Het leven wordt steeds ingewikkelder. Dat geldt niet alleen voor de maatschappij als geheel, en dus ook voor de staatsburgers, maar het geldt in het bijzonder voor militairen. Vergeleken met de omstandigheden waarin militairen moeten optreden, is het dagelijks bestaan in onze maatschappij een eitje. Weliswaar is onze maatschappij dichtgetimmerd met regels, maar de context is vrij stabiel en dus weet je ongeveer waar je aan toe bent. Voor militairen is zelfs die context onvoorspelbaar, waardoor hun optreden vele malen ingewikkelder is. Deze onzekerheid wordt door de leiding bestreden met nog meer regels, protocollen, codes en instructiekaarten. Naar verluidt wordt binnenkort het modulair gevechtsvest (een moderne versie van de liboza) aangepast om meer ruimte te scheppen voor al deze voorschriften.

De vraag is wat de leiding met al die regels beoogt. Is het een oprechte poging de militair te helpen zich staande te houden in de operationele werkelijkheid, of wordt daarmee op voorhand een alibi gecreëerd om de verantwoordelijkheid voor falen te kunnen afschuiven? ‘Kijk maar in onze voorschriften! Wij hebben het prima geregeld, maar die soldaten hebben er een bende van gemaakt!’

Naar mijn stellige overtuiging is het onmogelijk de werkelijkheid te beheersen met regels. De wereld is niet maakbaar! Als we militairen echt willen helpen zich staande te houden in de operationele werkelijkheid, moeten we ze wapenen in het omgaan met die werkelijkheid. Dat vergt oefenen. Oefenen in het omgaan met onzekerheid en hoe binnen een dergelijke context het goede te doen. Niet omdat er regels zijn die dat voorschrijven, maar omdat ze dat gewend zijn. Ze zijn daarin gevormd. Maar waarin zijn zij dan gevormd? Het goede doen betekent dat de militair moet handelen en in dat handelen geeft hij uitdrukking aan zijn persoonlijkheid, aan zijn karakter. En het zal duidelijk zijn dat sommige karaktertrekken voor militairen van groot belang zijn. Militaire vorming dient zich dus te richten op die karaktertrekken die voor de militair relevant zijn. Die karaktertrekken die zich manifesteren in gedrag noemen we deugden. Deugden geven richting aan het handelen, het zijn begrippen die een rol spelen in het praktisch redeneren. Met praktisch redeneren willen we antwoord geven op de vraag: wat moet ik doen? De veel misbruikte term waarde is een begrip dat wordt gebruikt in theoretisch redeneren. Met theoretisch redeneren willen we antwoord geven op de vraag: wat vind ik ervan? Dat laatste is wellicht interessant, maar het helpt niet echt als je moet besluiten wat te doen!

Maar wat is een deugd dan precies? Hoe geef je daaraan inhoud? Ten eerste is de deugd een verworven eigenschap. De aanleg tot een bepaald soort gedrag moet dus verder worden ontwikkeld. Dat kan door middel van onderwijs (waar hebben we het over), oefening (ervaren hoe het is), training (inslijpen van gewenst gedrag), ervaringsopbouw (doen en dus ook fouten maken), verdere vorming (terugkoppelen op ervaring en mogelijke verbeteringen identificeren) enzovoorts. Dit proces houdt eigenlijk nooit op en moet worden ondersteund door verhalen, tradities en voorbeeldgedrag. Dan nog zal het enige tijd duren voordat deze vorming effect sorteert. Gaat u maar na voor uzelf, waarin u bent gevormd en hoe lang dat heeft geduurd!

Het tweede kenmerk is dat de deugd iemand in staat stelt een situatie te doorzien. De opleiding, oefening en training stelt de militair in staat een situatie te herkennen en te doorzien dat er iets niet in orde is en dat er moet worden gehandeld. Voor een goed getrainde militair gaat dat in een oogwenk. Maar dan moet ook nog worden vastgesteld hoe moet worden gehandeld, wat er moet worden gedaan. Dit derde aspect van de deugd vergt enig nadenken. Dit soort nadenken kan ook worden aangeleerd. Het maakt gebruik van praktische tegenstellingen. Wat is het gemakkelijkst om te doen? Weglopen natuurlijk, doen alsof je niets hebt gezien, je drukken, kortom, het soort gedrag dat we maar al te vaak zien. Dan volgt de vraag wat het moeilijkst is, het meest veeleisende. De beuk erin, de kat de bel aanbinden, er tegenaan gaan! Dan komt het vierde kenmerk van de deugd aan de orde, te weten de persoonlijke afweging. Wat kan ik zelf doen? Niet de vraag: wat kunnen anderen er aan doen of wat kan de legerleiding hieraan doen? Het gaat erom welke opties binnen mijn vermogen liggen en vast te stellen wat een goede handelwijze is gelet op mijn taak en de context, de situatie waarin ik verkeer. Met een goede opleiding, oefening, training en verdere vorming hoeft ook deze afweging niet lang te duren. En dan wordt er gehandeld, er wordt actie ondernomen, het vijfde aspect van de deugd. De kwaliteit van de actie wordt geborgd door de kwaliteit van de militair die weet wat hij doet en dat doet uit overtuiging.

Nu zult u zeggen dat dit wel erg mooi klinkt, maar dat het allemaal wel erg subjectief is. Aan de hand van regels kun je veel objectiever vaststellen wat er moet worden gedaan. Dat lijkt correct. De vraag is of regels in staat zijn de dynamische werkelijkheid in te kaderen. Regels zijn statisch. Regels worden veel geformuleerd naar aanleiding van eerdere mislukkingen en lopen per definitie achter op de werkelijkheid. Het volgen van regels kan weliswaar tot een juiste oplossing leiden, maar het juiste is niet altijd het goede. Regels kunnen ook corrumperen, omdat ze uitnodigen tot ontduiken. Bovendien worden tal van regels ontworpen als alibi om maar niet echt te hoeven ingrijpen in zaken die niet deugen. Uiteindelijk zijn regels vrijblijvend. Kunnen we dan geheel zonder regels? Natuurlijk niet! Waar het om gaat is dat we inzien dat we met regels niet alles kunnen regelen.

De deugd daarentegen is deel van het karakter. Niet handelen volgens de deugd, is zelfbedrog. Dat tast je zelfbeeld aan en dat is geen pretje. Bovendien is het nalaten zichtbaar voor anderen, wat nog meer druk geeft op de noodzaak je zelfbeeld in stand te houden. Handelen overeenkomstig je zelfbeeld geeft voldoening en bevestigt en versterkt dat zelfbeeld, je karakter. Karakter biedt dus een robuuste borging van de kwaliteit van het handelen. Regels kunnen dat niet! Kortom, investeer in vorming in plaats van in een aanpassing van het modulair gevechtsvest. 

Brigadegeneraal b.d. dr. P.H. de Vries

Over de auteur(s)

Brigade-generaal b.d. dr. P.H. de Vries

Peer de Vries is gepromoveerd op een proefschrift waarin hij een model ontwikkelt voor karaktervorming binnen de krijgsmacht.