Terroristische groepen in het Midden-Oosten hebben hun modus operandi significant gewijzigd. Medewerkers van NGO’s, die het doelwit kunnen zijn van deze terroristische groepen, hebben te maken met een aantal nieuwe trends. Ontvoerders eisen bijvoorbeeld geen losgeld, maar toegang tot socialemedia-accounts. Door de nieuwe werkwijze neemt extremistisch gedachtegoed in de regio toe, en gematigde groepen en personen worden monddood gemaakt. Tegelijkertijd is een aantal van deze nieuwe methodieken potentieel gevaarlijk voor militairen op uitzending. Dit artikel schetst een overzicht van de nieuwe werkwijze van extremisten, op basis van de ervaringen van medewerkers en partners van de auteur, Elisabeth van der Steenhoven. Zij werkt nauw samen met mensenrechtenorganisaties in conflictgebieden als Libië, Syrië, Irak en Jemen en in fragiele staten als Tunesië en Libanon.

Drs. E.N. van der Steenhoven*

De nieuwe werkwijze van extremisten heeft rechtstreekse gevolgen voor Nederlandse militairen; van operational awareness in missiegebieden tot veiligheid in Nederland.

Ten eerste maakt Nederland bij internationale militaire missies gebruik van de geïntegreerde benadering, waarbij militair optreden hand in hand gaat met diplomatie en ontwikkelingswerk. Lokale organisaties die zich uitspreken vóór democratie en mensenrechten en tegen corruptie en extremisme zijn van cruciaal belang. Sterker nog; zij zijn vaak degenen die het werk opknappen. De lokale activisten vormen de kurk waarop internationale (hulp)organisaties drijven, van het Rode Kruis tot de Internationale Organisatie voor Migratie en alle VN-organisaties. Het zijn doorgaans de lokale activisten die zich al eersten inspannen tegen extremisten die hun gebied willen veroveren. Ontwikkelingen die deze lokale organisaties raken, gaan dus ook de Nederlandse krijgsmacht aan. Ter illustratie: in Goma (Democratische Republiek Congo) waren het vooral burgers die probeerden weerstand te bieden tegen de M23-rebellen en in Libië hebben burgers de komst van Afghanistanveteranen tegengehouden.

Syria

De Iraakse stad Mosul, na het verjagen van ISIS. Terroristische groepen in het Midden-Oosten hebben hun modus operandi significant gewijzigd. Foto EU Civil Protection and Humanitarian Aid

Ten tweede zijn zowel binnen als buiten de NAVO alle experts het eens dat terroristische groepen en extremistische regimes niet kunnen worden overwonnen met alleen kinetisch ingrijpen. Een extremistische ideologie kan alleen (duurzaam) van binnenuit worden geweerd door lokale mensen, die daar geboren en getogen zijn. Internationale (hulp)organisaties hebben dit morele gezag niet, net zomin als buitenlandse militairen. In Mali, Somalië, Mauritanië, Libië en Irak zijn het bijvoorbeeld lokale organisaties die jongeren (met succes) ervan weerhouden om zich aan te sluiten bij een gewelddadige militie.

Ten derde zijn lokale activisten van cruciaal belang voor effectief optreden van militairen. Zo was het in Libië een 23-jarige vrouw die de coördinaten van Gaddafi’s tanks doorbelde, zodat de westerse piloten wisten waar ze moesten bombarderen.[1]

Het vervolg van dit artikel licht de nieuwe ontwikkelingen toe, met de nadruk op situational awareness.

