Het jaar eindigde met een regeerakkoord waarin het voor middelbare scholieren verplicht is om ten minste één keer het Rijksmuseum te bezoeken en het begon met een paginagrote advertentie in alle landelijke dagbladen waarin premier Rutte ‘ons’, die ‘Nederland best een gaaf land vinden’, plaatste tegenover de ‘niet-normalen’ die onbeschoft zijn, op treinconducteurs spugen en in groepjes rondhangen. Van spugers en rondhangers was het in die advertentie een kleine stap naar ‘mensen die onze vrijheid misbruiken’, ‘die ons land fundamenteel afwijzen’ en die ‘onze’ democratie ondergraven.

Voor hen die zich niet willen aanpassen, afgeven op onze gewoontes en onze waarden afwijzen had de premier één boodschap: ‘Doe normaal of ga weg.’

2017 was aldus vooral het jaar waarin we ons om onze nationale identiteit schaarden tegen bedreigingen door niet-normale culturen.

In een interview schetste premier Rutte hoe ‘onze identiteit’ er volgens hem uit ziet: we zitten op een terras, gaan naar een restaurant en wonen een concert of een voetbalwedstrijd bij. Alsof mensen in pakweg Irak en Syrië niet naar voetbal kijken, denk ik dan. Na een 1-1 gelijkspel onlangs tegen Australië maakte het Syrische nationale elftal zelfs nog even kans op een ticket voor de play-offs voor het WK. En alsof alle Nederlanders zich theaters en terrassen kunnen veroorloven. Welke identiteit delen we als Nederlanders dan wel? VVD’ers zijn (ik chargeer) voor de rijken en tegen de armen, bij de SP is het andersom. Wilders wil de islam uitroeien, Marianne Thieme wil de bio-industrie wegvagen. En Feijenoorders willen Ajacieden aan het gas.

Het kan niet anders, of in Den Haag bedoelen ze met ‘onze identiteit’ niets iets met gedeelde waarden, maar eerder iets met gedeelde etniciteit.

Niet alleen in Nederland zien we de verknoping van ‘onze waarden’ en onze etniciteit. Als iemand het heeft over ‘het Westen’, dan bedoelt hij of zij dat niet geografisch: Australië ligt oostelijker dan Congo, maar Australië wordt gerekend tot ‘het Westen’ en Congo niet.

‘Het Westen’ is ook geen ideologische term; India is de grootste democratie ter wereld, maar maakt geen deel uit van het Westen.

Nee, om mee te tellen als ‘westers’, moet een land bewoond worden door overwegend witte, christelijke mensen. Als we twijfelen of een land westers is of niet, dan gaan we altijd na of het die twee eigenaardigheden in zich heeft. Is Zuid-Amerika westers? Nee: de meeste mensen zijn er christelijk, maar niet overduidelijk wit. Zijn Albanië en Bosnië westers? Nee. Mensen zijn er wit, maar overwegend islamitisch.

Onderweg naar de G20 bezocht president Trump in juli dit jaar niet Duitsland, Frankrijk of Engeland, maar Polen. In zijn toespraak in Warschau refereerde Trump tien keer aan ‘het Westen’ en ‘onze culturele en traditionele waarden’. Hij bedoelde niet de waarde van democratie, want die is in Polen op zijn zachtst gezegd onderontwikkeld en maakt in Amerika een interessante transitie door. Trump bedoelde dat Amerika en Polen allebei ‘krachten uit het Oosten’ als bedreiging ervaren. Wat Polen en Amerika identitair verbindt, is dat ze allebei werken aan wetten die het mogelijk maken om de grenzen te sluiten voor moslims.

Het is kort geleden dat westerse politieke leiders zeiden dat de wereld beter zou worden door globalisering. Nu spreken ze steeds vaker over globalisering als een proces waarin de rest van de wereld ‘ons’ verzwakt en bedreigt. Trump gebruikte in zijn speech in Warschau 21 keer de term ‘verdedigen van onze waarden’. In Nederland werd de noodzaak om ‘onze’ waarden actiever te verdedigen opgenomen in het nieuwe regeerakkoord.

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.