In 2019-2020 is het 75 jaar geleden dat de geallieerden de Tweede Wereldoorlog beslisten en nazi-Duitsland versloegen. Vanuit West-Europees en ook Nederlands perspectief begon het einde van de Duitse bezettingsjaren op 6 juni 1944, D-Day, met de landingen op de stranden van Normandië.[1] Na een verbeten strijd werd vanaf augustus de nationale soevereiniteit en vrijheid in Frankrijk en België hersteld. In september en oktober volgden de zuidelijke provincies van Nederland, tijdens de geallieerde opmars naar de Rijnbruggen bij Arnhem, en in november bij de verovering van het Scheldegebied. De rest van Nederland werd in het voorjaar van 1945 bevrijd. De komende maanden, van juni 2019 tot en met mei 2020, schenkt de Militaire Spectator in deze rubriek aandacht aan de historische gebeurtenissen van 1944-1945, die het herstel inluidden van de democratie en vrije rechtsorde van Nederland. Voor meer verhalen, achtergronden foto’s en video, zie ook de gespecialiseerde website van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH): www.75jaarvrij.nl.

 

‘Alle fünf Minuten ein neues Flugzeug’

Erwin Rossmeisl

De geallieerde strijdkrachten probeerden sinds het begin van de Tweede Wereldoorlog soldaten in het veld en Duitse burgers met propaganda te overtuigen van de uitzichtloosheid van de strijd.[1] Een veelgebruikte tactiek, vooral door de economische grootmacht VS, was het tegenover elkaar zetten van (productie)cijfers: ‘In Amerika alle fünf Minuten ein neues Flugzeug!’ De lezer kon zelf uitrekenen wie de oorlog zou winnen.

De cijfers logen er niet om. Alleen al in november 1943, de maand waarin het pamflet voor het eerst werd uitgeworpen, produceerde de VS bijna 9.000 toestellen: 300 per dag, 12 per uur, iedere vijf minuten een. In het hele jaar rolden er in Amerika bijna 85.000 toestellen van de band, terwijl de Duitse vliegtuigproductie in 1943 op 25.000 bleef steken.

Fijntjes wijst het afgebeelde pamflet op de kwetsbaarheid van de Duitse vliegtuigindustrie, met een foto van de gebombardeerde Focke Wulf-fabrieken in Oost-Pruisen. Daarnaast bevat het pamflet ook nog eens een lijst van bijna dertig in het najaar van 1943 gebombardeerde Duitse steden.

Het luchtpamflet zal de Duitse soldaat die het blaadje las aardig ontmoedigd hebben. ‘Alle fünf Minuten...’: na het lezen van dit pamflet was er dus weer een toestel gereed, klaar voor inzet! Meer lezen? Ga naar www.75jaarvrij.nl.

[1] Zie ook: P.J. Houtzagers, ‘Propaganda als ondersteuning van militaire operatiën’, in: Militaire Spectator 123 (1954) (7) 307-318.

 

‘Joan is still alone...’

Welmoed Bons

Niet alleen de geallieerden probeerden de tegenstander te demoraliseren. Ook de Duitsers deden hun best om de gevechtskracht van de vijand met propagandistische boodschappen te ondermijnen. Dat deden zij bijvoorbeeld door luchtpamfletten uit te werpen die speciaal aan Amerikaanse militairen waren gericht. In veel van deze pamfletten stonden prikkelende retorische vragen centraal. De inhoud moest de lezer verlokken mee te gaan met een emotionele boodschap, zoals in het afgebeelde pamflet, dat er nog eens op wijst dat de militairen hun vrouwen en vriendinnen alleen hebben moeten achterlaten.

Diverse anti-Amerikaanse pamfletten zijn terug te vinden in collectie 057 Losse Stukken (inventarisnummer 3969) van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, te doorzoeken via: www.archieven.nl/mi/2231.