Als je op YouTube ‘luchtmobiel’ intikt, komt het ene spannende filmpje na het andere voorbij. Bij de bekende promofilmpjes knetteren de smaakmakende ondertonen en kernwaarden van het beeldscherm af. Communicatie, werving en selectie doen er alles aan om de jonge man/vrouw aan het begin van zijn maatschappelijke ontwikkeling - en in de sterkste jaren van zijn of haar bestaan - te enthousiasmeren voor een leven bij 11 Luchtmobiele Brigade. Er zijn er nog die kiezen voor de rode baret. De rode baret kun je voor twee tientjes kopen, bij onder meer Echos en bij Noorloos. Niemand die daar controleert of je wel draagrecht verworven hebt door het voltooien van de luchtmobiele opleiding. Maar de rode baret is gevoelsmatig veel meer waard. ‘Je krijgt de rode baret niet voor niets, je moet hem verdienen’, om maar even een jonge militair te citeren. Je moet tot het uiterste gaan om de rode baret te behalen. Wat drijft mensen om zo diep te gaan? Op basis waarvan wordt de waarde van dat rood gekleurde lapje stof zo groot?

Ds. J.D. de Bruin - i.r.g.m. majoor*

“Gaat u ook de VAKOL in?”, was één van de eerste vragen in mijn eerste dagen als dominee bij Luchtmobiel.[1] Je verwacht een persoonlijke en hartelijke kennismaking. Die kennismaking was er, maar ook de directe uitnodiging tot het halen van de rode baret. Hoewel de vraag open klonk, moest er toch duidelijk een keuze worden gemaakt. Geen keuze was geen optie. Ik had niet veel tijd nodig om me te realiseren dat de rode baret voor de Luchtmobieler meer betekenis heeft dan die van een gewoon hoofddeksel. Het blijkt een meer dan waardevol ding te zijn. “Het is niet zo groots als wij het maken, dat ziet u toch ook wel?”, biechtte in diezelfde periode echter een sergeant-majoor tussen neus en lippen door eens op.

Dat riep vragen op. Wat is de kracht en de waarde van de rode baret, wat drijft mensen om ‘Rode Baret’ te worden? Dit artikel gaat daarover. Er ligt geen uitvoerig onderzoek aan ten grondslag. Om die reden is het geen wetenschappelijke verhandeling. Beschouw dit artikel als ‘reflecties van een geestelijk verzorger’ op een luchtmobiel leven, ontstaan vanuit vele ervaringsverhalen. Het biedt inzicht in de zingeving van mensen om te kiezen voor deze bijzondere eenheid.

Een strak beeldmerk

Tijdens mijn eerste uitzending werd ik op de dag van binnenkomst geconfronteerd met diverse kruisen in de werkfabs. U begrijpt dat mijn hart in eerste instantie verbaasd, maar ook geraakt was. Ik vroeg me af wat er met de mariniers, daar toen aanwezig, was gebeurd.

Het kruis is een herkenbaar en krachtig beeldmerk. Het kruis doet het als symbool uitermate goed, wat je er ook van vindt. Sporters slaan een kruis als ze hebben gescoord, jongeren hangen een kruisje om de nek vanwege de mode. Het kruis wordt gebruikt in clips, vlaggen, wapenschilden en waar al niet meer. Je zou je kunnen voorstellen dat de bekendheid van het kruis in de reclamewereld de nodige afgunst wekt. Als je echter bedenkt wat voor voorwerp het is, is het de vraag of er een snelle jongen zou zijn die dat teken aan zijn klant zou durven te verkopen. Dit beeldmerk heeft blijkbaar geen dure marketingstrategie[2] nodig om te overleven. Het bestaat al eeuwen.

Waarom is dat kruis dan toch zo bekend en zo tijdloos? Zou het kunnen dat het kruis – waar het christendom over spreekt  –  een boodschap laat horen die verder gaat dan de eigen realiteit? Volgens het christendom gaat achter het kruis een ontzagwekkend verhaal schuil, dat het tot een teken van hoop heeft gemaakt.[3] Niet voor niets leg ik hier de link met de rode baret. In de rode baret zit namelijk een dimensie die dieper kleurt dan rood alleen.

De rode baret vertelt

Tijdens mijn tweede uitzending viel – volgens zeggen – mijn directe manier van communiceren op. Al snel werd de link gelegd met mijn rode baret. “Hij laat zich niet de kaas van zijn brood eten, want het is een dominee met rode baret”. Ik was geschokt, omdat de kleur van mijn baret mijn persoonlijkheid en handelwijze zou verklaren. Er was in elk geval een beeld. Tijdens dezelfde uitzending trof ik een korporaal die ooit bij Luchtmobiel had gediend. Hij nam mij mee naar zijn slaapfab en liet zien dat zijn rode baret als een soort relikwie een plaats had gekregen als onderdeel van zijn standaard verplaatsingsuitrusting. Het beeld was een icoon geworden.