Terreurgroepen richten zich op nieuwe doelen

Terroristische groeperingen richtten zich in het verleden vooral op symbolische of militair-strategische personen en locaties, zoals kerken, ambassadeurs, vliegvelden, et cetera. Dat is nog steeds het geval, maar terreurgroepen in het Midden-Oosten hebben de bakens (deels) verzet. Terroristen steken nu veel tijd en energie in het monddood maken van lokale mensenrechtenactivisten.[2]

Waarom? Omdat lokale mensenrechtenactivisten met succes burgers (jong én oud, geletterd én analfabeet) weten te mobiliseren tégen haatzaaiers en terreur. In jargon heet hun werk Countering Violent Extremism (CVE). Ter illustratie: het waren vrouwenrechtenactivistes die tijdens de Libische opstand tegen Gaddafi in 2011[3] de komst van Afghanistanveteranen wisten te blokkeren, omdat zij terecht vreesden dat hiermee al-Qaida werd geïmporteerd.[4] Ook speelden zij een cruciale rol in de eerste grootschalige demonstratie tegen ISIS in Libië. Sterker nog, een groot aantal lokale mensenrechtenactivisten is met succes een campagne begonnen waarin wordt uitgelegd dat terreur onverenigbaar is met het geloof.[5]

Onontplofte explosieven worden opgeruimd in Goma, Congo. Het waren daar vooral burgers die weerstand boden tegen rebellen. Foto VN

Nu vrouwenrechten- en mensenrechtenactivisten met steeds meer succes jongeren weghouden of weghálen bij terreurgroepen zijn zij doelwit geworden van terreur. Dit is buitengewoon alarmerend omdat juist lokale opiniemakers, met een sterke regionale verankering, van doorslaggevend belang zijn in de opinievorming. Het gaat dan om personen die niet vanuit een westerse of VN-organisatie maar uit zichzelf voor democratie pleiten. En lokale opiniemakers die géén onderdeel zijn van een internationale NGO hebben meer ‘street credibility’ dan personen die door het Westen worden betaald.

Voor de Nederlandse krijgsmacht betekent deze ontwikkeling dat een van de belangrijkste pijlers, namelijk de lokale opiniemaker die pleit tegen terreur, stilaan uit het publieke debat wordt geduwd. Met als gevolg minder pleidooien voor vrede en ontwapening en een sterkere positie voor het extremistische narratief. Dit is buitengewoon alarmerend aangezien een duurzame verandering alleen mogelijk is als er draagvlak is voor democratie.

Twitter- en Facebookaccounts van lokale opiniemakers platleggen

Dat sommige terreurgroepen in het Midden-Oosten met succes jongeren mobiliseren via sociale media is geen nieuws. Ook is het (redelijk) bekend dat gematigde Arabische opiniemakers hen van repliek dienen. Wat wél nieuw is: het feit dat terroristen zich zijn gaan bekwamen in het hacken en stilleggen van Twitter- en Facebookaccounts.[6] Hiermee ontnemen zij personen die vóór democratie en tégen terreur pleiten het enige platform dat zij tot hun beschikking hebben.

social media

Terroristen bekwamen zich in het hacken en stilleggen van socialemedia-accounts. Foto Flickr

Hoe gaat dat in zijn werk? Plots ontdekt een lokale opiniemaker dat hij of zij geen toegang meer heeft tot zijn of haar eigen Facebook- of Twitteraccount. Zij of hij waarschuwt Twitter of Facebook dat het account is platgelegd maar krijgt geen reactie. De ervaring leert dat zowel Facebook als Twitter nauwelijks reageert op waarschuwingen uit het Midden-Oosten; daarvoor is de bezetting van de MENA (Middle East-North Africa)-desk te laag.[7]

Medewerkers van NGO’s hebben al meerdere malen meegemaakt dat een account is platgelegd. Vanuit Nederland klinkt het stopzetten van een socialmedia-account als een vervelende bijkomstigheid: lastig, maar niet levensbedreigend. In een conflictgebied komt dit overeen met het ontvreemden van een satelliettelefoon en een radio; de persoon is de facto monddood.[8]

Immers, Twitter en Facebook worden vooral ook gebruikt als een digitale 112. Als een activist terreurgroepen ziet naderen, mensenrechtenschendingen ontdekt of hulp nodig heeft, wordt dit meteen op sociale media gezet. Ook gebruiken NGO’s Facebook en Twitter om te pleiten tegen extremisme en voor ontwapening van milities.

