Op de eerste werkdag in dit nieuwe jaar verschenen een US Army-veteraan en een Texaanse zakenman voor de rechter in de VS voor een poging tot staatsgreep in het West-Afrikaanse Gambia. Uitvoerder van de machtsgreep was Papa Faal. Geboren in Gambia. Diende tien jaar in de Amerikaanse krijgsmacht: eerst zeven jaar bij de luchtmacht, daarna drie jaar bij het 201st Brigade Support Batallion, onder meer in Afghanistan. Hij werd beloond met het Amerikaanse staatsburgerschap. Meesterbrein en financier was Njie, zakenman, ook in Gambia geboren, maar Amerikaan. Familie en vrienden in zijn woonplaats Austin in Texas waren stomverbaasd toen hij werd gearresteerd. Hun Njie? Met zijn succesvolle ontwikkelingsbedrijf van sociale woningbouwprojecten in Dallas? Wat moest die nou met een coup in Afrika? Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon: Njie wilde Gambia’s nieuwe president worden.

De ‘oude’ deugt niet, dat vinden internationale mensenrechtengroepen ook. President Yahya Jammeh, voormalig professioneel worstelaar, werd opgeleid tot luitenant aan de United States Army School of the Americas. Hij was 29 toen hij de macht greep. Ruilde zijn camouflagepak in voor hagelwitte gewaden en een scepter en bouwde zijn territoire op een fundament van onderdrukking en mysticisme. Hij beweerde onder meer hiv te kunnen genezen met een door hem zelf gebrouwen, troebel bruinig soepje van bananen en kruiderijen, dat hij schonk uit een fles waarin ooit pannenkoekenstroop had gezeten. Patiënten die waren aangewezen om zijn kuur te volgden, durfden niet te zeggen dat het niet hielp, bang in de gevangenis te worden gesmeten, het lot van velen die faalden de president te behagen. Op homoseksualiteit bijvoorbeeld zette Jammeh levenslange gevangenisstraf. En dan was hij nog mild: hij zou homo’s eigenlijk liever onthoofden, zei hij. Toen internationale mensenrechtengroepen hem daarop aanspraken, bitste hij: ‘Ik buig voor niemand behalve de almachtige Allah en als dat ze niet bevalt, dan lopen ze maar naar de hel’.

Met twaalf man reisden Faal en Njie helemaal vanuit de States naar Gambia. Nachtkijkers, scherfvesten en dertig geweren, legaal aangeschaft in een Texaans warenhuis, hadden ze vooruit gestuurd, verstopt in een zending tweedehands kleding. Het oorspronkelijke plan was om in hoofdstad Banjul een presidentieel konvooi te overvallen, maar toen ze ontdekten dat Jammeh niet in het land zou zijn op het geplande tijdstip, veranderde het plan: ze gingen het State House veroveren. De coupplegers gingen ervan uit dat de presidentiële garde zich na één waarschuwingsschot over zou geven, niet bereid om hun leven te geven voor dat van de president. Ze vertrouwden er ook op dat de belofte van honderdzestig Gambiaanse militairen om zich bij de opstand aan te sluiten, serieus te nemen was. Maar de Gambiaanse versterking kwam niet opdagen en de garde ging niet op de loop. Integendeel: in antwoord op het waarschuwingsschot, schoten de gardisten terug. En hoe! Het Alpha-team van Faal, dat de voordeur van het State House aanviel, sneuvelde, en het Bravo-team bij de achterdeur sloeg op de vlucht.

Faal ontkwam met de ferry van Banjul richting Senegal, meldde zich bij de Amerikaanse ambassade in Dakar en werd gearresteerd. Njie werd aangehouden na terugkeer in de VS.

In Njie’s huis in Austin vond de FBI een spreadsheet met het budget voor de coup, omgerekend 150.000 euro. Na aftrek van kosten voor wapens en vliegretourtjes, bleef een zielig beetje over voor beloning van de honderdzestig Gambiaanse militairen die hadden moeten meeknokken om de coup een kans van slagen te geven. Jammeh rechtvaardigde zijn machtsovername destijds door te wijzen naar de corruptie van de zittende regering, maar iedereen weet dat de onderbetaling van Gambiaanse militairen er alles mee te maken had.

Njie en Papa Faal: de sufste coup van 2014 was die van hen op 30 december in Gambia.

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.