De rode baret roept diverse beelden op, zowel positief als negatief. Van ‘arrogant’ tot ‘mentaal gehard’ en alles wat er tussenin zit. Deze kwalificaties duiden op waarden van gedrag en vaardigheid. De rode baret is initieel ook een vaardigheidsembleem. Dit klinkt echter in mijn oren als heiligschennis, want de rode baret staat toch voor meer dan dat ‘ene kunstje’ in de opleiding?

“U bent toe aan een nieuwe baret, dominee,” zei een wat oudere sergeant-majoor vlak voor een herdenking waar ik een toespraak zou geven. Verbaasd liet ik zijn woorden op me inwerken. Ik was net teruggekeerd van een uitzending. Ik bespeurde moeite en ergernis. De baret zomaar vervangen kostte me wat moeite. Ik deelde deze moeite met enkele militairen. Verrassend genoeg vond ik herkenning. Een officier zei treffend: “Je baret vertelt jouw verhaal.” De baret was inmiddels vaal, stoffig, en had hier en daar een zichtbare scheur. Na vele jaren dienst hadden de elementen van weer en wind, zon, regen, bos, hei en woestijn hun sporen achtergelaten.

Mijn nieuwe rode baret heeft voor mij een grote waarde. Ruim een jaar geleden kreeg ik die uitgereikt door de brigadecommandant 11 LMB. Ik verdiende het draagrecht door het voltooien van de Voortgezette Algemene Kader Opleiding Luchtmobiel (VAKOL). Voor de VAKOL begreep ik het niet als militairen zeiden: “Het is maar een kleur.” Nu snap ik het. Omdat deze kleur iets zegt, iets meer betekent dan de kleur alleen. Het vertelt mijn persoonlijk verhaal. Dit is - als je het mij vraagt - de kern achter de rode baret. Ze vertelt een verhaal. Vraag aan iedere willekeurige luchtmobiele militair naar de waarde van zijn of haar rode baret en je krijgt een doorleefd, persoonlijk en eigen verhaal.

In de rode baret zit een dimensie die dieper kleurt dan rood alleen. Foto Sectie Communicatie LMB

De proloog van het verhaal

Ik stond bezweet op de hindernisbaan. Eén van de afmattende lessen ter voorbereiding op de VAKOL was bijna voorbij. Een instructeur riep me bij zich. Ik had de veldfles aan de mond gezet om mijn dorst te lessen. Op indringende wijze stelde hij mij de prangende vraag: “Waarom wilt u zo graag de rode baret?” Happend naar adem begon ik mijn verhaal. De instructeur interrumpeerde streng: “Eén zin, dominee: waarom wilt u dit? Vertel mij dat in één zin!” Met enig ongemak gaf ik een onsamenhangend antwoord.

Waarom wil je de rode baret? Het is meer dan opvallend dat als we hiernaar vragen bij leerlingen, cursisten en rode baret dragende militairen, we niet het grote verhaal te horen krijgen. Het antwoord lijkt ook niet in één kernzin te vangen te zijn. Het grote verhaal gaat over de visie en de missie van de Luchtmobiele Brigade en de krachtige kernwaarden die daarbij horen.[4] Het verhaal dat ik over het algemeen hoor in antwoord op de vraag ‘waarom wil je dit’ is er één die ik bijna tot een sacrale weg van transformatie reken.

De antwoorden zijn divers. “Duizend keer sterven, dominee, maar ook weer opstaan. Dat begrijpt u toch, dat moet je willen!”, sprak een sergeant vlak na de VAKOL. “Ik kan me geen leven voorstellen buiten luchtmobiel, wat moet ik dan?”, zei een korporaal die niet verder is doorgegroeid en uiteindelijk de dienst moest verlaten. Een adjudant die ook de oprichting van Luchtmobiel heeft meegemaakt sprak resoluut: “Luchtmobiel heeft mij gemaakt tot wie ik ben”.

De rode baret gaat dus over willen, kunnen en zijn. Ze vertolkt de motivatie, vaardigheid en kwaliteit en geeft recht op bestaan. De rode baret is blijkbaar in staat om deze drie elementen die een mens tot een echt mens maakt, op een unieke wijze samen te brengen.

