Door militaire ontwikkelingen zijn de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) zelfbewuster geworden en zich meer gaan manifesteren als regionale speler. Onder leiding van kroonprins Mohammed bin Zayed al Nahyan heeft het land een regionaal dominante militaire invloed verworven. Hoe heeft de VAE dit voor elkaar gekregen, en wat is het belang daarvan voor Nederland?

Voor Nederlandse militairen zijn de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) bekend als overstap op weg naar Afghanistan. Nog steeds zijn er op de Emiraatse vliegbasis al-Minhad vier Nederlanders gestationeerd als Forward Support Element ter ondersteuning van onder andere de Vessel Protection Detachments. Sinds de jaren ‘90 groeit de rol van de Emiraten als ‘knooppunt’ van internationale handel, vliegverkeer en als financieel centrum.

Een F-16 van de Emiraatse luchtmacht. De krijgsmacht van de Emiraten heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een van de meest effectieve aan de Golf. Foto Bill Morrow

Een blik op de krijgsmacht van de VAE toont echter een andere interessante dimensie van dit kleine land. Het leger van de Emiraten heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een van de meest effectieve krijgsmachten aan de Golf. Effectiviteit staat niet gelijk aan formaat, want met ongeveer 63.000 pax aan personeel is het niet het grootste leger in de regio. Generaal b.d. James Mattis, voormalig bevelhebber van U.S. Central Command, bestempelde de VAE als ‘little Sparta’, illustratief voor zowel de kracht als de ambitie van de Emiraten. Een krijgsmacht om rekening mee te houden nu de Verenigde Staten zich onder president Biden verder terugtrekken uit het Midden-Oosten. Hierdoor verandert een regionale orde, met de VS in het centrum, die heeft bestaan sinds de Golfoorlog van 1990-1.

Onderzoek naar de militaire ontwikkeling van de Emiraten aan de hand van een aantal missies sinds de Golfoorlog geeft inzicht in de huidige rol van het land in de Golf en het Midden-Oosten. Dit artikel betoogt dat beleid dat in de jaren ‘90 is gestart onder de huidige leider van de Emiraten - Mohammed bin Zayed al Nahyan – aan de basis staat van deze militaire ontwikkeling. De krijgsmacht wordt vanaf dat moment het middel tegen nieuwe in- en externe dreigingen. Het beleid is gericht op samenwerking met (westerse) bondgenoten, het aanschaffen van moderne wapensystemen en het opbouwen van robuuste operationele expertise. Door de militaire ontwikkelingen is de VAE zelfbewuster geworden en zich meer gaan manifesteren als regionale speler. Het land heeft nu een regionaal dominante militaire invloed. Zo is het een belangrijke bondgenoot van generaal Haftar in de oorlog in Libië. Samen met Saoedi-Arabië begon het een oorlog tegen de Houthi’s in Jemen. Door dit conflict bezit de VAE inmiddels een netwerk aan militaire bases langs de Rode Zee en Jemen. Hiermee groeit ook de invloed van het land op de Bab el-Mandeb Straat, een maritiem chokepoint tussen de Rode Zee en de Golf van Aden. Het is blijk van een toegenomen militaire zelfverzekerdheid, die effect zal hebben op de regionale machtsverhoudingen. Daarmee is ook een duidelijk Nederlands belang gemoeid. De situatie in de Straat van Hormuz is hiervan een recente illustratie.

Nederland en de VAE

Nederland is nog vorig jaar in de regio betrokken geweest naar aanleiding van onrust in de Straat van Hormuz. In 2019 leidde de kaping van twee olietankers door Iran tot een Europese missie ter bevordering van de maritieme veiligheid. Het fregat Zr.Ms. De Ruyter heeft in 2020 een halfjaar lang een bijdrage geleverd aan deze missie. Het hoofdkwartier ligt in Abu Dhabi, er werken nog steeds twee stafofficieren. Dit is een nieuw hoofdstuk in een kleinschalige maar betekenisvolle militaire relatie tussen de Emiraten en Nederland. Al tijdens de Golfoorlog waren de Emiraten een uitvalsbasis voor de Nederlandse fregatten en Orions. In de haven van Jebel Ali lag in 1991 een mobiel noodhospitaal van de Koninklijke Marine. Bij de Nederlandse ambassade in Abu Dhabi werd vanaf dat moment een defensieattaché geplaatst.[1] Na de Golfoorlog maakte Nederland kans op een enorme order voor de levering van een aantal M-fregatten. Naast de bouw van de schepen werden er afspraken gemaakt over de lifecycle support en de Koninklijke Marine zou de Emiraatse bemanning kosteloos gaan opleiden. Een miljardenorder en een kans tot intensieve samenwerking. Helaas liep de deal op het laatste moment stuk en leverde Nederland slechts enkele S-fregatten en ondersteunende systemen.[2] Later, tijdens de missies naar Afghanistan, werkten Emiraatse SOF-eenheden met Nederlandse commando’s tijdens operatie Perth/Chitaq in Uruzgan.[3] De intensiefste samenwerking was echter logistiek van aard. Kamp Mirage op al-Minhad airbase in Dubai werd jarenlang gebruikt ter acclimatisatie en als airport of debarkation. Tot zeer recent werd het nog gebruikt voor de inmiddels beëindigde missie naar Afghanistan en nog steeds voor de bevoorrading naar Irak. Voor het gebruik van deze faciliteiten zijn nooit exploitatiekosten gerekend door de Emiraatse overheid.[4]

De Zr.Ms. Groningen bezoekt Dubai (2015). Het schip fungeerde als platform ter versterking van de banden met de Verenigde Arabische Emiraten. Foto MCD, Eva Klijn

