: u handelt niet volgens onze standaard, dus we vinden u slecht, moet je toch veel meer de coöperatie zoeken met regimes, omdat het in ons veiligheidsbelang is.’ Hij noemt dat ‘realistisch buitenlandbeleid’. Realpolitik, ook met dolle honden.

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.