Een oude droom

Luchtmobiel ademt de sfeer van keur- en elitetroepen. De Luchtmobiele Brigade profileert zich ook als zodanig, waarbij de rode baret onderscheidend werkt. De motivatie om deel uit te maken van de Rode Baretten is heel divers, los van een enkeling die een postcodeplaatsing krijgt bij de startfunctie.

Als jongens of meisjes[5] groot worden, willen ze ‘bij de politie, de brandweer of het leger’. ‘Dingen doen’, zoals ze dat zelf noemen. Ze willen ‘een pak aan’, de stoere krijger uithangen, het verschil maken. Ze zoeken het avontuur en willen natuurlijk gaan voor het beste. Luchtmobiel komt dan automatisch om de hoek kijken, als je al ‘het leger’ in wil.

In mijn eerste jaren als geestelijk verzorger bij deze mooie eenheid was ik in eerste instantie geschokt door de alledaagse antwoorden die deze militairen geven op de vraag hoe ze bij Luchtmobiel terecht zijn gekomen en wat ze hier heeft gebracht.  

Alledaagse antwoorden

De militairen in de AMOL nemen deel aan de lessen geestelijke verzorging en aan een tweedaagse vormingsconferentie op het vormingscentrum Beukbergen. Daar geven zij in de gesprekken veelal hun motivatie prijs. “Mijn vader wilde graag dat ik het leger in zou gaan, ik bleek in Amsterdam tot FIT-cluster 6[6] te behoren, of ik wel naar Luchtmobiel wilde. Luchtmobiel klonk wel goed, dus zei ik maar ja”. Er zijn er ook die een doel lijken te hebben en vertolken dat als volgt: “Ik wilde graag op uitzending, dat leek me een mooie ervaring.”

Er zijn er echter ook met een minder verheven ideaal: “Mijn maatje liet me een filmpje zien van Luchtmobiel. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het zag er leuk en stoer uit”. Een subcategorie zijn de jongens en meisjes die zowel naar eigen zeggen en als dat van hun ouders ‘niet veel kunnen’. Het zijn de jongeren die nog door moeten groeien. Ze dragen geen grootse toekomstplannen met zich mee, ze denken slechts na over de noodzakelijke eerstvolgende stap. Hun dromen zijn veelal het kleinst. “Ik had geen idee wat ik moest met mijn leven, het leger leek me wel wat.”

Bewuste keuze

Er is ook een categorie die bewust kiest. In deze categorie komen we de jongeren tegen met bijvoorbeeld een gereformeerde, christelijke achtergrond. Ook zij blijken aan wereldverbetering te doen, ze zien voor zichzelf een taak in deze wereld en dragen die met gevoel voor verantwoordelijkheid. Ze willen de overheid dienen en het kwaad bestrijden. Zij behoren niet tot de categorie ‘hoeren, snoeren, taxi rijden’. Ook drinken ze niet overmatig.

Opvallend is dat deze groep over het algemeen toch goed wordt opgenomen in de groep, wanneer de levensovertuiging als authentiek is herkend. Ze komen binnen via de keuring in Amsterdam en middels de kennismakingsdagen. Ze vallen fysiek binnen FIT-cluster 6 en mogen uiteindelijk naar Luchtmobiel. “Ik heb mijn opleiding HBO-bestuurskunde afgerond en zit nu hier in de AMOL .Mijn vriendin is advocaat, dus zij is kostwinner. Ik kan nu doen wat ik altijd al wilde: soldaat worden”.

Het maakt niet uit hoe men aan de VAKOL of AMOL begint. Het begint met een persoonlijk motief. Ergens had men een groot of klein verlangen. Uiteindelijk wordt de eerste stap er één van een lange weg waarbij een stil gekoesterd ideaal als een vuurtje wordt aangeblazen.

De motivaties om aan de luchtmobiele opleiding te beginnen zijn zeer divers. Foto Sectie Communicatie LMB

Heilig vuur

Ik heb me oprecht afgevraagd of we echt tot de keurtroepen behoren. Ik heb diep nagedacht of Luchtmobiel zich mogelijk onterecht een naam aanmatigt die men niet kan waarmaken. Als Luchtmobiel alleen anders is vanwege zijn wijze van optreden, dan is het toch niet automatisch beter? Ik deed een ontdekking. Hoewel het spoor tot aanvang van de luchtmobiele opleiding divers verloopt, heeft men uiteindelijk allemaal één ding gemeen: men wil een rode baret. Het heilig vuur wordt niet alleen aangewakkerd door de instructeurs. Cursisten en leerlingen vinden ook een intrinsieke knop in zichzelf; ze vlammen en gaan tot de grens en eroverheen.