Sinds de oorlog in Jemen staat de Nederlandse militaire relatie met de VAE onder druk. Er geldt al enkele jaren een zeer restrictief exportbeleid met betrekking tot ‘dual-use’ goederen die eventueel in het conflict in Jemen gebruikt kunnen worden.[5] Tijdens het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 heeft Nederland ook een aantal initiatieven genomen met betrekking tot de mensenrechtensituatie in Jemen.[6] De manier waarop dit is gegaan is niet bevorderlijk geweest voor de militaire relatie met de VAE, aldus defensieattaché in Abu Dhabi kapitein-luitenant ter Zee Ton Tas. Dit speelt een rol in de Nederlandse samenwerking met de Emiraten als ‘host nation’ van de FSE Mirage en EMASOH-missies. Eventuele samenwerking wordt op dit niveau beïnvloed door de situatie in Jemen. Het wordt als minder riskant ervaren om die samenwerking dan maar voornamelijk via de grote partners, zoals de VS en Frankrijk te laten lopen.[7] Hiermee laat Nederland een kans liggen, want in de ontwikkeling van de laatste 30 jaar valt duidelijk op dat er in de Emiraten een grote interesse bestaat in intensieve samenwerking met westerse partners en de NAVO. De manier waarop dat is gegaan wordt toegelicht. Het is waardevol voor Nederland om deze ontwikkeling goed te begrijpen en erop in te spelen. In de conclusie worden daartoe ten slotte enkele aanbevelingen gedaan.

MbZ en de Emiraten

De de facto-leider van de Verenigde Arabische Emiraten is Mohammed bin Zayed al Nahyan, vaak afgekort tot MbZ. Toch is hij ‘slechts’ de kroonprins en is zijn halfbroer Khalifa al Nahyan, sinds de dood van hun vader Zayed in 2004, de president van de Emiraten. In de praktijk is MbZ echter de man die aan de touwtjes trekt. Hij heeft sinds de jaren ‘90 een fors profiel opgebouwd als militair leider en capabel bestuurder. Al snel na 2004 nam hij verschillende taken over van zijn halfbroer. In een gelekt memorandum uit 2009 van de Amerikaanse ambassadeur Richard Olson wordt MbZ als volgt omschreven: ‘Shaykh Mohammed bin Zayed Al-Nahyan (..) is the man who runs the United Arab Emirates. Officially he is the Crown Prince of the Emirate of Abu Dhabi (…) and his only federal title is Deputy Supreme Commander of the Armed Forces; in fact he is the key decision maker on national security issues’.[8] Zijn positie wordt versterkt mede omdat andere belangrijke overheidsfuncties, zoals minister van Buitenlandse Zaken en hoofd van de inlichtingendienst, in handen zijn van zijn vijf directe broers, de Bani (‘zonen van’) Fatima.[9]

Abu Dhabi is van oudsher het machtigste en rijkste emiraat.[10] Binnen het politieke bestel van de VAE hebben andere emirs veel autonomie in hun eigen emiraat, maar Abu Dhabi is dominant op federaal niveau. Dit model is voor buitenstaanders lastig te doorgronden. Invloed wordt verkregen via tribale verhoudingen. Emiraten zoals Sharjah en Ras al-Khaimah hebben op basis van hun vroegere macht meer invloed dan anderen. En door economische macht en internationale allure is de emir van Dubai, naast Abu Dhabi, lang een tweede dominante actor geweest op het gebied van federaal beleid. Onder MbZ neemt de relatieve macht van Abu Dhabi echter verder toe. De invloed van andere emiraten, bijvoorbeeld op buitenlandse zaken, neemt daardoor af. Een belangrijke katalysator is de economische crisis van 2008. Vooral de economie van Dubai wordt hard geraakt. Abu Dhabi trekt de portemonnee maar koopt daarmee ook meer inloed op gebieden zoals veiligheid en buitenlandse politiek.[11]

De VAE heeft onder het lange bewind van sjeik Zayed een eigen stijl van buitenlandse politiek ontwikkeld. Zayed is een zeer charismatisch leider en onderhoudt (Arabische) diplomatieke relaties veelal door middel van persoonlijk contact. Hij is heerser in een tijd waarin gedeelde Arabische identiteit en onderlinge solidariteit een sterke invloed hebben op de regionale verhoudingen. Zijn beleid reflecteert deze trend. Bijvoorbeeld door de deelname van de VAE aan de gecoördineerde Arabische olieboycot tijdens de Yom Kippoer-oorlog in 1973 als verzet tegen de Israëlische agressie.[12] Arabische samenwerking is er daarnaast in verschillende multilaterale verbanden. In 1981 werd in Abu Dhabi bijvoorbeeld de Gulf Cooperation Council (GCC) opgericht. [13] Dit is nog steeds een belangrijk regionaal partnerschap in de Golf. De landen van de GCC zijn allemaal soennitische monarchieën. Ze hebben doorgaans een goede relatie met de Verenigde Staten en beschouwen Iran over het algemeen als het belangrijkste regionale gevaar. Er is ook onderlinge twist, met name tussen Qatar en de andere leden, over steun aan de Moslimbroederschap. De VAE heeft een hechte band met Saoedi-Arabië, al lijkt deze relatie echter wel bekoeld sinds de verkiezing van president Biden. Deze wil een andere verstandhouding met de Golf dan zijn voorganger. Onder Trump kregen beide staten doorgaans weinig tegengas, bijvoorbeeld over het optreden in Jemen. Biden is daarover kritischer, en dat heeft weer een effect op de onderlinge verhoudingen tussen Saoedi-Arabië en de VAE.[14]

Toenmalig Amerikaans minister van Defensie Jim Mattis spreekt in 2017 in Abu Dhabi met de kroonprins van de Verenigde Arabische Emiraten, Mohammed bin Zayed al Nahyan. ‘MbZ’ is de facto de leider van de VAE, het land dat door Mattis ‘Little Sparta’ werd genoemd. Foto U.S. Air Force, Brigitte N. Brantley