In de Tweede Kamer wordt nu ook over dit fenomeen nagedacht. Uit ervaring en onderzoek blijkt dat veel cybertactieken in het Midden-Oosten worden ‘getest’ en vervolgens naar het Westen geëxporteerd.[9]

Overstap van ‘zenden’ naar dialoog

Tot voor kort beperkte de communicatie van terreurgroepen zich tot flitsende ISIS-filmpjes op YouTube, geënt op populaire games en films. De afgelopen jaren hebben terreurgroepen hun methodiek aangepast. Ze zijn overgestapt van alleen ‘zenden’ naar dialoog. Het gaat dan om onlinegesprekken op onder andere Facebook en Twitter, met als doel twijfelaars over de streep te trekken en draagvlak te creëren voor milities of terreurgroepen. Om deze indoctrinatie te stoppen gaan lokale vrijwilligers online het gesprek aan en ontmantelen zij betogen van extremisten. Hierbij letten zij nadrukkelijk op verhuld taalgebruik van extremisten, de zogeheten ‘dog whistles’. Termen die normaal lijken, maar voor een extremist een duidelijke aanwijzing zijn dat een persoon de dood verdient.

Ook voeren NGO’s online campagne tegen extremisme middels vlogs, radio, Instagram, Facebook en films. Nu terreurgroepen van communicatiemethode zijn veranderd wordt het gevecht tegen extremisme lastiger; gesprekken beklijven beter dan éénrichtingsverkeer. Niet alleen lokale groepen denken na over een efficiënt counternarrative, de krijgsmacht doet dat ook.

Wachtwoord in plaats van losgeld

Medewerkers en partners van NGO’s moeten continu uitkijken voor ontvoeringen door terroristische groeperingen. Een opvallende ontwikkeling is dat in de afgelopen periode de kidnappers in de plaats van losgeld vroegen om de inlogcodes van Facebookaccounts.

Na het verkrijgen van de Facebookwachtwoorden volgen de bedreigingen: “wij hebben heel jouw netwerk in kaart gebracht en jouw privéfoto’s gekopieerd. Stop NU met ageren tegen milities en vóór ontwapening, anders gaan wij achter jouw netwerk aan. En zullen de foto’s van jouw zus/vrouw zonder hoofddoek publiceren”. Met andere woorden: lokale Arabische burgers die zich tegen terreur verzetten worden op een nieuwe manier geïntimideerd. Dit heeft vergaande gevolgen. Extremisten bekwamen zich nu blijkbaar in verfijnde methodieken van social mapping en ondermijning. Het is van belang dat militairen hier rekening mee houden bij het voorbereiden en uitvoeren van missies.

Veel cybertactieken worden in het Midden-Oosten ‘getest’ en vervolgens naar het Westen geëxporteerd. Foto DARPA

Identiteitsfraude en desinformatie

De nieuwste methode is identiteitsfraude: het stelen van een account waarna er desinformatie wordt geplaatst. Dit is een buitengewoon bedreigende en doortrapte methode. Op het eerste gezicht lijkt het Facebookaccount normaal, er worden updates geplaatst over werk, familie, sport of religie. En tussendoor worden kleine brokjes desinformatie of laster geplaatst. Met als gevolg dat vage kennissen of volgers steeds minder sympathie voelen voor een persoon. Aangezien terreurorganisaties (alsook individuele terroristen) zich steeds meer bekommeren om draagvlak is dit een perfecte methode.

Sterker nog, in sommige gevallen bleek niet slechts één Facebookaccount te zijn gehackt en voorzien van desinformatie,[10] de accounts van meerdere personen werden gestolen waarna de nep-accounts elkaar wederzijds gingen versterken in het verspreiden van desinformatie. Een perfide en zeer efficiënte methode. Ook hier leren de ervaringen dat opiniemakers uit het Midden-Oosten nauwelijks kunnen terugvechten; Facebook en Twitter reageren niet op klachten uit de Arabische regio.

Desinformatie is zo oud als oorlogvoering zelf, van maskirovka tot Sun Tzu. Echter, dit niveau van verfijning, het hacken van meerdere accounts tegelijkertijd om een overtuigend narratief te bouwen, is ook in het Westen zeldzaam.