Het behalen van de rode baret bevestigt de oerbehoefte erbij te mogen horen…

… maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Foto's Sectie Communicatie LMB

Hoe de eerste stap en aanleiding er ook uitzien, men wordt bevangen door een ‘heilige drive’ tot het halen van de rode baret. Waarom? Niet omdat die staat voor een traditie of een verhaal, maar omdat die anders is dan ‘de gewone baret’. Ze willen zich onderscheiden. Het is een onvermijdelijk proces. ‘We moeten door, het moet gebeuren, anders krijg ik er later spijt van.’ De luchtmobiele identiteit wordt de eigen persoonlijke identiteit. Het luchtmobiele verhaal wordt een persoonlijk verhaal. Voor hen die de rode baret bemachtigen, is het de vervulling van een oude, voor velen bekende jeugddroom. Het bevestigt tevens het gevoel en de oerbehoefte erbij te mogen horen en ertoe te doen.

Gedoofd vuur

“Het is niet voor iedereen weggelegd”, wist een wat oudere sergeant-majoor mij te vertellen na uitval uit de VAKOL. Het was een ijdele poging mij gerust te stellen. Het gevoel ken ik en herken ik bij anderen die uitvallen. Er is meer dan het bekende ‘zwarte gat’ en ‘overgaan tot de orde van de dag’, zoals weleens wordt gesuggereerd. Er worden grote concessies gedaan om de opleiding te volgen. Cursisten drinken soms maandenlang geen alcohol. De sociale omgeving (familie en vrienden) moet tevreden zijn met beduidend minder tijd en aandacht. Alles gaat opzij voor dat ene doel.

De één kan daar beter mee omgaan dan de ander, maar eenieder heeft tijd nodig om hiervan goed te recupereren. Ook het niet-halen heeft effect. “Het blijft een gevoelig vlekje op mijn blazoen”, zei een luitenant die uiteindelijk de brigade verliet. Bij uitval spat de droom meteen uiteen en belandt men in een koud dompelbad van uiteenlopende emoties. Gevoelens van persoonlijk falen, niet voldoen aan de geldende norm, angst voor de huidige en toekomstige functie[7] en niet weten hoe nu verder[8]. Eigenlijk is het ideaal in stukken gevallen en het vuur genadeloos gedoofd. Men staat letterlijk met lege handen; het voelt alsof men is beroofd van bekende antwoorden op de vraag wie men is en waarom men hier is.

De climax

Elke willekeurige voorbijganger zou op basis van wat hij ziet er het zijne van denken. Bij duisternis, middernacht, op een begraafplaats (militair ereveld Oosterbeek), brandende fakkels en marcherende militairen. Van een afstand bekeken weet je: hier gebeurt wat. Nader beschouwd moet de conclusie getrokken worden: hier gebeurt hét.

Het hoogtepunt van de luchtmobiele opleiding is de uitreiking van de rode baret. Het beste wordt in deze tot het laatst bewaard. De mannen en vrouwen hebben tijdens hun opleiding met elkaar geleden, er zijn offers gebracht en er is gestreden, vooral met zichzelf. Aan alle gevoelens van de droom is in het klein voldaan. Iedere fase van het scenario moet zijn doorlopen voor het maximale euforische eindresultaat. De intocht van de nieuwe Rode Baretten wordt omgeven door het juiste decorum. Volgens allen die het hebben meegemaakt, het zogenoemde ‘kippenvelmoment’.

De laatste twaalf uur van de luchtmobiele opleiding zijn eigenlijk de ‘bekroning op’ en ‘inwijding tot’. Het heeft - als je het mij vraagt - alle elementen in zich van een duidelijk religieus ritueel. Vergeef me als ik het ‘wedergeboorte’ en ‘inwijdingsritus’ noem. De laatste twaalf uur van de opleiding worden ingeluid met een indrukwekkende ceremonie op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek. Ondanks of dankzij de slaapdeprivatie en dergelijke is dit het moment dat enorme indruk maakt. De ceremonie is niet alleen het inluiden van het eindpunt, maar ook de start van iets nieuws.

Duisternis, middernacht, brandende fakkels, marcherende militairen; hier gebeurt het. Foto Sectie Communicatie LMB

De ambtsdrager verhaalt

Dezelfde nacht doet de schooladjudant een stap naar achter om de geestelijk verzorger als ambtsdrager het woord te laten voeren.

“Jansen, Ehrlichman, (...) (…). Namen van soldaten die vanavond hier voor mij staan op de begraafplaats van Oosterbeek.  Drie maanden geleden kende vrijwel niemand elkaar. Nu heeft iedere naam een verhaal gekregen. We werden van een nummer een naam. De één was zelfverzekerd, de ander twijfelde. Sommigen zijn leiders, anderen volgen. Ondanks al die verschillende karakters wilden we één ding: dienen en de rode baret halen.