Voor de VAE had het ontwikkelen van een krachtig federaal leger lange tijd een lage prioriteit. Verschillende Emiraten hielden lang hun eigen legertjes, als machts- en statussymbool van de sjeiks. Daarin kwam verandering tijdens de jaren ‘90, mede door de aanval van Irak op Koeweit in 1990. Deze aanval toonde niet alleen de kwetsbaarheid van de kleine Golfstaatjes, maar bracht het hele idee van Arabische solidariteit aan het wankelen. Juist Irak werd lange tijd beschouwd als Arabisch schild tegen het echte gevaar aan de Golf, Iran, het land dat al in 1973 verschillende eilanden van de Emiraten had bezet.[15] Om hun eigen veiligheid te kunnen waarborgen intensiveerden de Emiraten de militaire relatie met de VS en andere partners. [16] Na de Golfoorlog begon de VAE aan het moderniseren en ontwikkelen van de eigen krijgsmacht. Deze opdracht kwam in handen van de jonge MbZ. In 1993 werd hij, na een opleiding tot helikopterpiloot in Sandhurst, Chief of Staff – en feitelijk hoofd - van de krijgsmacht.[17] De legers van verschillende emiraten werden samengevoegd en ze schaften nieuwe wapensystemen aan. Opvallend is de aanschaf van 80 F-16E Block 60 ‘Desert Falcon’-modellen.[18] Op het moment van levering was dit een geavanceerder platform dan waar de VS zelf mee vloog. Na de Golfoorlog namen de Emiraten regelmatig deel aan internationale (Amerikaanse) missies. In 1993 vertrokken enkele honderden militairen naar Somalië voor de UNITAF/UNISOM II missies. In 1999 volgde een nog grotere missie, ditmaal onder de NAVO-vlag.

Kosovo en Afghanistan

De VAE is samen met Jordanië het enige Arabische land dat troepen stuurde naar de KFOR-missie in Kosovo. Het leverde van die twee de grootste bijdrage, in totaal ongeveer 1.500 troepen verdeeld over 6 combat groups en 5 logistieke units. De combat groups bestaan uit een compagnie gemechaniseerde infanterie, een tankcompagnie, een 155mm-artilleriebatterij, verkennerseenheden en verschillende ondersteunende systemen. De combat group werd ingezet in de Franse sector. In de zuidelijke, Amerikaanse sector leverde de VAE een Apache en SOF-compagnie.[19] In Kukës, Albanië, draaide de VAE in het voorjaar van 1999 daarnaast een eigen, humanitaire missie: ‘White Hands’, voor het opvangen van Kosovaarse vluchtelingen.

Training was een belangrijk doel voor de Emirati’s in Kosovo. In een interview in 2001 sprak MbZ tijdens een bezoek aan Kosovo over de deelname aan de missie: ‘This mission (…) offers our troops real-life operational experience and the chance to operate closely and integrate with the best militaries in the world’, en ‘You can't choose better than NATO’.[20] De brigade op weg naar Kosovo werd eerst getraind en opgewerkt in Frankrijk.[21] Als tegenprestatie van dit ‘strategische partnerschap’ kocht de VAE 400 Franse Leclerc-tanks.[22]

Met de deelname aan de KFOR-missie was de VAE een van de eerste Arabische landen die praktische ervaring opdeed in het deelnemen aan NAVO-missies. Deze samenwerking ontwikkelde zich verder na 2001.

Twee van de kapers betrokken bij de aanslagen op 9/11 hebben de Emiraatse nationaliteit. De reactie uit Abu Dhabi was snel en duidelijk. Het verbrak de diplomatieke relatie met de Taliban en onder leiding van MbZ werd de hele samenleving doorgelicht op jacht naar mogelijke terroristische activiteiten.[23] Er was een onmiddellijk besef dat religieus extremisme een existentieel gevaar vormt voor de VAE. Daarnaast maakte het land een duidelijke keuze voor de partner VS. Voor MbZ bestaat er weinig verschil tussen ‘extremistische’ en ‘gematigde’ vormen van politieke islam of islamisme. Hij gaat hierin verder dan andere Golfstaten. De verschillen tussen groeperingen als al-Qaida, Hezbollah of de Moslimbroederschap worden beschouwd als oppervlakkig. Dieper zijn de overeenkomsten. Allemaal bevorderen zij chaos, transnationale instabiliteit en vormen zij een levensgroot gevaar voor het overerfbare politieke leiderschap in de Emiraten.[24] De eerste militaire bijdrage van de VAE aan de ISAF-missie in Afghanistan bestond uit een contingent van ongeveer 35 special forces. Net als eerder in Kosovo werkten de Emirati’s veel samen met de Verenigde Staten. Dit gebeurde vanuit Bagram Air Base, ten noorden van Kaboel. Deze troepenmacht groeide tot ongeveer 200-250 pax in 2005.[25] In Helmand werd veel samengewerkt met Britse eenheden, onder andere in het opsporen van IED’s. Daarnaast waren er vanaf 2012 tot 2014 zes F-16’s van de luchtmacht actief in Kandahar.[26] In 2014 eindigde de deelname aan de ISAF-missie, maar vanaf 2018 gaven Emirati’s weer training aan Afghaanse elitetroepen voor Resolute Support.[27]

Net als eerder in Kosovo was er in Afghanistan veel aandacht voor humanitaire hulp. De codenaam in Afghanistan is ‘Winds of Goodness’.[28] De VAE deed investeringen in infrastructuur en onderwijs. Deze combinatie tussen militaire en humanitaire ondersteuning door een islamitische natie gaf de Emiraten een unieke positie in de ISAF-missie, en werd ook ingezet in de strijd om de ‘hearts and minds’ van de Afghanen. De Emirati’s deelden korans uit en er werden met Emiraatse dollars moskees gebouwd door lokale aannemers.[29] Een Britse reporter schreef hoe een Emiraatse officier een aantal dorpsoudsten uitnodigde om deel te nemen aan het middaggebed: ‘possibly the most effective weapon I have seen in 10 years of observing the conflict in Afghanistan’.[30]

Het opdoen van gevechtservaring is echter net zo belangrijk. De Chief of Staff, luitenant-generaal Al Rumaithi, gaf in 2005 drie argumenten voor de missie. ‘To deter extremism, to demonstrate a commitment to the common cause of stopping terrorism and rebuilding Afghanistan, and to provide a means by which UAE forces could gain battlefield experience.’[31] Kenmerkend hiervoor is een verzoek van MbZ zelf; toen hij er achter kwam dat de SOF-eenheden nog weinig actief waren geweest, verzocht hij generaal Abizaid van US Central Command om de Emiraatse troepen dichter bij de grens met Pakistan te stationeren ‘to toughen his country’s special forces’.[32] Enkele anekdotes over de Emirati’s doen vermoeden dat deze mentaliteit doorsijpelde naar de operators op de grond. Westerse operators omschreven hun Emiraatse counterparts in Afghanistan en Jemen als ‘gung ho, uninterested in anything but kinetic operations’.[33] Deze indruk kan ook gewekt zijn door de snelle troepenrotatie en de nadruk die er lag op het opdoen van gevechtservaring. Andere rapporten omschrijven de Emirati’s als toegewijd, gedisciplineerd en moedig in het gevecht.[34] De F-16’s van de VAE voerden honderden missies uit om luchtsteun te geven aan coalitietroepen. De Emiraten en Australië waren de enige landen buiten de NAVO die hier toestemming voor kregen.[35] De SOF-operators werkten samen met de VS in het gevaarlijke zuiden van Afghanistan. Veel van deze eenheden werden na 2010 opgenomen in de nieuwe ‘Presidentiële Garde’, een elite-eenheid geleid door de Australische generaal b.d. Mike Hindmarsh.[36]

De missie van de Emiraten in Afghanistan was langer, intensiever en gevaarlijker dan eerdere missies. Samen met Jordanië leverde het land de belangrijkste Arabische bijdrage aan de missies. Er werd vooral door de luchtmacht en de SOF-eenheden veel ervaring opgedaan in het uitvoeren van complexe operaties in samenwerking met NAVO-troepen. Deze ‘speerpunt’ van de krijgsmacht werd vanaf 2011 een belangrijk instrument in de regionale politiek van de Emiraten.

Arabische lente

MbZ beschouwde de protesten in 2010 vooral als een poging van radicale islamistische groeperingen - met de Moslimbroederschap voorop - om voet aan de grond te krijgen. Vanuit westerse regeringen kwamen echter al snel steunbetuigingen voor de protesten. Kenmerkend voorbeeld was de reactie van Barack Obama, die na enkele weken van demonstraties in Egypte aan Moebarak liet weten dat gestart moest worden met een ‘democratisch proces’.[37] Democratie is in het Midden-Oosten volgens MbZ echter een recept voor chaos en instabiliteit.[38] De snelheid waarmee een jarenlange bondgenoot als Moebarak los werd gelaten gaf weinig vertrouwen in Amerikaanse ondersteuning bij eventuele problemen in de Emiraten. Obama schreef in zijn memoires over een telefoongesprek dat hij had met MbZ direct na zijn oproep aan Moebarak: ‘MBZ (..) suggested that if Egypt collapsed and the Muslim Brotherhood took over, there would be eight other Arab leaders who would fall, which is why he was critical of my statement. “It shows,” he said, “that the United States is not a partner we can rely on in the long term.”’[39]

Een vlieger van de VAE tijdens een gezamenlijke oefening in de VS met de Amerikaanse luchtmacht. Vliegtuigen van de VAE voerden honderden missies uit om luchtsteun te geven aan coalitietroepen van ISAF en deden daarmee belangrijke gevechtservaring op. Foto Robert Sullivan

Voor MbZ veranderde de situatie aan het begin van 2011 kortom in rap tempo in een nachtmerrie. Hij moest rekening houden met mogelijke protesten tegen het autoritaire bewind in zijn eigen land. Hij zag regionaal een groeiende islamistische invloed ontstaan. Het vertrouwen in de VS was geschaad, en voorheen krachtige soennitisch-Arabische landen verloren aan regionale invloed en dominantie. Een angstig vooruitzicht was dat dit vacuüm opgevuld zou worden door een sterkere regionale invloed van Iran.[40] Irak was een afschrikwekkend voorbeeld. Dat land was na de Amerikaanse inval in 2003 weggezakt in een langdurige en bloederige burgeroorlog terwijl de invloed van radicale islamitische groeperingen en door Iran gesteunde ‘Popular Mobilization Forces’ enorm was gegroeid.

De krijgsmacht werd voor MbZ een middel tegen deze bedreigingen en gaandeweg ook een kans tot het vergroten van de regionale invloed van de Emiraten. Een eerste stap werd gezet in 2011, toen hij onder leiding van Saoedi-Arabië troepen stuurde naar Bahrein, waar het regime te maken had met ernstige protesten. De VAE stuurde dat jaar ook F-16’s en Mirages naar Libië ter ondersteuning van de NAVO-missie Unified Protector. Emiraatse piloten ondersteunden in 2014 de CJTF-OIR-missie tegen ISIS.[41] De voor de VAE intensiefste militaire operatie ooit begon in 2015, toen het betrokken raakte bij het conflict in Jemen.

Jemen

In 2011 onstonden in Jemen protesten tegen het regime van president Ali Abdullah Saleh. Deze besloot aan het einde van dat jaar zijn functie neer te leggen en de macht over te dragen aan zijn vicepresident, Abdrabbuh Mansur Hadi. Hij bleek echter niet in staat het land te stabiliseren. In het noorden maakten de sjiitische Houthi’s gebruik van de ontstane chaos om hun macht te vergroten. Vanaf 2014 trokken zij op naar de hoofdstad Sana’a met ondersteuning van voormalig president Saleh en de troepen die aan hem loyaal bleven. Toen de Houthi’s in maart 2015 ook Aden in het zuiden leken te gaan veroveren, volgde een militaire reactie: operatie Decisive Storm, met 10 deelnemende landen.[42] Er ontstond zo een soennitisch bondgenootschap van landen als Egypte, Jordanië en Soedan, die vreesden voor chaos in Jemen maar vooral bang waren dat de invloed van Iran zou toenemen via de Houthi’s. Ondanks deze forse coalitie was het de tandem Abu Dhabi-Riyad die het initiatief nam en de grootste inspanning leverde in de vorm van personeel en materiaal. De Veiligheidsraad stemde in met het optreden ter bescherming van het democratisch gekozen regime van president Hadi.[43] De VS, Frankrijk en Engeland leverden aanvankelijk (non-kinetische) ondersteuning.

