Als we het verhaal kunnen geloven, zeulde de achttiende-eeuwse, grote Russische militair Grigori Aleksandrovitsj Potemkin een mobiel nepdorp rond door Rusland met de bedoeling zijn minnares, tsarina Katerina de Grote, te behagen en te bekoren. Op de oever van de Dnjepr, waarover hare majesteit naar de Krim reisde, liet hij het dorp opbouwen om het uitzicht van zijn geliefde te verfraaien. Om het beeld te completeren, liet de veldmaarschalk ook dozijnen nepboeren aanrukken om enthousiast naar de voorbijvarende heerseres te zwaaien. Als het keizerlijke vaartuig het ‘Potemkin-dorp’ gepasseerd was, werd het haastig afgebroken, op ossenkarren geladen en verderop langs de route opnieuw opgebouwd.

Als het met een dorp en juichende landarbeiders kan, kan het ook met een eiland en een vluchtelingenstroom. Dat vindt Turkije tenminste. Deze hele zomer lang was de smalle zeestraat tussen het Griekse eiland Lesbos en de kust van Turkije een soort Prinsengracht-op-Koningsdag, zo propvol rubberbootjes met vluchtelingen erin. De tsunami van migranten en vluchtelingen was gewoon niet te stuiten, zei Turkije. Ik was eind september zelf op Lesbos. Op welk moment van de dag ik ook over de zee uitkeek vanaf Lesbos’ stranden, altijd zag ik wel tien of twaalf bootjes tegelijkertijd de oversteek maken. De Turkse kustwacht bewoog ijverig heen en weer over het water, ook dát kon ik zien vanaf Lesbos, maar zodra de bewakers voorbij waren, gingen de bootjes plons! weer te water. Van de 400.000 Syriers, Irakezen en anderen die de oversteek dit jaar al maakten, landden er 200.000 op het kleine Lesbos.

Tot op een ochtend, begin oktober, de wereld rondom Lesbos zomaar opeens veranderde. Alsof er een kraan was dichtgedraaid, was er pardoes geeneen bootje meer te zien. De Lesbossers waren verstomd. Ze waren vergeten hoe fraai en vredig hun uitzicht was geweest voordat de ellende begon.

De sprookjesachtige ochtend volgde op een dag van keiharde politieke onderhandelingen in Brussel. Stralend waren EC-president Juncker en Turkije’s president Erdogan op het bordes van de EU verschenen: ze waren het eindelijk eens geworden over een gezamenlijk vluchtelingenbeleid. Hun oplossing voor de ‘onstuitbare tsunami’ bleek zo simpel als wat te zijn: in ruil voor de belofte van Turkije om vluchtelingen in Turkije te houden, in het kader van de door de EU zo vurig gewenste ‘opvang in de regio’, krijgt Turkije méér NAVO-troepen (het getal van vierduizend circuleert, die moeten helpen om Turkije’s zuidgrens tegen Russische dreigingen te beschermen) en meer NAVO-Patriotraketten. Turkije heeft bovendien zijn oude wens van een versoepelde visumregeling voor Turken die naar Europa willen weer bovenaan de EU-agenda gekregen én krijgt een miljard euro voor hulp aan vluchtelingen op Turks grondgebied.

De wonderbaarlijke stilte voor de kust van Lesbos duurde nog geen 48 uur. Toen kwamen de vluchtelingen weer, maar nu ’s nachts, als het ook op de Aegische Zee stervenskoud is en pikkedonker. Turkije is in de onderhandelingen over de vluchtelingenstroom naar de EU een sardonische sluiswachter. Overdag laat Turkije zien zeer wel in staat te zijn om de kraan dicht te houden; ’s nachts bewijzen ze dat ze de kraan naar believen weer kunnen opendraaien. Zonder Turkije geen oplossing voor het vluchtelingenprobleem. Binnenkort beginnen dan ook de onderhandelingen in Brussel over Turkije’s volgende – en liefste – wens: het Turkse EU-lidmaatschap. Zolang blijft het kraantje bij Lesbos ’s nachts open, schat ik in.

Turkije heeft Europa laten weten dat er nog drie miljoen vluchtelingen voor de reis naar Europa klaarstaan. In het Turkse, naar believen veranderbare, Potemkin-landschap geen vrolijk zwaaiende boeren, maar vluchtelingen in bootjes. Overdag plaatst Turkije het decor van de lieflijke, lege zee, ’s nachts wordt die ‘werkelijkheid’ ingeruild voor de versie waarin dit jaar al meer dan drieduizend mensen verdronken. 

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.