Johnson, Curtis, Gronert, Wazinski, Rodley. Het zijn namen van gesneuvelde mannen die ons hier vannacht omringen. 1766 namen, door hun ouders aan hen gegeven. De een was zelfverzekerd, de ander twijfelde, sommigen waren leiders, anderen volgden. Eén ding hadden ze gemeen; ze droegen de rode baret. Ze hadden een opdracht: ze streden voor de vrijheid van Europa. Onder de 1766 witte stenen op deze begraafplaats rusten mannen die in september 1944 deel hebben uitgemaakt van de grootste luchtlandingsoperatie uit de geschiedenis: Market Garden. Aan het einde van jullie opleiding verbinden we jullie namen met de namen van hen die hier liggen.”[9]

De kandidaat-rode baretten worden op het schild gehesen. De militair met de rode baret binnen handbereik wordt geplaatst op de schouders van voor hun onbekende voorgangers met herkenbare heroïsche verhalen en krijgt daarmee permanent plaats op de tijdlijn van de eeuwigheid. De boodschap klinkt: “Je naam is bekend, je hoort erbij.”

De uiteindelijke afronding van de militaire opleiding wordt voorafgegaan door een afmattende eindmars. Het is hét kenmerk van ‘inwijding’. Eerst lijden, dan de verheerlijking. De confrontatie met de hel maakt de hemel tot de beste plaats. Het lijkt op de barensweeën voor een geboorte. Het moment is cruciaal, het contrast groot. De duisternis uit, het licht tegemoet.

Familie en vrienden leven vaak intens mee. Foto Sectie Communicatie LMB

De ambtsdrager heeft bij nacht het perspectief duidelijk gemaakt: “Vanaf het moment dat je die rode baret morgenochtend opzet, heb je je verbonden met al die mannen die hier liggen. Jullie zullen de fakkel van hen overnemen. Draag dan die fakkel, die rode baret, met gepaste trots. Doe dit naar eer en geweten, met respect voor de vrijheid van ieder mens. Dat is een opdracht.”[10]

Geboorte van een nieuwe krijger

De binnenkomst en de daadwerkelijke uitreiking van de rode baret zijn groots en euforisch. De zichtbare symbolische bevestiging en voltooiing van ‘acts of fact’ in de opleiding, maar ook het moment waarop de individuele krijger wordt opgenomen in een groter geheel. De vreugde van dat moment is niet alleen opluchting over het lijden dat voorbij is. Het is vooral ‘de bestemming’ die bereikt is. De brigadecommandant bevestigt het standaard in zijn toespraak voordat de rode baret wordt uitgereikt: “U heeft laten zien uit het juiste hout gesneden te zijn. U ging door waar anderen stoppen. U heeft getoond de wil te bezitten om te winnen. U blijkt hiermee rode baret-waardig te zijn.”

Familie en vrienden leven gedurende de opleidingsweken niet zelden op een grootse, intense wijze mee. Omdat vrouwen over het algemeen houden van strijdende mannen bepalen de huilende moeders en trotse partners mede de sfeer van het moment. De leerling is strijder geworden en wat nog belangrijker is: een zelfbewuste militair. Iemand die trots kan zijn op zichzelf en soms voor het eerst in zijn leven verder is gegaan dan hij of zij ooit had durven dromen. De droom is werkelijkheid geworden. De rode baret wordt overhandigd, een Rode Baret is geboren.

Als je het mij vraagt is het bijna magie, het lijkt mythisch, het raakt de heroïek. Het is de stille wens van ieder individueel mens die daar publiekelijk wordt aanvaard. Met het doorlopen van de opleiding en het bijbehorende vormingsproces heeft binnen het persoonlijkheidsprofiel een herschikking plaatsgevonden van het ‘DNA’. Hiermee is men niet alleen drager van de rode baret, maar ís men Rode Baret geworden. Hiermee is een persoonlijk doel bereikt en een verwachting gerealiseerd of overtroffen.

Twee kanten

Het lijkt erop dat persoonlijke motieven ten grondslag liggen aan het behalen van de baret. Veel jongens en meisjes hebben een flink gevulde rugzak en vragen zich regelmatig af wat ze hier in godsnaam doen. Ik hoorde verhalen van militairen die komen uit gezinnen waar weinig te beleven valt, sommigen zijn mishandeld of misbruikt en hebben een neiging tot ontspoord gedrag. Het leger biedt hen een spoor, een structuur (discipline) en een gezicht waarop ze trots kunnen zijn.

