Wie in de dagen na de invoering van de avondklok het nieuws gevolgd heeft, ontkomt haast niet aan de verleiding om een parallel te trekken met de onrust in de Verenigde Staten die volgde op de verkiezingsoverwinning van Joe Biden, culminerend in de bestorming van het Capitool op 6 januari.

In Nederland ging de invoering van de avondklok gepaard met rellen in een groot aantal gemeenten, uitgevoerd door een bont gezelschap van criticasters van de maatregelen in de coronacrisis, verveelde jongeren, complotdenkers, voetbalhooligans en rechtsextremisten. Was dit wellicht een manifestatie van de ‘radicale onderstroom’ waarover de NCTV sprak in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, of had het toch vooral met verveling en frustratie te maken?

Hoe dan ook, de politie had haar handen vol aan de handhaving van de openbare orde en de Koninklijke Marechaussee leverde bijstand met ME-pelotons. Op moment van schrijven is de rust weergekeerd, maar in de dagen na 23 januari was onduidelijk of politie en marechaussee voldoende ME-capaciteit op de been konden brengen. De burgemeester van Eindhoven sprak zelfs de vrees uit dat we naar een burgeroorlog op weg waren.

De Amerikaanse generaal Richard Myers zei het al: ‘If you call it a war, then you think of people in uniform as the solution’. Prompt doemde in de media en bij sommige politici dan ook de vraag op of de krijgsmacht moest worden ingezet om orde en rust te herstellen. Nu valt er best iets te zeggen voor een grotere binnenlandse rol van de krijgsmacht. Niet alleen op het gebied van crisisbeheersing, maar ook bij de bestrijding van cyberdreigingen of de georganiseerde criminaliteit. Toch past, juist waar het de openbare ordehandhaving betreft, terughoudendheid. In een democratische rechtsstaat is dat bij uitstek een taak voor de politie. ‘Groen op straat’ is een beeld dat daar slecht bij past. Die worsteling hebben we ook bij onze zuiderburen gezien, waar na de aanslagen in 2016 militairen in het straatbeeld verschenen (de Rijkswacht – de Belgische variant van de marechaussee – is daar immers afgeschaft). Bovendien is crowd and riot control in missiegebieden toch echt iets anders dan openbare ordehandhaving in Nederland.

Kan de krijgsmacht dan niets betekenen? Zeker wel! Naast de inzet van de marechaussee kunnen we denken aan de inzet van UAV’s voor crowd management, het kritisch meedenken in de logistieke voorbereiding van de politie, extra capaciteit voor bewaken en beveiligen en de inzet van intel-capaciteit in de preventiefase. Uiteraard onder civiel gezag. Een ruime betrokkenheid en inzet, niet vanuit de last resort-gedachte, maar vanuit de gedachte van structureel partnerschap, is waar deze crisis om vraagt.

Over de auteur(s)