Toen pro-regeringsstrijdkrachten afgelopen juli de provincie Daraa in Syrië heroverden, gingen duizenden vrijwilligers van lokale hulporganisaties op de vlucht, of ze doken onder. Het nieuwsplatform Syria Direct probeerde onlangs te achterhalen waar ze zijn gebleven en interviewde onder meer de directeur van een kleine Syrische NGO in zijn kantoor vlak over de grens, op Turks grondgebied. Zijn medewerkers zijn spoorloos, vertelde hij. Hij durft ze niet op te sporen uit angst dat het regime van Assads meekijkt en -luistert met zijn telefoon- en mailverkeer.

De herovering van Daraa was een blitzkrieg: binnen een paar weken, in een regen van bommen en kogels, werd de opstandige provincie, die net iets kleiner is dan Nederland, op de knieën gedwongen. De Syrische regering herinstalleert er nu haar eigen organisaties en instituties en roeit alles wat herinnert aan de oppositie genadeloos uit, inclusief NGO’s.

Ook meer dan 400 reddingswerkers van de groep White Helmets moesten op de vlucht voor hun leven. Een onbekend aantal is gearresteerd en afgevoerd, anderen vluchtten het land uit en hopen op asiel in Canada en Europa.

Lokale hulpgroepen zijn bijna helemaal van het toneel verdwenen, hun scholen en klinieken beschoten en gebombardeerd. Internationale NGO’s die hun plaats willen innemen moeten zich onderwerpen aan kafkaëske registratieprocedures in de hoofdstad Damascus en hun financiën aan Assads accountants overdragen, want die bepalen in Daraa voortaan waar het geld wel en niet besteed mag worden. Voor alles wat ze willen ondernemen zullen ze een akkoord moeten lospeuteren van de Syrische Halve Rode Maan-organisatie (Syrian Arab Red Crescent, SARC). Als lid van de internationale Rode Kruisfamilie hoort het SARC onafhankelijk van de regering te opereren, maar in Syrië worden de hoge functies in de organisatie bekleed door mensen die ook hooggeplaatst zijn in de Baath-partij.

Voor de VN is de absolute overgave aan de regime niet nieuw: de VN zit sinds 2012 al in Assads wurggreep. Sinds het begin van de oorlog in 2011 heeft de VN de regering-Assad de controle gegeven over een geschatte 30 miljard dollar aan internationale hulpfondsen. Tientallen Syrische hulpgroepen wilden al jaren niet meer met de VN samenwerken omdat die medeplichtig is aan Assads ‘financiële gezondheid’.

Het Syrische regeringsleger rukt nu op naar Idlib. In november sprak ik de directeur van de White Helmets, Raed Alsaleh. Niet minder dan 23 rapporten over Assads misbruik van VN-hulpfondsen zijn verschenen sinds het begin van de oorlog. Ik vroeg Alsaleh naar de 30 miljard dollar die via de VN naar Assad zijn gestroomd. Daar zal de organisatie zelf ook niet blij mee zijn geweest, vermoedde hij. Maar dat kan de VN natuurlijk niet rondbazuinen, want dan hebben ze ruzie met Assad en kunnen ze hun koffers pakken. De VN is al 30 jaar toe aan hervormingen, zei Alsaleh gelaten.

Alsaleh was in Nederland in de hoop te kunnen praten over de beslissing van de Nederlandse regering om de Nederlandse financiële steun aan de White Helmets stop te zetten. De reden: onzekerheid of het geld wel goed besteed wordt. ‘Maar we gaan hoe dan ook door met ons werk’, zei hij. Ze kunnen niet anders, want de slag om Idlib, het laatste belangrijke bolwerk van de oppositie, is onvermijdelijk. Dagelijks vallen Assads bommen, dagelijks moeten mensen door White Helmets onder het puin vandaan worden getrokken.

Niet één kabinetslid wilde tijd vrijmaken om een kopje koffie met Alsaleh te drinken. In stilte is hij weer vertrokken, terug naar de oorlog.

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.