De rode baret is de kers op de taart. Dan heb je net iets meer laten zien. Je bént net iets meer. Dat is vaak een compensatie voor het gemis. Het lijkt een slechte motivatie, maar volgens mij is daar niks mis mee. Het brengt namelijk uiteindelijk het gezochte evenwicht en Defensie heeft er baat bij. Er is namelijk ook een bereidheid ontstaan een grotere prijs te betalen en de persoonlijke grenzen te verleggen. De Luchtmobiele Brigade vaart er wel bij. Dit is wat zij zoekt en nodig heeft om te kunnen optreden. Het mes snijdt dus aan twee kanten.

Een nieuw hoofdstuk

“Ik kan er geen afstand van doen”, sprak een luitenant-kolonel over zijn eerste - aan hem uitgereikte - rode baret. Deze eerste baret was niet meer toonbaar. Maar deze had hij verdiend, niet besteld bij het KPU-bedrijf, maar gekregen uit handen van de brigadecommandant. Inmiddels was hij vele jaren verder en vele ervaringen rijker, in functies binnen en buiten LMB.

De VAKOL bracht mij uit mijn vertrouwde comfortzone. Dat zat echt in de kleine dingen. Opeens geen dominee zijn, maar majoor. ‘In de houding springen’ met vermelden van rang en naam bij het aanmelden bij het kader. We kennen allemaal de kleine dingen die het aangenaam maken, of juist niet.

Iedereen heeft zijn herinneringen aan dat vormingsproces in de opleiding. Iedereen kent momenten van vreugde en mindere vreugde. Ik zie en hoor de sergeant nog voor mij die retorische vraag stellen, of het nu echt allemaal zo erg was. Bewust liet ik de stilte opkomen.

Met deze vraag raakte hij de kern. De VAKOL heeft mij geleerd waar de 11 Luchtmobiele Brigade voor staat. The vibe en the feelings achter de voor mij voorheen ‘natte’ kreten, zoals ‘de wil om te winnen’ en ‘doorgaan waar anderen stoppen’. Dat zit hem niet in wat je doet of wat je zegt, maar hoe je naar dingen kijkt. Een Rode Baret hoeft maar een andere Rode Baret tegen te komen en hij of zij weet dat de ander hetzelfde heeft meegemaakt. Dat schept een onzichtbare band, die kan meten met de familiaire bloedband, waarvoor je daadwerkelijk bereid bent tot het uiterste te gaan.

Prijs betalen en offers brengen

“Als ik moet sneuvelen, dan is het voor mijn buddy”, zei een van de leerlingen in een les van de Geestelijke Verzorging. De rest van de groep zat met tranen in de ogen. “Dat klopt”, zei zijn buddy. “Ik ook voor jou.”

De uitvaart van korporaal Van Hulst in 2014. Het sterven van een collega raakt de eenheid in het hart. Er is een band die als broederliefde omschreven kan worden. Foto Sectie Communicatie LMB 

Wie denkt hier in een slechte soap terecht te zijn gekomen, heeft het mis. Er is een band ontstaan die we als kameraadschap of als echte broederliefde kunnen omschrijven. Vanwege het onderscheidende karakter van de Luchtmobiele Brigade is de individuele luchtmobiele militair ook meer naar binnen gericht dan naar buiten. Dat betekent ook dat wanneer het erom spant, men bereid is die stap extra te doen. Offers brengen, willen strijden met elkaar en voor elkaar.

Het gaat dan niet meer om het grote ideaal van ‘volk en samenleving’, ook niet echt om de tegenstander. Inzet voor elkaar is een groter belang geworden dan de ideële doelstellingen van de politiek. Het gaat erom samen de klus te klaren en er voor elkaar te zijn. Dat geeft uiteindelijk erkenning en begrip.

Het is vaak teleurstellend als dat gevoel niet gevonden en gerealiseerd kan worden. Daar is immers veelal een gewapend conflict (lees: een uitzending) voor nodig. De meeste militairen in opleiding zien daar ook naar uit. Want in een conflict - ten tijde van oorlog - worden de bokken van de schapen gescheiden en zien we wie wat waard is. Dan zal aan het licht komen wat goed en fout, donker en licht is. Het heeft bijna bijbelse dimensies.

Dit soort apocalyptische, opeenstapelende paradigma’s leven bij veel jonge collegae die de rode baret willen halen. Lichte infanterie, maar met grote overtuiging. Zonder spullen samen knokken tegen het kwaad. Het jongensboek gaat open. Samen vechten voor een betere wereld. Het gevoel hebben dat je ertoe doet, dat je bestaat en samen ergens aan bijdraagt.

