Over het algemeen hebben de nieuwsberichten op ons Defensie-intranet een hoog his master’s voice-gehalte. Slippertjes van bewindspersonen, beleidsmatige blunders of ander onwelkom nieuws worden doorgaans met zorgvuldige neutrale omschrijving uitgevent, terwijl (minieme) succesjes van een jeukende jubeltoon vergezeld gaan. Dat is nu eenmaal het lot van de bedrijfsjournalistiek zult u zeggen; wiens brood men eet… Als je echt wilt weten wat er is misgegaan moet je meestal even doorklikken naar het knipselnieuws, waar je netjes bij elkaar de artikelen vindt uit de kranten en tijdschriften, waar man en paard worden genoemd of – in het geval waarover ik het nu even wil hebben – man en schip.

Ik was inderdaad wat verrast het volgende bericht op het intranet van 28 december te lezen: ‘Het patrouilleschip Zr.Ms. Groningen moet de inzet in de Cariben afbreken vanwege een technisch mankement. Het schip begint vandaag aan de terugreis naar Nederland waar het 16 januari wordt verwacht’.[1]  

Meestal is de Directie Communicatie niet scheutig met het spontaan uitventen van slecht nieuws. Maar als je even doordenkt zijn er wel verschillende verklaringen te verzinnen. In de eerste plaats een vergissing. De meeste eerste-elftalspelers van het ministerie zijn tussen kerst en oud en nieuw op verlof. Zo kan het gebeuren dat een wat lagere autoriteit in de organisatie moet besluiten of iets als nieuwsbericht moet worden gemeld en vooral hoe dit verwoord wordt. Een slippertje dus? In de tweede plaats een bewuste keuze. Immers, wie leest in vredesnaam defensienieuwsberichten tijdens de feestdagen. Niemand toch! Een ideale kans om slecht nieuws te melden. Want tenslotte is het geen nieuws meer als je het zelf al hebt gemeld. Dus geen chocoladeletters in De Telegraaf meer met ‘ANTILLEN ONVERDEDIGD’. Heel slim. Geen slippertje, maar een strategische keuze van de Directie Communicatie.

Als je het bericht helemaal leest wordt er zelfs spontaan nog veel meer triest nieuws onthuld. Ik las verder omdat ik benieuwd was welk schip de Groningen zou gaan aflossen. Maar daar blijkt geen sprake van te zijn. Het bericht gaat namelijk verder met: ‘De vervroegde terugkeer is noodzakelijk vanwege een defect aan de stuurboordas. De reparatie is ingewikkeld en kan het beste in Nederland worden uitgevoerd. De NH90 maritieme gevechtshelikopter aan boord van de Groningen gaat mee terug naar Den Helder’. Hier zitten toch minstens twee interessante – of moet ik zeggen trieste – feiten in verborgen. De Groningen is een relatief nieuw schip, in dienst gesteld in november 2013 en behorend tot een nieuwe klasse patrouilleschepen, overigens uit financiële overwegingen gebouwd in Roemenië. Je zou dus niet verwachten dat er spontaan een aandrijfas zou breken. De marine kennelijk ook niet, want anders hadden ze de Groningen vast niet voor een aantal maanden die kant uitgestuurd. Maar goed, zoiets kan kennelijk ook met een relatief nieuw schip gebeuren. Dat was het eerste trieste feitje.

Het tweede trieste feit is dat we kennelijk niet in staat zijn de (onverwachtse) uitval van zo’n schip op te vangen door een ander schip naar de Cariben te sturen. Want de Groningen kan kennelijk nog op eigen (halve) kracht terugvaren over de oceaan. Dus een meer voor de hand liggende optie zou zijn geweest: we sturen een schip uit Nederland om haar vervroegd af te lossen en ze keert daarná terug naar Nederland voor reparatie. Ondertussen blijft de Groningen haar taak (met enkele beperkingen) uitvoeren en is de helikopter inzetbaar. Maar niets van dat alles. Er is namelijk geen vervanging, zo valt ook uit het bericht op te maken: ‘Op korte termijn gaat er geen vervangend schip naar het Caribisch gebied. De Koninklijke Marine heeft momenteel geen schepen beschikbaar voor zo’n inzet. De Kustwacht Caribisch gebied neemt de taken over’.

Dat klinkt toch een beetje als: ‘de politie is de komende maanden in uw gemeente niet meer beschikbaar, maar zo nodig kan er bij een bankoverval wel een BOA op de fiets komen kijken’. Ik heb niets tegen BOA’s en denk dat ze nuttig en belangrijk werk doen en hetzelfde kan gezegd worden van de Kustwacht Caribisch gebied. Ieder zijn taak. Maar waarschijnlijk zit er toch een verschil in vuurkracht, snelheid en afschrikking of zo iets tussen de schepen van de kustwacht en de oorlogsbodems van de Koninklijke Marine. Al was het maar de beschikking over een helikopter, het enige middel om de plaatselijk frequent opererende ultrasnelle speedboten van Zuid-Amerikaanse drugsbaronnen te onderscheppen. Begrijp mij goed: deze ellende is geen fout van de marine, maar van onze vrienden politici, die na dertig jaar extreem bezuinigen nu denken dat de krijgsmacht er met een grijpstuiver wel weer snel bovenop zal komen.

Gelukkig kan er tijdens de afwezigheid van de Groningen niets gebeuren, stelt het persbericht (in de goede geruststellende traditie van his master’s voice) de spaarzame lezers gerust, want in het geval van een noodsituatie ‘kan de marine alsnog een schip die kant opsturen’. Gelukkig maar. Dus er is nog wel ergens in Nederland, of althans aan deze kant van de oceaan, een schip beschikbaar (dat wordt althans gesuggereerd), maar dat sturen we pas als het écht nodig is. Als het kalf verdronken is? Vermoedelijk omdat de kapitein van dat schip dan weer een andere taak uit de vingers moet laten vallen. Maar van een reactietijd van drie weken zullen de ter plekke opererende drugssmokkelaars en mensensmokkelaars waarschijnlijk niet erg onder de indruk zijn. En ook een natuurramp kan zomaar plaatsvinden.

Ten slotte zou de trieste verklaring voor de openlijkheid van deze schaamtevolle mededeling natuurlijk ook kunnen zijn dat we zelfs op het ministerie bij de Directie Communicatie allang niet meer beter weten. We zijn er met zijn allen helemaal aan gewend dat de Nederlandse krijgsmacht gewoon niet meer in staat is haar essentiële taken uit te voeren. En niemand verbaast zich hier nog over.

Natuurlijk heeft elk nadeel ook zijn voordeel. Zo zullen de doorvoerprijzen van cocaïne voor de plaatselijke criminele entrepreneurs in de komende weken wel behoorlijk zakken door dit window of opportunity. En daar profiteert natuurlijk indirect de economie van onze overzeese koninkrijksdelen van (althans een beperkt aantal mensen). Kijk, dat mis ik dan weer in zo’n verder heel duidelijk en compleet persbericht op intranet.

[1] Zr.Ms. Groningen is een van de vier patrouilleschepen van de Holland-klasse. Dit zijn flexibel inzetbare schepen voor de bewaking van kustwateren. Naast antiterrorisme- en antipiraterijoperaties worden deze zogenoemde Ocean-going Patrol Vessels (OPV) ook ingezet voor drugsbestrijdingsoperaties.

Over de auteur(s)