Geachte Excellenties-in-spe,

De kiezer heeft gestemd, de kaarten zijn geschud. We nemen als redactie vast een voorschot op de formatie en leggen u – mede namens onze defensiecollega’s – ons boodschappenlijstje voor. Dit geeft u houvast naast de tienstallen formatie-fiches die u als aspirant-bewindslieden overstelpen. Niet dat die onzin bevatten, maar wij zochten hoofdlijnen. We noemen allereerst een paar randvoorwaarden en vervolgens formuleren we wensen voor de mentale, conceptuele en de fysieke component van militair vermogen.

Randvoorwaarden

Primair – voordat de krijgsmacht leegloopt – moet het vertrouwen in de defensieleiding hersteld worden. Boter bij de vis is hier leidend. Oftewel: als personeel écht het belangrijkste kapitaal is, zoals uw voorgangers en militaire top steevast beweren, dan verdient defensiepersoneel fatsoenlijke en serieuze arbeidsvoorwaarden. Dat is óók nodig om het beeld weg te nemen dat Defensie een onbetrouwbare en onaantrekkelijk werkgever is, waar ontwikkelingen stagneren. En om te voorkomen dat nog meer militairen uitstromen naar een aantrekkende arbeidsmarkt en werving verder terugloopt, zodat niet alleen de huidige organisatie uitgehold wordt, maar ook niet in uitbreiding (zie hierna) is te voorzien!

Om effectief te kunnen blijven is niet alleen nieuw personeel nodig, maar moet daarnaast ook het materieel op orde zijn. Zo moet bijvoorbeeld de ICT-infrastructuur snel worden hersteld en uitgebreid. Het project Grensverleggende IT (GrIT) en investeringen voor de studie ‘informatie als randvoorwaarde’ zijn een absolute must.

Vervolgens – conform de ervaringen van de Britse krijgsmacht die recent forse aanpassingen onderging – is het essentieel dat Defensie bestuurlijk wendbaar en innovatief wordt. Om geen bedrijfsvoeringsinfarct te krijgen, moet onder meer de verwervingscapaciteit snel worden uitgebreid, inclusief de aansturing en vakjuristen die daarbij horen. In dat verband is het ook meer dan gewenst dat Defensie weer een staatssecretaris krijgt, die – klassiek – recht kan doen aan personeel en materieel. Moderner mag ook en dan zou de ‘StasDef’ de thema’s ‘wendbaarheid’ en ‘innovatie’ en vooral het besturingsmodel, dat meer als ‘stoppende hindernis’ dan als effectief managementinstrument/bedrijfsvoeringsinstrument fungeert, kunnen beheren. Tenzij de Secretaris-Generaal dat varkentje ondertussen al gewassen heeft natuurlijk.

Componenten van militair vermogen

Mentale aspecten. Boven alles verdient Nederland een kabinet en een defensietop die het lef hebben een visie te presenteren die verder gaat dan vier jaar. Waarbij ‘understanding’ voorop staat: inzien en doorzien wat er in de wereld speelt en hoe Nederland hierin moet bewegen en anticiperen. Niet alleen willen denken als er nood is of dreiging, maar strategisch denken onder alle omstandigheden.

Een kabinet dat moed hoog in het vaandel heeft staan, in plaats van angst voor de afrekencultuur. Het zou Nederland sieren als onze maatschappij accepteert dat dingen soms fout gaan en dat bestuurders ruimte én tijd nodig hebben om te doen waar ze voor zijn: besturen! Waarna – ­op het juiste moment – aan de verantwoordingsplicht kan worden voldaan.

Zo’n strategisch en bestuurlijk elan vraagt ook om een andere houding van onze defensiebonden. Defensie moet zich opmaken voor groei en nieuwe capaciteiten in plaats van reductie. Passend overleg hierover is essentieel om voortvarend te kunnen bewegen. Uiteraard nadat de arbeidsvoorwaarden (zie hiervoor) gefikst zijn en vertrouwen terug kan keren.

Conceptuele aspecten. Na deze mentale wendingen zijn nieuwe uitgangspunten nodig. Strategisch denken vereist een navenante visie. Het gaat niet alleen om beschermen wat dierbaar is als de nood aan de man komt. Wat dierbaar is moet ook voortdurend bevorderd worden via een geïntegreerde veiligheidsstrategie, zodat Nederland zich niet iedere keer hoeft te laten verrassen door bijvoorbeeld een overname van KPN, door een rivaliserende trans-Atlantische buur of bondgenoot, of door een terreuraanslag die nog dichterbij komt. Die geïntegreerde strategie kan ontwikkeld worden via het formuleren van een antwoord op hybride dreigingen en het nastreven van eigen vitale en strategische belangen.

Bij zo’n echte veiligheidsstrategie hoort een besluitvormingsmodel en ondersteuning. Waarbij de minister van Algemene Zaken wellicht sterker zal moeten sturen om coördinatie tussen vakdepartementen te bevorderen, zodat er sprake is van het ‘orkestreren’ van activiteiten, in plaats van parallelle acties, bijvoorbeeld via een nationale veiligheidsraad. En waarbij veiligheid integraal bezien wordt vanuit álle vitale en strategische belangen: territoriale integriteit, fysieke, economische en ecologische veiligheid, sociale en politieke stabiliteit en een effectieve internationale rechtsorde.

Fysieke aspecten. We doelen daarmee niet louter op fysieke capaciteiten die vandaag bestaan en waarvoor van nature veel aandacht van de huidige generatie bestaat. Terecht, omdat ze nog steeds valide en noodzakelijk zijn.

Maar we denken vooral ook aan capaciteiten van morgen. Die capaciteiten kunnen virtueel of digitaal zijn. De studie ‘informatie als wapen’ moet vertaald worden in het combineren en uitbreiden van informatiegerelateerde capaciteiten. Deze moeten samen met bestaande (en nieuwe) klassieke fysieke capaciteiten georkestreerd in te zetten zijn. Dat is pas echt combined arms of full spectrum opereren! Niet alleen in missies onder verantwoordelijkheid van de CDS, maar óók binnen de derde hoofdtaak onder civiel gezag. 

Deze nieuwe capaciteiten moeten in de pas lopen met de werving en opleiding van personeel. De dalende trend moet absoluut gekeerd, waarbij we hechten aan heldere loopbanen in plaats van hippe hypes. Daarbij zijn onvermijdelijk extra mensen nodig om verandering en groei te kunnen plannen en uitvoeren: dat gaat niet alleen met de bestaande (uitgeholde) organisatie.

Ten slotte: de krijgsmacht moet weer terug in uniform. We bepleitten dat vorig jaar al. Dit betreft trouwens niet alleen een fysiek aspect, maar veeleer ook een mentaal en conceptueel onderdeel. Mentaal omdat u beiden de moed moet hebben om – alle bekwame adviezen overziend – een symbolische beslissing te nemen. Een beslissing die vooral ook recht doet aan het concept van de krijgsmacht als gewapende macht die – volledig gekleed – in het dagelijkse Nederlandse straatbeeld past én hoort en die zich niet laat ringeloren door kwaadwillenden.

Excellenties, tot zover onze voorzet. Nederland, zijn bevolking en de krijgsmacht verdienen uw loyaliteit en inzet. U kunt dan op de onze rekenen. Als redactie hopen we u met dit korte overzicht te helpen uw ambt te kunnen dragen. We beschermen namelijk samen wat ons allen dierbaar is. Daar gaat de krijgsmacht erg ver in. Voor ons aller welzijn. Maar wel: boter bij de vis.

Over de auteur(s)