Verwachting versus werkelijkheid

Ik ontmoet ook collega-Rode Baretten die gedesillusioneerd zijn in het leven als Rode Baret. Het raakt mij, ik word er stil van. Ik kan ze stuk voor stuk voor de geest halen. Alsof elke vorm van leven eruit wordt gewrongen. De emotie gaat dan ontzettend diep. Het zijn niet alleen de zogenoemde ‘mutanten’ die afhaken, omdat ze niet mee kunnen komen. Het zijn ook doorgewinterde rakkers die stoppen, omdat datgene waar ze voor kwamen er iets anders uit bleek te zien dan ze dachten.

“Het heeft niet gebracht waarop ik hoopte”, hoor ik nog iemand zeggen. Hij wilde op uitzending en vechten, maar liep alleen maar het bekende rondje rond de kerk. Dan blijkt de grens tussen verwezenlijking en zelfdestructie, zoals ook tussen leven en dood, flinterdun te zijn. Afhaken is bijna verloochening van identiteit. Ze worden overmeesterd door grote twijfel en vragen zich af of eigen vaardigheid en capaciteit houdbaar is in een andere context.

“Gaat mij dit lukken?”, vroeg een plaatsvervangend groepscommandant zich af met zijn overstap naar de burgermaatschappij. Hij had een strakke blik, maar troebele ogen en keek door het raam naar buiten. “De baret afzetten is bijna jezelf ten grave dragen”, zei een adjudant die ik bezocht na zijn FLO-bijeenkomst. Uitstappen heeft risico’s in zich met kenmerken van een identiteitscrisis.

Tot slot

Ik draag de kleur van de rode baret, zoals velen, met gepaste trots. Deze te halen als doel stellen is één ding, maar het ook daadwerkelijk behalen is een ander. De kleur komt je niet aanwaaien en ik denk dat alle dragers het erover eens zijn dat dit zo moet blijven. Vraag het maar aan één van hen die de rode baret draagt: “Aan die kleur zit een verhaal vast”.

Het is vooral voor de luchtmobiele militair een sterk merk omdat er een dimensie in verscholen ligt. De rode kleur vertegenwoordigt die dimensie. Het gaat in die dimensie verder dan de vaardigheid binnen luchtmobiel optreden. Het gaat om een heilige inwijding tot een wereld die onbereikbaar leek. Het gaat om een transformatie tot een ander mens. Het is het zich geroepen weten tot een hogere opdracht. We noemen dit proces in militaire begrippen vorming. Ik ben van mening dat dit begrip in het luchtmobiele leven alleen geen recht doet aan de waarde van de rode baret. Het gaat niet om zomaar een entiteit binnen de Koninklijke Landmacht. Het gaat om een identiteit die iedere luchtmobiele militair tot op het bot en in al zijn of haar haarvaten voelt. Voor het bereiken daarvan zijn offers gebracht en prijzen betaald. Ik herken elementen die diep religieus lijken. Daarom stelt men ook dat het meer is dan een baan alleen.

De rode baret is een symbool dat werkelijk ergens voor staat. Eenieder met de rode baret heeft daar zijn eigen persoonlijke verhaal en ontwikkeling bij, doorspekt met beleving waar grote woorden aan wordt toegedicht. Het ontkrachten van deze waarde wekt een soort heilige oorlog, omdat het daarin een bedreiging vormt van het eigen bestaan.

Rode Baret ben je niet voor even, maar voor het leven. Je draagt het tot in het graf met je mee. “Ik wil begraven worden door de dominee met de rode baret”, had een oude veteraan tegen zijn vrouw gezegd. Hij was terminaal en zag het einde naderen. We kenden elkaar niet. We hadden elkaar nog nooit gesproken, hij wist niet wie ik was, hij kende mijn naam niet eens. De rode baret werd de verbindende factor, een krachtig beeld, waar andere woorden niet nodig bleken.

In de rode baret zit namelijk een dimensie die dieper kleurt dan rood alleen. Het is niet alleen vaardigheid. Het is niet alleen een kwaliteit. Het is de kwalificatie van de drive, van het belang, van de persoonlijke passie die overtuigend bijdraagt aan eigen bestaansrecht. Dat is bijna niet uit te leggen.

Als ik vraag aan luchtmobiele collega’s of ze dit hadden willen missen, dan is steevast het antwoord: nee. Omdat het niet alleen ervaring en levenslessen heeft gebracht. Er zijn ook prachtige herinneringen die alleen spreken tot hen die er ook bij waren, omdat woorden ervoor te kort schieten om het echt en goed te verklaren. Maar het uiteindelijke resultaat is een nieuwe identiteit, die stevig staat en voor zichzelf spreekt.

