Samenwerking is een wezenskenmerk van militair optreden. De samenwerking betreft natuurlijk allereerst de primaire groep waar de militair lid van is. Kameraadschap is de vrucht van die nauwe samenwerking. Maar behalve samenwerking in dat horizontale vlak is ook verticale samenwerking noodzakelijk. Die verticale samenwerking betreft allereerst andere militairen: al die andere militairen maken deel uit van dezelfde ‘stam’. Ze hebben allemaal een vergelijkbare opleiding doorlopen, hebben vergelijkbare ervaring en spreken een zelfde soort taal. Vanuit dat perspectief hebben die andere militairen recht op respect. Een goede militair zal andere militairen dan ook welwillend benaderen: hij betoont hen zijn respect! Net zoals anderen hem respecteren. Dat draagt bij aan het zelfrespect van de militair. Dat is belangrijk, want zelfrespect is goed voor het zelfvertrouwen en dat zelfvertrouwen geeft richting aan het handelen van de militair. Een stevig zelfrespect bevordert deugdzaam handelen. Ook de verticale samenwerking wordt daardoor bevorderd.

Dat respect kan verschillende vormen krijgen. Militairen die ergens in uitblinken, worden vaak alleen al daarom met bijzonder respect bejegend. Vaak zijn die uitblinkers een soort rolmodel en je streeft ernaar aan hetzelfde beeld te voldoen. Respect kan ook formeel van aard zijn: je respecteert iemand vanwege zijn functie of rang. Respect als deugd is gebaseerd op de idee dat de ander je niet onverschillig kan zijn, al is het maar voor het behoud van je zelfrespect. Anderen respectvol tegemoet treden draagt bij aan het in stand houden van zelfrespect en dat is een voorwaarde voor goed handelen.

Vanuit een wijder perspectief is respect tonen niet alleen op andere militairen van toepassing, maar op alle andere mensen. Alleen al omdat het medemensen zijn, hebben ze recht op respect. En dat geldt dus ook voor burgers. Wat? Respect voor burgers? Ja zeker en wel voor alle burgers, ook als zij zich ophouden op het gevechtsveld. Zij zijn daar immers niet uit vrije wil: het gevechtsveld is over hen heen gevallen. Hun eventuele weerstand tegen wat hen overkomt, is dan ook begrijpelijk, want niemand wil op een gevechtsveld verdwaald raken. Maar zelfs degene die met opzet het gevechtsveld betreedt, onze tegenstander, heeft recht op respect en wel om twee redenen. Ten eerste is er een principiële reden: ook de tegenstander is een mens en je medemens behandel je met respect. Dat hoeft je niet te weerhouden de tegenstander in een gevecht te doden, maar het moet je er wel van weerhouden over zijn lijk te urineren! De tweede reden is praktisch: als je de vijand niet respecteert, zal je hem maar al te gauw onderschatten en dat is voor een militair niet handig!

Kortom, respect is een veelomvattende deugd. Je kunt daarin tekort schieten. Je toont geen respect, maar minachting. Die minachting kan in militair verband zijn gebaseerd op het blote feit dat iemand je formele militaire meerdere of mindere is. Het kan te maken hebben met echte of vermeende grieven en ook echte of veronderstelde incompetentie. Minachting voor militaire minderen kan ontaarden in autoritair en zelfs kwetsend gedrag. Minachting jegens meerderen kan leiden tot lijdzaam verzet, of zelfs sabotage, uiteindelijk kan – zoals indertijd in het Amerikaanse leger in Vietnam – zelfs fragging plaatsvinden, het plegen van aanslagen op superieuren. Maar in militair verband komt ook het omgekeerde voor, te weten dweepzucht: alles wat de ander doet is wel gedaan. Dit gedrag wordt ook wel plastisch ‘bruinwerken’ genoemd. Maar het kan ook de vorm aannemen van populair gedrag, gebaseerd op de verkeerde veronderstelling dat overdreven aardig zijn vanzelf zal leiden tot respect. Echt respect in een militaire, hiërarchische context wordt allereerst getoond vanwege de functionele positie die iemand bekleedt, ten tweede vanwege het onberispelijk gedrag van de ander en ten derde op basis van een gezond zelfrespect.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                        In relatie tot burgers kan een gebrek aan respect ertoe leiden dat hun aanwezigheid wordt gezien als een belemmering voor het eigen handelen. ‘Wat doen ze hier? Zien ze dan niet dat ze in de weg lopen? Laat ze oprotten! En anders helpen we ze wel een handje.’ Een stap verder en ze worden als potentiële of zelfs echte vijanden gezien: ‘Het zijn allemaal Taliban!’ Vanuit een dergelijk perspectief zullen hun belangen en dus ook hun rechten al gauw worden genegeerd, met als gevolg veel burgerslachtoffers. Het gevolg daarvan zal zijn dat de burgers zich afkeren van het militaire optreden, of erger: zich actief gaan verzetten. Ook in het geval van burgers zijn er dus principiële en praktische redenen hen met respect te bejegenen. Dat wil niet zeggen dat de aanwezigheid van burgers en bescherming van hun belangen altijd centraal moet staan. Militaire noodaak kan ertoe leiden dat de belangen van burgers tijdelijk en plaatselijk ondergeschikt worden gemaakt aan het belang van een militaire operatie. Het is dan wel van belang dat deze afweging zorgvuldig plaatsvindt en burgers wordt uitgelegd wat er aan de hand was en eventuele schade wordt vergoed. Dan nog is het de vraag of de steun van de bevolking kan worden behouden. Terwijl in moderne conflicten die steun van groot, zo niet doorslaggevend, belang is.

Kortom, ook respect is een belangrijke militaire deugd. Deze is primair gebaseerd op het besef de ander vooral te zien als een medemens. Dit vereist een goed evenwicht tussen enerzijds minachting en autoritair gedrag en anderzijds blinde dweepzucht en overdreven zorgzaamheid. Respect heeft niet allen betrekking op andere militairen, zowel meerderen als minderen, maar ook op  burgers. Zelfs de vijand heeft recht op ons respect, vooral als hij eenmaal in onze handen is gevallen.

De deugd van respect heeft twee belangrijke facetten. Ten eerste draagt respect voor anderen bij aan het zelfrespect. Een gezond zelfrespect is essentieel voor het goed functioneren van een militair. Ten tweede draagt een respectvol optreden bij aan het draagvlak voor de militair. Dat draagvlak betreft zijn medemilitairen met wie hij samenwerkt, de burgers die hij op het gevechtsveld en daarbuiten ontmoet en de vijand waartegen hij het gewapenderhand opneemt. Een goede militair kan niet zonder de deugd van respect.

Over de auteur(s)

Brigade-generaal b.d. dr. P.H. de Vries

Peer de Vries is gepromoveerd op een proefschrift waarin hij een model ontwikkelt voor karaktervorming binnen de krijgsmacht.