Saoedi-Arabië en de Emiraten voerden aan het begin van de operatie gezamenlijk 2.500 vluchten uit om doelen in Jemen te bestoken, de VAE leverde hiervoor 30 straaljagers (F-16’s en Mirages).[44] Ondertussen werd er in het zuiden nagedacht over een ontzetting van Aden, de grootste Jemenitische havenstad. Er waren daar in maart 2015 nog twee kleine, van elkaar afgesneden wijken waar weerstand werd geboden tegen de oprukkende Houthi-strijders. Het verzet werd gesteund door artillerie vanaf Egyptische fregatten, Saoedische luchtaanvallen en kleine groepen Jemenitische landingstroepen. Die landingstroepen zijn getraind in de Emiraten en werden met ondersteuning van Emiraatse special forces van de Presidentiële Garde vanaf mei in Aden gedropt.[45] Zo werd er in de zomer een bruggenhoofd gecreëerd voor een grote amfibische operatie, gepland, gecoördineerd en uitgevoerd door Emirati’s met ondersteuning van de multinationale coalitie.[46] De operatie slaagde, en in juli 2015 werd Aden veroverd op de Houthi’s. Het was de de eerste keer dat de Emiraten een amfibische landing op deze schaal uitvoeren.[47]

Al maanden voor dit offensief werd er gewerkt aan voorraden van materieel, munitie en manschappen op verschillende locaties langs de Rode Zee en de Bab el-Mandeb Straat. In de haven van Assab, in Eritrea, werd een rudimentair logistiek centrum opgebouwd voor het transport van de eerste operators en ‘Joint Terminal Attack Controllers’ (JTAC’s) naar Aden, waar ze het lokale verzet gingen organiseren. Nadat het bruggenhoofd was gecreëerd werd er vanuit Assab materieel naar Jemen getransporteerd: een bataljon aan (Leclerc-)tanks, tientallen BMP-3 infanteriegevechtsvoertuigen en 2 batterijen van G6-houwitsers.[48] In totaal landden er in Aden ongeveer 3.000 pax aan Emiraatse troepen.[49]

De samenwerking tussen Saoedi-Arabië en de VAE kwam eind 2015 onder druk te staan. Saoedi-Arabië bleef de Houthi’s bestrijden en de regering van Hadi ondersteunen. Dit leidde in de praktijk tot een luchtoorlog in het noorden van Jemen. De Emiraten gingen na de aanval op Aden hun inspanningen concentreren op de strijd tegen groeperingen zoals al-Qaida op het Arabische Schiereiland (AQAP) en Al Islah, een aan de Moslimbroederschap verwante organisatie. In het offensief in het zuiden trokken de Emiraten op langs de west- en zuidkust van Jemen. Voor de strijd werd gebruik gemaakt van verschillende lokale milities in Zuid- en Centraal-Jemen. De belangrijkste partner is de Southern Transitional Counci (STC).[50] Deze groep en andere partners worden getraind door Emiraatse militairen.[51] Dit werk wordt doorgaans uitgevoerd door SOF-eenheden van de Presidentiële Garde. Kenneth Pollack, voormalig CIA-analist en een expert op het gebied van Arabische oorlogsvoering, schat dat er tussen 2015 en 2019 ongeveer 90.000 Jemenieten in diverse milities op deze manier zijn getraind.[52] Hij beschouwt dit als een zeer succesvolle operatie. Het lijkt op het door de Verenigde Staten en Nederland gebruikte model voor partners in bijvoorbeeld Irak en Afghanistan. In de aanpak van de VAE worden lokale troepen in hun eigen regio ingezet, financiële middelen worden aangewend om de lokale bevolking een alternatief voor AQAP te kunnen bieden en in de slag om de ‘hearts and minds’ wordt gebruik gemaakt van lokale imams. Methodes die westerse legers op verschillende manieren hebben geprobeerd toe te passen in het Midden-Oosten en die de Emiraten nu met succes gebruiken in de tribale samenleving van Jemen.[53]

Deze lokale troepen vergroten de armslag van het relatief geringe aantal Emiraatse militairen. Het gebruik van huurlingen is een andere manier om dit probleem te ondervangen. In Jemen lijkt er door de VAE in ieder geval gebruik gemaakt te zijn van ongeveer 15.000 Soedanese militairen die in Assab zijn opgeleid. Eenmaal in Jemen zijn deze troepen verantwoordelijk voor beveiliging van bases, force protection en in sommige gevallen worden ze ingezet als grondtroepen.[54] Verschillende nieuwsberichten reppen daarnaast over het gebruik van Colombiaanse huurlingen[55] en zelfs van Amerikaanse oud-commando’s, ingezet als ‘kill-teams’[56]. Het zou echter onjuist zijn om te denken dat de VAE alle gevechtstaken uitbesteedt. De Amerikaanse analist Michael Knights, die verschillende embedded bezoeken heeft gebracht aan de troepen in Jemen, zegt naast de Soedanezen nooit andere gevechtstroepen hebben aangetroffen bij de Emirati’s.[57] Athol Yates, militair historicus van de Emiraten, noemt het een veelgemaakte vergissing. Immers, naast een handjevol (onder-)officieren en verschillende tijdelijke krachten wordt het leger van de Emiraten gerund door Emirati’s. Dit is al meer dan 20 jaar de norm.[58] Een cynische illustratie hiervan is het feit dat er Emirati’s zijn gesneuveld in Jemen. De dodelijkste dag is 4 september 2015, toen 45 Emirati’s sneuvelden door een raketaanval op een basis in de buurt van Ma’rib.[59]

