Hurricane is een Caribisch woord. Het komt van Hurakán, een god van de Arawak-indianen. In andere oude Caribische culturen zijn er woorden die ongeveer hetzelfde klinken en altijd verwijzen naar demonische krachten en boze geesten. Caribische kronieken zitten vol fantastische verhalen over hurakáns, hoe het bloed regende en kikkers en groenten en fruit.

Orkanen veranderen tropische paradijsjes tijdelijk in Europese novemberlandschappen: kaal, druilerig en grijs. Ze zijn onvoorspelbaar. Er was bijvoorbeeld de beroemde loop hurricane in 1910. Die raasde over Cuba heen, tot voorbij de noordpunt, draaide om en raasde wéér over Cuba heen. En hoewel het orkaanseizoen officieel loopt van augustus tot en met oktober, slaan ze ook toe in maart en april.

Orkanen klinken als een langgerekte schreeuw. Ze zuigen ramen uit gebouwen, blazen daken weg, tillen boten en auto’s op en kwakken ze weer neer en rukken bomen uit de grond. Ze komen elk jaar terug en maken deel uit van de Caribische kunst en cultuur. Niemand in de Cariben die niet de hit kent van de Jamaïcaanse zanger Lloyd Lovindeer over hurricane Gilbert, een Categorie 5’er in 1988: ‘Me roof migrate without a visa’ is nog steeds een clublied van Jamaïcanen die hopen ooit Amerika of Groot-Brittannië te bereiken.

Hurricanes blazen om de paar jaar Caribische handelsbalansen omver. Oogsten bestemd voor de export worden vernietigd, boomgaarden en plantages verdwijnen in de golven. Na een orkaan is er altijd voor korte tijd veel geld in omloop, want er komt internationale hulp, de verzekering keert uit en journalisten, hulpverleners en aannemers die op de ramp afkomen, moeten allemaal slapen, eten en een huurauto. Voor sommige eilanden zijn die kortdurende geldinjecties belangrijker dan langetermijndeals met het IMF.

Deel van goed politiek leiderschap in de Cariben is de orkaanschade zo hoog mogelijk inschatten. Na Gilbert beweerde de Jamaïcaanse regering op tv dat er meer huizen vernietigd waren dan er mensen op het eiland woonden. Premier Seaga haalde met zijn betoog een half miljard dollar op in de VS en kwam thuis als een held. Maar dan, als de hulpfondsen binnen zijn, moet je als politiek leider het narratief zo snel mogelijk veranderen in: de schade valt mee, alles zal gerepareerd zijn voordat het toeristenseizoen begint. Ook Seaga op Jamaïca herzag zijn overdreven claims in de pers en verweet de media vervolgens dat die altijd zo overdreven.

Hurricanes hebben de Caribische geschiedenis geschreven. Na hurricane Hazel, de dodelijkste en duurste van het seizoen 1954, stak de Haïtiaanse president Paul Magloire een deel van het internationale hulpgeld in eigen zak. Een opstand brak uit, verkiezingen werden verloren en de heerschappij van Papa Doc en Baby Doc Duvalier begon. Die zou 29 jaar duren.

Dat Puerto Rico door de VS kon worden ingelijfd was te danken aan hurricane San Ciriaco in 1899. Het Amerikaanse leger was nauwelijks binnengevallen, of de orkaan vernietigde het eiland. De VS bouwde het weer op en hield de bevolking in leven met voedselhulp. De afhankelijkheid is nooit meer opgehouden.

Voor onafhankelijkheidsbewegingen zijn orkanen sowieso fataal. Op de Amerikaanse Maagdeneilanden zou een referendum plaatsvinden over zelfbestuur, maar hurricane Hugo kwam. Plunderingen volgden, waarop 1100 Amerikaanse militairen binnenmarcheerden. Nadat de orde was hersteld, smeekten winkeliers en zakenlieden de U.S. Army om te blijven. Het referendum werd uitgesteld en ten slotte afgeblazen. En in Guadeloupe werd de onafhankelijkheidsbeweging in de kiem gesmoord, toen na hurricane David in 1997 vluchtelingen uit het totaal vernietigde Dominica naar Guadeloupe overstaken, berooid, miserabel en in de war. ‘Twee jaar na hun onafhankelijkheid en kijk hoe de Dominicanen eraan toe zijn’, zeiden politici in Guadeloupe. Weg afscheidingsambities.

Op een site voor bezoekers aan Sint-Maarten wordt herinnerd aan hurricane Luis in 1995. De wind was nog niet eens helemaal gaan liggen, de bevolking zat nog na te trillen tussen wat over was van hun muren, toen militaire vliegtuigen uit Nederland al hulp kwamen brengen.

Het komt weer goed op Sint-Maarten. ‘We verwelkomen vakantiegangers, maar nu even niet’, staat op de site.

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.