De rode baret zelf vaart er wel bij. De krijgsmacht maakt er gebruik van. De ‘rode baret’ is een sterk merk. De kracht ervan wordt echter bepaald door de drager. De boodschap wordt omarmd door diegene die erin gelooft. De Rode Baret leeft.

 

*Jan-Derk de Bruin is werkzaam als Protestants Geestelijk Verzorger op HQ 11 LMB in Schaarsbergen en heeft in 2015 het draagrecht verworven van de rode baret.

[1] Willekeurig wordt in dit artikel gesproken over de Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel (AMOL) of de Voortgezette Algemene Opleiding Luchtmobiel (VAKOL). Beide zijn opleiding tot het behalen van de rode baret. De ene is het opleidingsspoor voor manschappen (soldaten), de ander voor kaderleden (onderofficieren en officieren).

[2] In marketingtermen als ‘branding’ omschreven.

[3] Er zijn veel varianten van het kruis als teken. Het kruis is één van de meest voorkomende symbolische tekens. Het is vooral bekend als symbool voor het christendom en gaat terug op het verhaal van de kruisdood en opstanding uit de dood van Jezus Christus. Daarmee is het een symbool voor hoop op eeuwig leven. Het kruis als religieus symbool was echter lang voor het christelijke tijdperk in gebruik bij oudere beschavingen.

[4] In de brochure Missie en Visie 11 Luchtmobiele Brigade, Elk Moment Elke missie klinkt het grote verhaal van de rode baretten als volgt: “De luchtmobiele brigade profileert zich sinds oprichting in 1992 als een unieke eenheid en is dat ook in de Nederlandse krijgsmacht waarbij de rode baret onderscheidend werkt. Het merendeel van de in te zetten militairen van de brigade, van soldaat tot generaal is te herkennen aan de rode baret (symbool voor elite luchtlandingseenheden. De rode baret is daarmee het wereldwijd erkende keurmerk voor luchtmobiele-, airaussault- en para- eenheden… De rode baret staat voor doorzettings- en incasseringsvermogen, teamspirit, durf en zelfvertrouwen” (pagina 12).

[5] Hoewel de Luchtmobiele Brigade in meerderheid uit mannen bestaat, dienen ook vrouwen bij de eenheid. Voor alle militairen die de rode baret dragen geldt dat zij de zware opleiding hebben behaald.

[6] Voor het begin van de luchtmobiele opleiding en het behouden van het draagrecht op de rode baret dient men te voldoen aan de luchtmobiele Fysieke Inzetbaarheidstest (FIT 6). De FIT 6 behoort tot de krijgsmachtbrede functie-clusterindeling en geeft de fysieke functie-eisen aan voor startfuncties bij Defensie. Tijdens werving en selectie wordt de kandidaat militair gekeurd op belasting en belastbaarheid. Jaarlijks dient de militair deze FIT opnieuw af te leggen. FIT 6 is het hoogste functie-clusterniveau.

[7] Het beleid voor rode baretten bepaalt dat iedere functionaris binnen een jaar na plaatsing zijn rode baret moet hebben gehaald. Of er worden, indien de luchtmobiele militair niet voldoet aan de fysieke inzetbaarheidseisen, situatie-afhankelijk maatregelen genomen. Als de reden fysiek cq. medisch is, wordt het SMAT-traject gevolgd conform de SOP van 11LMB. Als de reden onvoldoende getraindheid is, wordt dit meegenomen in het functioneringsgesprek en worden er met de individuele militair afspraken gemaakt over fysieke training. Bij het herhaaldelijk niet voldoen, kan men op grond van het niet meer voldoen aan de functie-eisen ook ontheven worden uit functie.

[8] Men is voor een bepaalde periode gedesoriënteerd. Hierbij heeft men niet gelijk duidelijk antwoord op de vragen: wie ben ik?, wat wil ik?, wat kan ik?, wat moet ik?.

[9] Uit de toespraak van aalmoezenier Pieter Visschers, gehouden tijdens de Oosterbeek-ceremonie voorafgaand aan de honderdste rode baret-uitreiking te Schaarsbergen, 20 februari 2015.

[10] Uit de toespraak van aalmoezenier Pieter Visschers, gehouden tijdens de Oosterbeek-ceremonie voorafgaand aan de rode baret-uitreiking te Schaarsbergen, 19 februari 2014.

Over de auteur(s)

Ds. J.D. de Bruin i.r.g.m. majoor

Jan-Derk de Bruin is werkzaam als Protestants Geestelijk Verzorger op HQ 11 LMB in Schaarsbergen en heeft in 2015 het draagrecht verworven van de rode baret.