Sinds 2014 geldt in de VAE een dienstplicht. Deze is verplicht voor mannen en optioneel voor vrouwen. Het genereren van voldoende aanwas voor de krijgsmacht is hiervoor echter niet de belangrijkste reden geweest. Met het invoeren van de dienstplicht wordt er getracht om een gedeelde ‘Emiraatse’ nationaliteit te creëren onder de jongeren van de verschillende Emiraten. Zij wennen op deze manier aan het idee dat er – naast rechten – plichten en verantwoordelijkheden horen bij het staatsburgerschap. Dit is tamelijk revolutionair in de Golf, waar de jongere bevolking is opgegroeid met het idee dat de staat vooral bestaat om de olierijkdommen te verdelen onder de (oorspronkelijke) bewoners. Het leger wordt zo ook een middel om vorm te geven aan een nieuw sociaal contract tussen de burgers en leiders van de Emiraten.[60]

In 2018 werd een poging gedaan om de strijd tegen de Houthi’s te beslechten door de stad Hodeidah, aan de Rode Zee, aan te vallen. Een offensief onder leiding van de Emiraten moest de Houthi’s logistiek afknijpen om daarmee na drie jaar een einde maken aan het conflict. Aanvankelijk lijkt het plan te zijn geweest om een amfibische operatie te starten in de stijl van de aanval op Aden.[61] Uiteindelijk werd toch besloten tot een minder complexe aanval via land. Na een paar maanden dwong de slepende strijd in combinatie met de groeiende internationale druk vanwege de humanitaire situatie echter tot een ander plan. Vanaf zomer 2019 begonnen de Emiraten hun eigen troepen terug te trekken uit Jemen, op basis van een in Stockholm onderhandeld VN-vredesakkoord. Verschillende andere oorzaken lijken een rol te hebben gespeeld. De druk vanuit de VS voor de totstandkoming van een wapenstilstand nam toe na de moord op Jamal Khashoggi eind 2018. De spanningen met Iran liepen op en in begin 2019 werden verschillende tankers in de Straat van Hormuz aangevallen. Door troepen terug te trekken uit Jemen werd een signaal van de-escalatie naar Iran gestuurd.[62] Een ander argument is dat een aantal belangrijke doelen inmiddels zijn behaald. De milities in het zuiden zijn loyaal aan - en afhankelijk van - de Emiraten. Daarnaast is de regionale macht sterk toegenomen door de bouw van militaire bases in Eritrea en Somaliland en op de eilanden Perim en Socotra in de Rode Zee en de Golf van Aden.[63]

Gewapende medestanders van de Houthi-beweging in Jemen. De Houthi’s vormen een van de groepen waarmee onder andere de VAE in Jemen in een strijd verwikkeld zijn. Foto ANP, EPA, Yahya Arhab

Bij de effectiviteit van de Emirati’s in Jemen zijn een paar kanttekeningen te maken. Zo was er in totaal slechts een relatief geringe hoeveelheid militairen betrokken bij de gevechtshandelingen. Deze militairen waren daarnaast onevenredig verdeeld over de verschillende krijgsmachtonderdelen. Net als in Kosovo en Afghanistan zijn dat vooral onderdelen van de luchtmacht en de special forces. Pollack schat dat er op elk gegeven moment ongeveer 4.000 Emirati’s aanwezig waren in Jemen, van wie ongeveer de helft in gevechtsrollen. Op basis van deze gegevens komt hij uit op een uiterst effectieve ‘speerpunt’ van het Emiraatse leger van 5 à 6.000 militairen.[64] Deze zijn goed opgeleid, hebben het juiste materiaal en hebben inmiddels ruime operationele ervaring.

De planning, schaal en uitvoering van de verschillende operaties in Jemen tonen echter wel aan dat het Emiraatse leger een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt in de laatste 30 jaar. Onderdelen van de krijgsmacht kunnen zich volgens Pollack inmiddels meten met die van sommige NAVO-partners.[65] Een vergelijking met Saoedi-Arabië geeft een verhelderende illustratie. De Saoedi’s hebben net als de VAE de meest geavanceerde wapensystemen. Het land heeft 227.000 actieve troepen en deelt een landsgrens van 1.300 kilometer met Jemen. Toch zijn de Houthi’s na bijna 6 jaar aan bombardementen nog steeds dominant in grote delen van Jemen en bestoken zij met drones nog regelmatig doelen in Saoedi-Arabië.[66] President Hadi leeft ondertussen nog steeds in ballingschap. De Saudi’s hebben hun belangrijkste doelen dus niet behaald. In delen van Jemen lijdt de bevolking honger, medische hulp en voedsel kunnen grote delen van het land nauwelijks bereiken door de blokkade van Hodeidah.

De rol van de Emiraten in (en rondom) Jemen is nog niet uitgespeeld. In de STC heeft het nog steeds een belangrijke partner op het vasteland. Emiraatse militairen bemannen diverse militaire bases op de eilanden Socotra en Perim en in de zuidelijke havenstad Balhaf.[67] Kijkend naar de acties en aanwezigheid van de Emiraten lijkt het aannemelijk dat het land van plan is om een dominante factor te worden rondom de Bab el-Mandeb Straat, naast de Straat van Hormuz een van de belangrijkste handelsroutes – en chokepoints - rondom het Arabische schiereiland.[68]

Conclusie

In de Golf en daarbuiten zijn de Verenigde Arabische Emiraten een dominante machtsfactor geworden. Voorbeelden daarvan zijn te zien in Libië, Jemen en de Hoorn van Afrika. De VAE heeft nu een krijgsmacht die niet alleen is uitgerust met moderne wapensystemen maar ook kan bogen op significante expeditionaire ervaring. Deze expeditionaire ervaring geeft het land een geloofwaardig voordeel ten opzichte van andere landen in de regio, die ook het materieel hebben maar de ervaring missen. In de binnenlandse politiek wordt de rol van de krijgsmacht ook belangrijker. De in 2014 ingevoerde dienstplicht is bijvoorbeeld een manier om een gedeelde ‘Emiraatse’ nationaliteit te creëren, bedoeld om de jonge mannen en vrouwen van de VAE op een betekenisvolle manier een bijdrage te kunnen laten leveren. De ontwikkeling van een eigen wapenindustrie biedt economische kansen voor een toekomst zonder fossiele brandstoffen. Het maakt de Emiraten minder afhankelijk van andere leveranciers, die met exportvergunningen voor problemen zouden kunnen zorgen. Dubai Ports World, het havenbedrijf dat grotendeels in handen is van de sjeik van Dubai, ontwikkelt en exploiteert inmiddels verschillende havens rondom de Rode Zee, die daardoor zowel een militaire als een economische functie krijgen. Het zijn voorbeelden van de centrale rol van de Emiraatse krijgsmacht in verschillende beleidsdoeleinden.