Mentaliteit van ISIS is niet verslagen

Na de verdrijving van ISIS waren medewerkers van de auteur verantwoordelijk voor controles bij de roadblocks. De leden van het netwerk, van Marokko tot Libanon, concluderen unaniem dat ISIS-daders en extremisten niet weg zijn. Ze zijn ondergedoken in andere landen (Mauritanië, Somalië) of wonen een paar steden verder.

Ook de mentaliteit blijft ongewijzigd. Ter illustratie: in november 2017 werd in Irak een wetsvoorstel gelanceerd waarin kindhuwelijken (vanaf de leeftijd van 9 jaar) zouden worden gelegaliseerd. ISIS is verslagen, maar de gedachten blijven. Om deze reden pleiten lokale activisten voor modern onderwijs, voorlichting over rechten van minderheden en vrouwen alsook een transparante berechting van daders.

Peshmerga Foto MCD Eva Klijn

Nederlandse militairen trainen Peshmerga in Irak (2016). De nieuwe werkwijze van extremisten heeft rechtstreekse gevolgen voor Nederlandse militairen. Foto MCD, Eva Klijn

De risico’s van deze ontwikkelingen zijn helder: goedgetrainde ISIS-daders hebben de dans kunnen ontspringen en delen kennis — en wellicht wapens — in Oost- en West-Afrika. Maar wellicht nog belangrijker: het gevoel van straffeloosheid is fnuikend voor de morele weerbaarheid van de regio.

Conclusie: wat betekent dit? Hoe hiermee om te gaan?

Het gevaar van deze stille, onzichtbare ontwikkelingen is precies dat: ze zijn voor een buitenstaander nauwelijks waarneembaar. Een militair die zijn missie voorbereidt of in een dorp patrouilleert ziet niet de discrete verschuiving in het digitale domein. Hij of zij ziet niet dat de stemmen vóór vrede, ontwapening en democratie één voor één stilvallen door een hack, dreigbericht of gesloten account. Ook is het voor een militaire eenheid ingewikkeld om alert te reageren als een serie toonaangevende Facebook-accounts wordt gehackt en systematisch desinformatie begint te verspreiden. Dergelijke ‘weak signals’ worden snel over het hoofd gezien.

Het zou voor Nederlandse militairen zinvol kunnen zijn om hier dieper op in te gaan. De Nederlandse krijgsmacht beschikt over buitengewoon veel organisatorische, theoretische én praktische expertise. Hoe kan deze expertise worden ingezet om terrorisme tegen te gaan?

 

* Elisabeth van der Steenhoven is lid van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV).

[1] Zie: http://www.newsmax.com/Newsfront/Libya-woman-spy-gadhafi/2011/09/12/id/410590.

[2] Zie: http://www.politicalsettlements.org/wp-content/uploads/2016/08/20160800-Article-04-NiAolain-War-on-Terror-and-WPS.pdf.

[3] Zie: https://www.usip.org/sites/default/files/2017-12/sr416-matriarchal-and-tribal-identity-community-resilience-and-vulnerability-in-south-libya.pdf.

[4] Zie: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/vogelvrij-verklaard-arabische-vrouwen~b649d1a0/.

[5] Zie: https://www.usip.org/sites/default/files/SR413-Engaging-Religion-and-Religious-Actors-in-Countering-Violent-Extremism.pdf.

[6] Zie: https://www.nytimes.com/2018/09/04/world/middleeast/libya-facebook.html.

[7] Zie: https://www.theatlantic.com/technology/archive/2017/12/could-facebook-be-tried-for-war-crimes/548639/.

[8] Zie: https://www.amnesty.org/en/latest/research/2018/03/online-violence-against-women-chapter-5/.

[9] Zie: https://issafrica.org/iss-today/libyas-war-becomes-a-tech-battleground.

[10] Zie: https://www.middleeasteye.net/news/revealed-seven-years-later-how-facebook-shuts-down-free-speech-egypt.

Over de auteur(s)

Drs. E. van der Steenhoven

Elisabeth van der Steenhoven is lid van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV).