Na meer dan twintig jaar van bezuinigingen komt naar alle waarschijnlijkheid structureel meer geld beschikbaar voor defensie. Hoeveel er bij zal komen, is nog niet te zeggen. Daarvoor moet eerst komend najaar de begroting worden vastgesteld. Inmiddels weten de media te melden dat de regeringscoalitie voor volgend jaar zo’n 250 miljoen euro wil vrijmaken. Dit bedrag moet de jaren daarna oplopen naar structureel 375 miljoen. Zo op het eerste gezicht een prachtig resultaat en dat na jaren van bezuiniging. Desondanks is onder het personeel een zekere mate van teleurstelling te proeven. Is dat wel terecht? Want er komt immers geld bij?

Zoals als altijd komt de teleurstelling voort uit de gewekte verwachting. Ook in dit geval. Dit is namelijk niet die substantiële verhoging van het defensiebudget waar het defensiepersoneel op had gehoopt. Het was natuurlijk een mooie gedachte om te verwachten dat alle bezuinigingen in één keer zouden worden teruggedraaid. De nood binnen Defensie is immers hoog. De rek is er uit. Het piept en kraakt, niet alleen door de veelheid van missies van de laatste jaren, maar ook door vele reorganisaties en bureaucratische procedures. Dit is ook onderkend in het publieke debat. Inmiddels is er, na jaren van bezuiniging, een breed draagvlak ontstaan voor een verhoging van het defensiebudget. Hoe anders was het de afgelopen twintig jaar. Maar nu lijkt het zelfs bon ton om hiervoor te pleiten. Sterker nog, een groep oud-ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken pleit voor een verhoging met minstens anderhalf miljard euro. De Adviesraad Internationale Veiligheid (AIV) overtreft dit en adviseert het defensiebudget te verhogen met drie tot vijf miljard. ‘De slagkracht van Defensie moet omhoog, en snel’, volgens de vicevoorzitter van de AIV, professor Alfred van Staden. De tijd is dan ook rijp voor een aanzienlijke ophoging van het toch wel zeer krappe defensiebudget. Binnen Defensie overheerst dan ook een gevoel van nu of nooit.

De minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, heeft zich tot nu toe niet laten verleiden tot het noemen van bedragen. Juist om teleurstelling te voorkomen. Wel heeft zij het pleidooi van de AIV inmiddels bestempeld tot een illusie. Volgens haar valt een dergelijk bedrag politiek gesproken niet vrij te spelen. Er zijn namelijk veel andere en ook dringende kwesties die spelen binnen het kabinet. Het huishoudboekje van de staat is weliswaar op orde, maar nog steeds kwetsbaar. En ondertussen slaat het reduceren van de aardgaswinning een gat in de inkomsten. Naar alle waarschijnlijkheid zal Defensie het met de bovenstaande bedragen moeten doen.

Natuurlijk heeft de minister gelijk als ze zegt dat Defensie zich niet moet vastpinnen op een bedrag en dat het veel belangrijker is dat de politiek de komende jaren ‘koersvast blijft met een meerjarig perspectief’. Maar nu wordt het waarschijnlijk veel ‘minder meer’ dan gedacht of gehoopt. De bedragen die nu worden genoemd zullen niet die nieuwe impuls geven aan de krijgsmacht waar Defensie behoefte aan heeft. De internationale veiligheidssituatie laat zich namelijk niet sturen door ons huishoudboekje. De wereld is er niet stabieler op geworden. Nederland staat voor een grote uitdaging om het hoofd te bieden aan diverse en uiteenlopende dreigingen. Dreigingen die zich zowel in het hoge als het lage deel van het geweldsspectrum afspelen. Hoe de toekomst zich zal gaan ontwikkelen is moeilijk in te schatten. Wel is zeker dat Defensie moet kunnen omgaan met onzekerheid. Hiervoor is het noodzakelijk dat zij voorbereid blijft op een scala aan inzetmogelijkheden, in alle fasen van een conflict en zo nodig op grote afstand van onze landsgrenzen. Nederland heeft dan ook behoefte aan een krijgsmacht die kan omgaan met diffuse dreigingen en risico’s. Dit kan alleen als zij naast hoogwaardige en multifunctionele capaciteiten ook beschikt over goed opgeleide, gemotiveerde en getrainde militairen. 

De afgelopen weken hebben de Operationele Commando’s de wensenlijsten uit de brandkast gehaald, ambitieuze plannen die gebaseerd zijn op militaire logica en grondige analyses. Plannen die in het ideale geval onverkort doorgevoerd zouden moet worden. Helaas kunnen we nu al met zekerheid zeggen dat de wensen van de krijgsmachtdelen het toekomstige budget ruimschoots zullen overschrijden. Zeker nu er waarschijnlijk sprake is van ‘minder meer’. Defensie zal wederom keuzes moeten maken en prioriteiten moeten stellen. Ondertussen zijn de verwachtingen onder het personeel hoog gespannen na alle discussies over de staat van Defensie en de toestand in de wereld. Het risico van teleurstelling is navenant groter geworden.

De wensenlijsten van de Operationele Commando’s zijn overwegend materieelgericht. Zo moeten de tanks weer terugkomen, varend materieel vervangen worden en in aantallen aangevuld en moeten er meer helikopters en beter inzetbare gevechtsvliegtuigen komen. Ook de regeringscoalitie lijkt zich te concentreren op verbetering van het defensiematerieel. Zij laat doorschemeren dat het extra geld besteed moet worden aan het op peil brengen en houden van munitievoorraden en verbetering van de inzetbaarheid van de wapensystemen. De cruciale vraag is echter wat het extra budget betekent voor het defensiepersoneel. Is defensie bereid om te kiezen voor haar belangrijkste strategische wapen: het personeel?  Het personeel heeft immers de kennis en ervaring, zorgt voor de inzet en houdt het schip op koers.

De afweging tussen investeren in extra materiële middelen en/of het personeel is niet eenvoudig. Denken in wapensystemen is concreet en gemakkelijk inzichtelijk te maken. Zonder geschikt personeel heb je echter niet zo veel aan mooie nieuwe materialen. Defensie zal de komende maanden belangrijke keuzes moeten maken. Dat zal niet eenvoudig zijn. Na jaren van bezuinigen heeft Defensie weinig ervaring opgedaan met het inpassen van extra bestedingsruimte. Ondanks het vooruitzicht van een ruimer defensiebudget is het belang van een concrete stip op de horizon eerder toe- dan afgenomen. De behoefte onder het personeel om te weten waar Defensie voor staat of voor gaat staan is groot. Juist nu het budget ‘minder meer’ zal stijgen dan gehoopt, is het van belang dat de Operationele Commando’s gezamenlijk optrekken en prioriteit durven te leggen bij het personeel. Het risico is namelijk groot dat de verruiming van het budget de druk op het personeel onbedoeld hoger maakt en daarmee de teleurstelling nog groter.

Over de auteur(s)