De laatste decennia is er op verschillende manieren een kleinschalige maar betekenisvolle militaire relatie opgebouwd tussen Nederland en de VAE. Het land heeft zich op meerdere manieren laten kennen als een betrouwbare en prowesterse Arabische en islamitische militaire partner. Deze relatie lijkt enigsinds onder druk te staan door het optreden van de VAE in Jemen. Toch zijn er een aantal belangrijke argumenten om de militaire band met de Emiraten te behouden of verder uit te bouwen. Nederland heeft belang bij een goede relatie voor het functioneren van de FSE Mirage en EMASOH-missies. Voor toekomstige missies kan de VAE als logistiek knooppunt weer essentieel zijn. De VAE is een ambitieus land in een instabiele regio. Problemen daar hebben gevolgen voor Europa. Denk aan de vluchtelingenstroom als gevolg van de oorlog in Syrië. De VAE is, ook na de Arabische Lente, politiek stabiel gebleken. Er zijn duidelijke verschillen met Nederland in de manier waarop gedacht wordt over onderwerpen zoals individuele vrijheden. Maar op andere gebieden, zoals terrorismebestrijding en maritieme veiligheid, zijn overeenkomsten te vinden voor mogelijke samenwerking. Kritiek kan waarschijnlijk ook meer effect sorteren binnen een bestaande relatie dan van veraf. Het ministerie van Justitie kan tot voorbeeld strekken, na de spectaculaire uitlevering van Ridouan Taghi uit Dubai wordt er nu gewerkt aan een betere samenwerking tussen de Nederlandse en Emiraatse autoriteiten.[69]

De samenwerking kan betrekkelijk makkelijk worden verstevigd. De bereidheid tot het opbouwen van een gespreksrelatie zou in deze waarschijnlijk al zeer gewaardeerd worden. Zeker in een Arabische context, waar een persoonlijke band nog steeds van groot belang is in politiek en zaken. Het lokale netwerk van de defensieattaché is hierin essentieel, bijvoorbeeld het contact met de VAE als host nation van de FSE Mirage en EMASOH-missies, of tussen counterparts van de operationele commando’s. Gezien de ervaring van de VAE zijn de luchtmacht en SOCOM hiervoor zeker interessante kandidaten.

 

[1] Telefonisch interview defensieattaché KLTZ Ton Tas, 17 mei 2021.

[2] G.A. Rommelse, ‘Export M-fregatten, 1986-1994 - De BV Nederland met vallen en opstaan’, in: Militaire Spectator 177 (2008) (4) 222-225.

[3] A. ten Cate en M. van der Vorm, Callsign Nassau – Het Moderne Korps Commandotroepen 1989-2012 (Amsterdam, Boom, 2012) 251.

[4] Interview defensieattaché KLTZ T. Tas.

[5] M. Geels, ‘Minister Kaag scherpt regels wapenexport aan vanwege Jemen’, NRC Handelsblad, 29 november 2018.

[6] Zie bijvoorbeeld: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/03/15/nederland-zet-zich-in-de-veiligheidsraad-in-voor-de-bevolking-van-jemen.

[7] Interview defensieattaché KLTZ T. Tas.

[8] Zie WikiLeaks: https://wikileaks.org/plusd/cables/09ABUDHABI862_a.html.

[9] P. Salisbury, ‘Risk Perception and Appetite in UAE Foreign and National Security Policy’, Chatham House (2020) 10.

[10] De andere 6 emiraten zijn, gerangschikt naar bevolkingsgrootte: Dubai, Sharjah, Ras al-Khaimah, Fujairah, Ajman en Umm al-Qaiwain.

[11] Salisbury, ‘UAE Foreign and National Security Policy’, 11.

[12] K.S. Almezaini, The UAE and Foreign Policy – Foreign aid, identities and interests (New York, Routledge, 2012) 38-39.

[13] De GCC bestaat uit Saoedi-Arabië, Oman, de VAE, Koeweit, Qatar en Bahrein.

[14] Andreas Krieg, ‘Saudi Arabia and the UAE: When crown princes fall out’, Middle East Eye, 6 juli 2021. Zie: https://www.middleeasteye.net/opinion/saudi-arabia-crown-princes-fall-out.

[15] Aboe Moesa en de grotere en kleinere Toenb-eilanden, in de buurt van de Straat van Hormuz.

[16] Bijvoorbeeld met een formeel (en geheim) defensiepact in 1994. Zie: https://www.uae-embassy.org/uae-us-relations/key-areas-bilateral-cooperation/uae-us-security-relationship.

[17] Salisbury, ‘UAE Foreign and National Security Policy’, 10.

[18] A. Yates, The Evolution of the Armed Forces of the United Arab Emirates (Warwick, Helion & Company, 2020) 256.

[19] Yates, Armed Forces of the UAE, 330-331.

[20] ‘UAE to keep troops in Kosovo’, Global Policy Forum, 14 maart 2000. Zie: https://archive.globalpolicy.org/component/content/article/192-kosovo/38539.html.

[21] ‘Special Report: The day Emirati troops came to help war-torn Kosovo’, The National News, 30 juli 2019. Zie: https://www.thenationalnews.com/uae/special-report-the-day-emirati-troops-came-to-help-war-torn-kosovo-1.891416#3.

[22] ‘How the UAE emerged as a regional powerhouse’, BBC News, 23 september 2020. Zie: https://www.bbc.com/news/world-middle-east-54235209.    

[23] R.F. Worth, ‘Mohammed bin Zayed’s Dark Vision of the Middle East’s Future’, The New York Times, 2020.

[24] Hussein Ibish, ‘The UAE’s Evolving National Security Strategy’, in: The Arab States Gulf Institute in Washington (2017) (4) 16.

[25] Yates, Armed Forces of the UAE, 277.

[26] R. Chandrasekaran, ‘In the UAE, The United States has a quiet, potent ally nicknamed “Little Sparta”’, The Washington Post, 2014.

[27] ‘UAE to boost troop presence in Afghanistan for training: officials’, Reuters, 8 juni 2018. Zie: https://www.reuters.com/article/us-afghanistan-emirates-idUSKCN1J41E7.

[28] Zie: http://www.uaeafghanistan.ae/en/.

[29] ‘How the UAE emerged as a regional powerhouse’.

[30] ‘On the frontline with UAE forces in Helmand’, The National News, 22 juli 2011. Zie: https://www.thenationalnews.com/uae/on-the-frontline-with-uae-forces-in-helmand-1.423315.

[31] Yates, Armed Forces of the UAE, 277.

[32] Ibidem.

[33] Kenneth Pollack, ‘Sizing Up Little Sparta’, American Enterprise Institute (2020) 10.

[34] Pollack, ‘Sizing Up Little Sparta’, 12.

[35] Chandrasekaran, ‘In the UAE, The United States has a quiet, potent ally’.

[36] K. Coates Ulrichsen, The United Arab Emirates – Power, Politics, and Policymaking (New York, Routledge, 2017) 147.

[37] ‘Barack Obama: Egypt transition of power must “begin now”’, BBC News, 4 februari 2011. Zie: https://www.bbc.com/news/av/world-us-canada-12371518.

[38] D.D. Kirkpatrick, ‘The Most Powerful Arab Ruler Isn’t M.B.S. It’s M.B.Z.’, The New York Times, 2019.

[39] Barack Obama, A Promised Land (New York, Crown Publishing, 2020) 651-652.

[40] Ibish, ‘UAE’s Evolving Strategy’, 16-17.

[41] Yates, Armed Forces of the UAE, 332.

[42] Salisbury, ‘UAE Foreign and National Security Policy’, 32

[43] UNSCR, ‘Resolution 2216’. Zie: http://unscr.com/en/resolutions/2216.

[44] Yates, Armed Forces of the UAE, 295.

[45] M. Knights en A. Almeida, ‘The Saudi-UAE War Effort in Yemen (Part 1): Operation Golden Arrow in Aden’, The Washington Institute for Near East Policy, 2015.

[46] D.B. Roberts, ‘Bucking the Trend: The UAE and the Development of Military Capabilities in the Arab World’, in: Security Studies 29 (2020) (2) 316-317.

[47] Yates, Armed Forces of the UAE, 297-298.

[48] Alex Mello en Michael Knights, ‘West of Suez for the United Arab Emirates’, War on the Rocks, 2 september 2016. Zie: https://warontherocks.com/2016/09/west-of-suez-for-the-united-arab-emirates/.

[49] Roberts, ‘Bucking the Trend’, 316-317.

[50] Peter Salisbury, ‘Yemen’s Southern Transitional Council: A Delicate Balancing Act’, International Crisis Group, 30 maart 2021. Zie: https://www.crisisgroup.org/middle-east-north-africa/gulf-and-arabian-peninsula/yemen/yemens-southern-transitional-council-delicate-balancing-act.       

[51] Salisbury, ‘UAE Foreign and National Security Policy’, 33.

[52] Pollack, ‘Sizing Up Little Sparta’, 12.

[53] Ibidem, 12.

[54] Ibidem, 21.

[55] E.B. Hager en M. Mazzetti, ‘Emirates Sends Colombian Mercenaries to Yemen Fight’, The New York Times, 2015.

[56] Aram Roston, ‘American Mercenaries’, Buzzfeed, 16 oktober 2018. Zie: https://www.buzzfeednews.com/article/aramroston/mercenaries-assassination-us-yemen-uae-spear-golan-dahlan.

[57] Pollack, ‘Sizing Up Little Sparta’, 9.

[58] Lezing dr. A. Yates voor de American Gulf States Institute in Washington (2021), te zien op: https://agsiw.org/programs/the-evolution-of-the-armed-forces-of-the-united-arab-emirates.

[59] ‘UAE, Bahrain say 50 soldiers killed in Yemen attack’, Reuters, 4 september 2015. Zie: https://www.reuters.com/article/uk-yemen-security-idUKKCN0R40V120150904.

[60] Zie voor meer informatie over dit onderwerp: B. Alterman en M. Balboni, ‘Citizens in Training – Conscription and Nation-building in the UAE’, CSIS, 2017.

[61] Pollack, ‘Sizing Up Little Sparta’, 22.

[62] Guido Steinberg, ‘Regional Power United Arab Emirates’, German Institute for International and Security Affairs, 2020, 27.

[63] Steinberg, ‘Regional Power United Arab Emirates’, 30-31.

[64] Pollack, ‘Sizing Up Little Sparta’, 35.

[65] Lezing dr. Yates voor AGSIW (2021).

[66] ‘Yemen’s Houthis claim drone and missile barrage on Saudi oil facilities’, Middle East Eye, 12 april 2021. Zie: https://www.middleeasteye.net/news/yemen-houthis-drone-missile-barrage-saudi-oil-facilities.

[67] Sheren Khalel, ‘UAE deeply involved in Yemen despite claims of withdrawal, experts say’, Middle East Eye, 22 februari 2021. Zie: https://www.middleeasteye.net/news/uae-yemen-conflict-deeply-involved-experts-say.

[68] Steinberg, ‘Regional Power United Arab Emirates’, 30-31.

[69] J. Meeus, ‘Nederland wil meer justitiële samenwerking met Dubai’, NRC Handelsblad, 22 juni 2021.

Over de auteur(s)

Boris Wijmer MA

Boris Wijmer MA is historicus en als opleider en onderzoeker werkzaam voor de sectie Cultuurhistorische Achtergronden en Informatie bij het 1 CMI Commando in Apeldoorn.